fee,
IAUASIIÏÏS ROTÏÏLA Fr.
Radvormige Plaat zwam.
Hoogduitsch: Radblattriger Blatterschwamm.
Engelsch: Wheel-formed Agaric.
April—Oct.
Stelsel van Linnaeus : Gl. XXIV. Sect. V. Cryptogam.ia Fungi.
Natuurlijk Stelsel : Cellulares Mycetes. O. Hymenomycetes, Trib. Agaricineae.
Geslachtskenmerken: Zie Deel XI No. 830.'
Soortelijke kenmerken : Pileo membranaceo convexulo umbilicato, plicato, stipite corneo fistuloso nitido
glaberrimo nigricante, lamellis paucis latis distantibus in collarium postice conjunctis pallescenti-albis.
Hoed vliezig, eenigzins bol, gesnaveld, geplooid; steel hoornachtig, hol, glanzend, zeer kaal, zwartachtig;
plaatjes niet talrijk, breed, verwijderd van elkaar, later vereenigd in een vrijen kring, wit verbleekend.
De kleur van den hoed is witachtig met gewoonlijk donkere schijf.
Groeiplaats. Op takken en bladen.
Nederland. Volgens Oudemans (Eév. des Champ.) gevonden bij Amsterdam, Leiden, Utrecht, Brummen,
in het Westland en op Z. Beveland. De exemplaren onzer afbeelding zijn verzameld bij Haarlem.
lORCHELLA GOSICA Pers.
Kegelvormige Morielje.
Hoogduitsch: Kegelförmiger Morchel.
Engelsch: Conic Morell.
Mei—October. -
Stelsel van Linnaeus: Cl. XXIV. O. V. Cryptogamia Funsri.
Natuurlijk Stelsel: Cellulares Mycetes, O. Ascomycetes; trib. Helvellaceae.
Geslachtskenmerken; Zie Deel IX, No. 670.
Soortelijke kenmerken : Pileo conico semi-libero areolis elongatis, stipite aequali, sporidiis magnis ovatis.
Hoed kegel vormig, half vrij, lang; steel gelijk; sporen groot, eirond. — M. semi-libeta D, C. , AI. esculenta
ö conica Eries.
Groeiplaats. In weilanden en bebouwde zandgronden. Hatert bij Nijmegen. Abeleven. Het exemplaar
hier afgebeeld, is door mij gevonden in Mei 1867, op grazigen duingrond, achter het Meertje van Bloemen-
daal, bèhoorende bij de villa Caprera.