IV. tiende eeuw, gaf een vrolijk uitzïgt voor
de bèminnaren van rust en vrede; want op
‘n u Af- deiti Februarij dcszelven werd onder
deeling-, trompetgefcltal bekend - gemaakt, dat de
^801 vrede tusfclien de Franfche Republiek en
den Duitfchen Keizer was gefloten. Voor
Haarlem had dit jaar een jaar van de
grootfte ellende kunnen zijn, zoo de Goddelijke
goedheid het niet genadig had verhoed.
In den avond van den 22tten Mei
had men boven deze Stad een zwaar on-
weder. Een blikfemftraal floeg te half tien
uren in den Toren der Groote Kerk? veroorzaakte
daar brand, en dreigde dit trot-
fche gevaarte als met eenen flag te zullen
vernielen! In den aanvang zag men niets
dan een klein lichtje, naar dat van eene
kaars o f lantaren gelijkende; dan fpoedig
werd dit lichtje grooter en de oorzaak
‘ daarvan bekend. — Overweegt nu eens de
booste des Torens, den ftand der huizen
in dészelfs omtrek, bedenkt wat er gebeuren
moest, indien de brand zoo fterk was
toegenomen, dat de Toren, met alles W|t
daar op en in i s , naar beneden ware gevallen;
hoe vele onheilen aan menfchen en
' goederen zouden zijn overgekomen, indien
-bet grootfte onheil, dé brand namelijk, niet
:■ krachtkrachtdadig
was geftuit. Bedenkt dit alles
eens, jonge Vrienden! gaat eens bij U zei- STUK.
ven na, de ontroering, de vrees en den
angst, die aller harten overmeesterden, bij /- &
het dreigend gevaar dat te wachte^i ftond.
Verledigt U tot deze befchouwing * eenige
Oogenblikken, en brengt U dan, zoo Gij kunt,
Voor den geest, dat zachte gevoel, die zuivere
vreugde en die opregte dankerkentenis,
waardoor zoo vele harten geroerd werden,
toen het gevaar - verdwenen w a s , en Gij
hebt een vrij goed tafereel van de verfchil
lende hartstogten der Inwoners, en-van den
avond en nacht van den 22fcn Mei. Door
eert twintigtal kloekmoedige Burgers, die
met gevaar van hun eigen leven naar boven
klommen, werd de voortgang des brands
geftuit en het dreigend onheil, onder den
Goddelijken zegen, afgewend.
De Municipaliteit de grootheid van het
gevaar befeffende, de waarde der betoonde
hulp gevoelende, en den pligt der erkentelijkheid
kennende, deed, eenen zilveren eere-
penning vervaardigen, waarop aan de eene
zijde het wapen, der .Stad met den naam
van dengenen die deze belooning ontving
geflagen w a s , en op de tegenzijde deze
dichtregelen ftonden; , bil
M 3 99 Ha