RANUNCULUS TRICHOPHYLLUS Chaix, Godron.
Haarbladerige Ranonkel.
Dyitscl. Haarenbliittriger Hahnenfuss.
Engelsch. Capillaceus Crowfoot.
Bloeit. Maart—Junij; ¥ (Boreau).
Stelsel vai\ Linnabus. Cl. XIII. Polyandria, O. Polygynia.
- Stelsel van Be Candolle. Vasculares dicotyledoneae. Sabel. I. Thalamiflorae. O. Ranuneulaceae.
Tiib. III. Ranunculeae (D. C.)
Geslachtskenmerken. Zie Ranuneulus acris, plaat 464. Soortelijke kenmerken. Moribus albis. Pedunculo unitloro, folio opposito, maturitate recurvo.
Carpellis transyersum striatis. Plantae aquatiles [Batrachinm). 'Canle ramoso, toto submerso. Fo-
liis petiolatis, omnibus multifidis, laciniis linearibas filiformibus undique patentibus, rigidiuseuhs,
èxtra aquain non in penicillum collabentibus. Vagina petioli membranacea, ventricosa, lato-auri-
culata. Peduneülis brevibus, foliis paulo superantibus. Calice expanso. Receptaeulo hispido, globu-
loso. Staminibus baud numerosis (8—15). Petalis eaducis, non latis, cuneiformibus, obovalibu»,
calreem bis superantibus. Rostrum maturitate subnultum. Floribus albis ungue Havo, dimidiam
petalae Banunculi aguatilis aequante. ■, - - . -
■ Bloem wit. Bloemsteel écnbloemig, tegen het blad overstaand, teruggebogen tijdens de rijpheid.
Vrucht overlangs gestreept: waterplanten (Batrachinm).
Stengel vertakt) geheel ondergedoken. Ieder blad gesteeld en verdeeld in eene menigte
slippen; slippen lijnvormig, draadvormig, in alle richtingen uitgespreid, een weinig stijf, niet
penceelvormend als men ze uit het water neemt. Scheede van den bladsteel vliezig, buikig
breed-geoord. bloemsteel kort, weinig langer dan het blad. Kelk uitgespreid. Bloemdek met
harde harerf bezet, kogelrond.-Bloemblad spoedig afvallend, smal, wigvormig eirond, tweemaal
zoolang als de kelk. Bloem wit, geel aan’ den nagel, de helft kleiner dan die van Ranuneulus
^A. B. Plant "(nat. grootte), a. Inwendige van de bloèrn (nat. grootte), b. Bloemblad (nat.
grootte), o. Bloemdek blootgelegd en vergroot.
Groeitlaatsen. In slooten, enz. • „ „ . ,
Volgens den Prodromus fiorae iatavae is deze soort gevonden op Walcheren en op Zuid-Beveland
door Dr. van den Bosch. ‘Ik zelf vond ze in den. vijver vau het Bloemendaalsche bosch. Het is
van deze plaats dat het exemplaar van de afbeelding afkomstig is.