
Druif-Ganzevoet.
Hoogduitsch: Ambrosienkraut, Traubenkraut;
Engelsch: Oak of Paradise. Feather Geranium.
Bloeit: Julij—Augustus. 0
Stelsel van Linnaeus. Cl. V. O. II. Pentandria Digynia.
Natuurlijk Stelsel. Vasculares Dicotyledoneae. O. Chenopodiaceae.
Geslachtskenmerken. Zie deel V, N°. 976.
Soortelijke kenmerken. Annuum, glanduloso-pubescens, caule erécto rigidulo, ramis erecto-patulis, foliis
inferioribus petiolatis ovatis vel oblongis, obtuse sinuato-subpinnatifidis, superioribus spathulato-lanceolatis,
summis integris, cymis axillaribus brevibus erectis racemos longos elongatos angustos strictos subaphyllos
formantibus, perigonii pubescenti glandulosi laciniis ecarinatis, seminibus horizontalibus subglobosis laevibus,
margine obtuso carinulato.
Eenjarig, klierachtig behaard ; stengel opgerigt, stijf; takken opgerigt-uitgespreid ; onderste bladen gesteeld,
eirond of langwerpig, stomp, bogtig, min of meer vinspletig; hoogere bladen spatel-lancetvormig; bovenste
gaaf; bloeitoppen okselstandig k o rt, opgerigt, vormende lange smalle min of meer bladlooze trossen; lobben
van het klierachtig behaardebloemdek zonder kieltje; zaden horizontaal, bolvormig, met stompen, een weinig
gekielden rand.
Verklaring der afbeelding: a. bloeitop; 5. bloemdekblaadjes; c. bloem; d. id. geopend; e. vruchtbeginsel
; f. vruchtje (vergr.); g. blad rand (vergroot).
Groeiplaats. Zandige steenige streken. Klein-Azië, Neder-Egypte, Steenachtig Arabië, noordelijk Perzië,
Turkestan, Caboel, Britsch Indië, Siberië tot den Oeral. — Midden- en Zuid-Europa; Noord- en Zuid-Afrika;
Noord-Amerika. In Engeland nu en dan, doch niet in het Noorden.
Nederland. Deze voor Nederland nieuwe soort is het eerst gevonden door den Heer J. D. Kobus op het
terrein der Lijmfabriek te Delft en aan de Flora aangeboden door Prof. W. F. R, Suringar , onder wiens
toezigt onze afbeelding is gemaakt.