
'/Sj
RANUNCULUS CONFUSUS. Godron.
Warbladerige ranunkel.
Duitsch. Verworrener Hahnenfuss.
Engelsch. Confused Crowfoot.
Bloeit. In de lente.
Stelsel van L innaeus. Cl. XIII. Polyandria. O. Polygynia.
Stelsel van de Candolle. Vascularcs dicotyledoneae. Subcl. I. Thalamiflorae. O. Ranunculaceae.
Geslachtskenmerken. Zie Banunculus acris.. pl. 464.
Soortelijke kenmerken. Flores albi. Pedonculi uniflori, foliis oppositi, maturitate recurvi. Car-
pella transversim striata. Plantae aquaticae {Batrachium).
Foliis submersis setaceo-multifidis. Foliis natantibus profunde trilobatis, lobis cuneiformibus.
Receptaculo ovoide-conico subtiliter piloso. Petalis obovatis cuneiformibus ungue flavo, calice
multo majoribus.
Bloemen wit. Bloemsteél eenbloemig,. aan de bladeren tegenovergesteld, later naar beneden
gebogen. Vruchtjes dwars gestreept. Waterplanten.
Bladeren onder water haarvormig-veelspletig; drijvende bladeren drielobbig, diep ingesneden
met wigvormige lobben. Bloembed lirond-kegelvormig, zwak behaard. Bloembladeren omge-
gekeerd-eirond wigvormig, met gelen nagel, veel grooter dan de kelk..
Ik heb deze plant, voornamelijk wegens de kegelvormige, gedaan te van haar bloembed, voor
Banunculus confusus, Godron, bestemd.
Prof. B oeeaü, de verdienstelijke schrijver van de More du centre de la France et du bassin de
la Loire, wien ik hare afbeelding zond, meent dat mijne bestemming juist is.
Deze fraaije soort groeit in het Beizenburgsche. bosch.
Verklaring van de afbeelding. A. IS. Plant (nat. grootte); C. Bloemblad (nat. grootte); D. Inwendige,
van de bloem. (nat. grootte); E. Bloembed naakt (vergr.)