
AGARICUS RoodglinsteRreUnTdIeL ANPSla. atSzcwhaaemff.. Duitsck: Rothglanzender Blatterpilz.
Hngelsch: Red sparkling Agaricus.
Sept.—Oct.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XXIV. Sect. V. Crypt,ogamia. Fungi.
S t e l s e l va n De Ca n d o l l e : Cellulares. Fungi. O. I. Hymenomycetes. Trib I. Agaricini.
G e sla ch t sk enm e rk en . Zie N °. 785, deel 10. Ondergeslacht Tricholoma; groep II. Tr genuina
(F r ie s .) 5
S o o r t e l ijk e kenm erk en . Pileo carnoso campanulato-expanso sicco stipiteqne subcavo molli ventricoso,
tomento pwpurascente variegalis, lamellis rotundatis confertis luteis.
_ Hoed .vleezig, klokvormig-uitgespreid, droog.; steel min of meer hol, zacht, buikig; de hoed en steel
zijn met een purperrood wollig heMeedsel meer of min digt bedekt; plaatjes rondachtig, digt opeen, geel.
Syn. A. serratuH Bolt. A. xerampelinus Sow.
; Het wollig of viltig bekleedsel verdwijnt min of meer bij het grooter worden; de soort is evenwel aan
het gele, later hoog gele vleesch gëmakkelijk te herkennen. A. mriegalus Scop. met bleek geelwitte
gelijke plaatjes en witachtig vleesch is, volgens R a b en h o r st , slechts eene verscheidenheid dezer soort
Na onderzoek en vergelijking heb ik mij met dit gevoelen vereenigd. De door mij gevonden exemplaren
kwamen door den vorm van den hoed, den hollen steel en de kleur der plaatjes overeen met de A. rntilans
van Fries (Spier. 30); door het witachtige vleesch en de groeiplaats op wortels en stnkken rottend hout,
naderden zij tot de A. variegatus van Fries (Spier. 31), zoodat ik lang. in twijfel heb gestaan en ze ten
laatste onder A. rntilans heb meenen te moeten brengen. Het schijnt dat deze zwam zeer verschilt naar-
mate van groeiplaats en' trap van ontwikkeling.
* G r o e ip la a t sen . Europa. In loofbosschen algemeen (F r ie s ). Op opene plaatsen in bosschen op be-
moste stukken boomstam en wortels, eenzaam of gezellig ( R a b e n h o e s TX
In Groot-Brittannië algemeen (B e r k e l ey ).
ïn N e d e r l a n d : Op zand-, heide- en dningronden, in bosschen, op den grond, aan den voet van
boomstammen, zodevormend. Leiden, Velsen, bij Nijmegen, Westland. (Proêr. Flor. Bat.)
De afgebeelde exemplaren zijn gevonden op de begroeide binnendainen te Bloemendaal bij Haarlem.