
SILENE DICHOTOIA FJirli.
Gaffelige Silene.
Hoogduitsch: Gabelastiger Taubenkropf.
Engelsch: Dichotomous Catchfly.
Bloeit: Mei—Julij. J
Stelsel yan Linnaeus : Cl. X. O. III, Decandria Trigynia.
Natuurlijk Stelsel : Vasculares Dicotyledoneae. O. Sileneae.
Geslachtskenmerken: Zie Deel XI, N°. 802.
Soortelijke kenmerken: Minute pubescens, caule stricte dichotomo, foliis infimis spathulatis, caeteris
lanceolatis acuminatis, peduticulis brevissimis, calyce ad nervos virides prominentes papillis setosis plus minus
hirsuto oblongo-cylindrico dentibus breviter lanceolatis acutis, fructifero oblongo, lamina alba in lacinias
obovato-oblongas fere ultra medium bipartita, coronae laciniis brevibus oblongis, capsula oblonga, carpophoro
brevissime, seminibus serialiter tuberculatis facie planis dorse convexis.
Met kleine haartjes bedekt. Stengel opgerigt, gaffelig; onderste bladen spatel vormig, de overige lancetvormig ,
toegespitst; bloemstelen zeer kort; kelk aan de groene uitstekende nerven met borstelige kliertjes min of
meer behaard, langwerpig-rolrond, met kort-lancetvormige spitse tandjes; de vruchtkelk langwerpig; kroon-
bladen bijna boven het midden in twee omgekeerd eirond-langwerpige slippen verdeeld; slippen van de bijkroon
kort, langwerpig ; vrucht langwerpig met zeer korten vruchtdrager ; zaden met op rijen geplaatste knobbeltjes,
van voren vlak, op den rug bol. — S. membranaceum. Poir.
Verklaring der Afbeelding, a. Bloem; b. id. doorsnede; c. vrucht; d. zaad.
Groeiplaats. Op velden en langs wegen. Zuid-Rusland, Taurië, Hongarije, Donaugebied, Duitschland en
noordelijk Italië hier en daar sporadisch, waarschijnlijk met ballast overgebragt. In Frankrijk, Engeland,
Spanje en het verdere gebied van Europa niet vermeld.
Nedebland. Tot dusver alleen gevonden op het Pothoofd bij Deventer, door de Heeren L. J. van der Veen
en J. D. Kobus, het eerst in 1878.
In 1885 heb ikzelf haar op deze plaats in talrijke exemplaren aangetroffen.
Het afgebeelde exemplaar werd ons in 1881 aangeboden door den Heer L. J. van der Veen,