
PILULARIA G-LOBULIFERA L.
Pülenkruid.
Hoogduitsch: Pillenkraut.
Engelsch: Pillwort.
Met vruchtjes: in Junij—Sept.
Stelsel van Linnaeus. Cl. XXIV. Cryptogamia.
Natuurli/ k Stelsel. Cellulares Foliosae. O. Marsiliaceae.
Geslachtskenmerken. Rhizoma filiforme repens ad nodos radicans. Folia ad stipitem filiformem reducta.
Sporocarpia globularia ad nodos solitaria sessilia vel breviter stipitata 4—2 locularia longitudinaliter 4—2
valvia dense pilosa tandem nuda. Sporangia lineae elevatae intervalvulari longitudinali inserta, inferiora (Ma-
crosporangia) in loculo sporam unicam majorem ovatum vel globosum, superiora (Microsporangia) sporulas nu-
merosas minutissimas continentia.
Wortelstok draadvormig, kruipend, aan de knoopen wortelend. Bladen slechts draadvormige stelen. Spore-
vruchten bolvormig, alleen zitten de bij de knoopen , ongesteeld of kortgesteeld , 4—2 hokkig, 4—2 kleppig,
digt behaard, eindelijk naakt. Sporehouders overlangs op de tusschenklepsche lijnvormige lijsten; de onderste
(Macrosporangia) met een enkele groote, eironde of bolvormige spore, de bovenste (Microsporangia) met
talrijke kleine sporen.
Soortelijke kenmerken. Foliis junceis setaceis strictis primitus apice cochleatis. Bladen rietachtig borstelachtig
, in jongen toestand slakkenhuisachtig gedraaid.
Verklaring der Afbeelding, a. sporevruchten; b. id. lengte-doorsnede; c. id. dwarsdoorsnede; d. spore-
houder; e. macrospore; f. microspore; g. sporen.. Alles vergroot.
Groeiplaats. Op overstroomde plaatsen aan de oevers van vij vers ende randen van moerassen en stilstaande
wateren. Zandstreken. Rusland en geheel Midden-Europa tot Lijfland, Z. Zweden , Z. Noorwegen, Noord-Italie.
Ontbreekt in Spanje, Z. Italië en Griekenland. Het geslacht wordt in de Levant en in Noord-Amerika door
verwante vormen vertegenwoordigd.
Nederland. Op vochtige en onder water staande heide- en veengronden , in weilanden. Vughtsche en Ooster-
houtsche heiden; tusschen Wijchen en Nijmegen, Son (N. Brab.), Oisterwijk, Meppel, bij Kuikhorne en
Bergum , Harendermolen bij Groningen, Valkenswaard bij Eindhoven, Kanaal bij Apeldoorn, Bleeke meer bij
Uddel. K. Ankersmit. Terschelling, door Holkema op het Groene Plak, door de Leden der Ned. Bot. Ver-
eeniging in 1886 op de vlakte Doodemanskisten gevonden.
De op de afbeelding voorgestelde exemplaren op laatstgenoemde groeiplaats verzameld, zijn ons aangeboden
door Mej. J. Wouters in Aug. 1886.
N I