II. geningen des Vredes, rust en welyaart ge- I
sTm?FD" nietende. Hoe veel UWe kundigheden zullen I
I. A f vermeerderd worden, door Van dit alles een I
deeling. ^ortk en zoo ik hoop, bevattelijk denkbeeld I
te krijgen, zal wel zoo duidelijk vóór U i
wezen, idat ik daarvan niets meer zal b e - 1
hoeven te zeggen* /
haar- Gij weet uit , de Vaderlandfche hiftorie, B
woest 6r~ ons Land voor twee a drie honderd en I
974. meerjaren, door Graven plagt geregeerd te I
worden; dat die Regering een aaneenfcha- ■
keling was vah Oorlogen ett binneiilandfche I
beroerten; dat vele dier oorlogen met de I
1 West -Vriezen * thans gemeenlijk Noord - Hol- I
landers geheeten , gevoerd wérden ? Het was I
'in het begin van dien krijg, dat haarlem I
•door de West-Vriezen in genomen en ver* I
woest Werd. Meer dan drie honderd 'jaren 1
duurde die ongelukkige twist en:. kostte I
aan vele duizenden het leven; nu eens won* I
Hen de - West - Vriezen, : dan weder had de I
Graaf de overhand; doch wie der partijen I
ook winnen mogt, dit ^begrijpt Gij , dat de- ■
ze Stad dikwijls door' de rampen van den I
'krijg werd gedrukt•; en meermalen genood* I
©verwin- was ï om de waPenen teSeïl hare I
ning der anden op te vatten. In een dier gevechten»
Haar- wercjCn W est-Vriezen door de Haarlem-\
lemmers
mers verflagen en hun den buit weder out- H*
nomen, dien zij te voren hadden geroofd; STUIU
waaruit Gij z ie t, dat de Haarlejnmers al I. Af-
vroeg dappere lieden, zijn geweest. - - deeling.-
Met meer voorbeelden zou ik U dit kun-» Het innen
bewijzen ; doch men kan in eene korte
gefchiedenis niet alles , maar wel de belang- miate
rijkfte gebeurtenis fen verhalen.; van dien aard 1219.
is mede, de verovering van Damiate, waarvan
de kLokjes, zoo als velen uwer van
hunne Ouders wel gehoord zullen hebben,
nog des avonds , als eene gedachtenis,'worden
geluid,’ en de fcheepjes iii de Groote Kérk
zijn... opgehangen. Wij zullen .dus over die
gebeurtenis, waarin de Haarlemmers zoo veel
deel zouden gehad hebben, moeten fpreken.
Als Gij de kaart van Egypte voor U neemt ,
zult Gij 'aan den mond des N ijls , de vesting
Damiate zien liggen. Deze Stad wilde
men, zoo als ook het gcheele Land iri
dien omtrek, uit de handenfder ongeloovi-
gen rukken, en onder de magt 'der Christenen
brengen.. Het leger , , dat te dien einde
uittoog, do lid onder, het bevel van onzen
Graaf w il l em den . 1 , en belfond uit
een groot getal manfchappen, vanOonder-
fcheidene plaatfen• bijeen gekomen. ' Zeer wel
kan het wezen, en het is., zelfs weL-waar-
D fchijn