
Herten-plaatzwam.
Hoogduitsch: Hirsch-Blattersehwamm.
Engelsch: Deer-coloured Agaric.
Aug.—October.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XXIV Sect. V. Cryptogamia Fungi.
Natuurlijk Stelsel : Cellulares Mycetes. O. Hymenomycetes. Trib. Agaricini.
Geslachtskenmerken. Zie deel X, N°. 725. Ondergeslacht Pluteus.
Soortelijke kenmerken. Pileo carnoso e campanulato expanso laevigato glabro, dein in fibrillas sqamulasve
seeedente, margine nudo, stipite solido nigrofibrilloso, lamellis liberis ex albo carneis.
Hoed vleezig, eerst klokvormig, dan uitgespreid, glad, kaal, later in vezeltjes of schubjes loslatend, met
naakten rand; steel vol, zwartvezelig; plaatjes vrij, eerst wit, dan vleeschkleurig. De kleur van den hoed is
roetachtig, later verbleekend, soms geelachtig bruin. A, atricapillus Batsch. A. Pluteus Pers.
Groeiplaats. Algemeen aan verrotte boomstronken.
Nederland. Amsterdam. Westland, Zuid-Beveland.
De op de afbeelding voorgestelde exemplaren vond ik in October 1886 in een begroeid duinvalleitje bij ‘Bloemendaal.