B Loenen in het jaar 1606, het Lutherfche
$tue»; ' Nopje 9 hi het 3aar 1600 , van Burret , in
IV, Af~thet 3*aar- 16 10 , van* Spoonvater, in het jaar
eelin^t iöxj 9 van Comans, in het jaar 16 13 , den
Groenen Tuin en van Guurtje de Waal, in
het jaar 1616, het Zuider. Hofje, in het
jaar 1640, van Heijthmjzen, in het jaar 1651,
het Kantoor van A. Blommers , in het jaar
1654, het Wijnbergs Hofje, in het jaar
1662, en eindelijk het Hofje van Berenjleijn
in het jaar 1684, Van alle deze Hofjes zijn
die van Bruinings, Frans Loenen, het ZuL
der en Wijnbergs Hofje, dat van Heijthuij-
zen en Berenjleijn, . tot nog toe de yoordee**
ligfle. Het Kantoor van A* Bhmmers is 9
fchoon het wel eens daaronder wordt genoemd,
geen Hofje, maar eene inrigting
voor Armen, uit de. nalatenfchap van a u -
GUSTINUS AliSTENlUS BLOEMAART , PaStOOr
van het Begijnhof, die bij testament van
den jare 1659 bepaald heeft, dat de vruchten
zijner nalatenfchap moesten worden hefteed.,
om k n Arme Roomsch - Katholijken j
brood uit te deelen, welke uitdeeling dan
ook wekelijks, aan omtrent zeventig behoefte
gen gefchiedt; terwijl jaarlijks aan honderd
Armen T u r f twordt gegeven,;
ïn de afgelopene, o f i8 e eeuw, zijn wel
" I *!» '* 2 niet
niet zoo vele, doch echter nog V i j f , waar- L
onder zeer belangrijke gedichten van dien STUK>
aard gebouwd. Het oudfte daarvan is dat IV. A f
Van Staats, zijnde in het jaar 1730 gif-
fticht. Dat van Noblet i s , zoo als Gij zien
kunt, mede een fraai gebouw van het jaar
1760; dat van O o rfchot is acht jaren later
gebouwd; de jongst beroepen Predikant van
de Gereformeerde Gemeente, en de laatst
aangeftelde Notaris zijn de Regenten van
dat gefticht; hetgeen ik als eene bijzondere
fchikking des dichters aan U zeggen moet;
Plet Kemonjlrantsch Gereformeerd Hofje, in
het jaar 1773 gebouwd, op de plaats van
het St. Urfula Klooster, is eene kleine maar
zindelijke dichting; dat van Te ijk r, in het
jaar .1784 gebouwd, heeft geen weêrga in
het ganfche Land; ook zijn de voor-
deelen daar zoo aanmerkelijk , dat zij die
der Hofjes van Staats en Noblet, ja zelfs
van O o rfchot overtreffen, daarenboven komt
geene Godsdienstige belijdenis in aanmerking,
om er eene plaats op te bekomen; iets dat
op de andere Hofjes wel degelijk wordt in
acht genomen. Eindelijk moeten wij . hier nog
bij voegen het Bloks Hofje, bij het Weeshuis
der Doopsgezinden, waarop acht Lieden wonen
? en onderdeund worden, doch waarvan
C $ f i '