
POTERIUM SANGUISORBA L.
Gewone Pimpernel.
Duitsch: Gemeine Becherblume, welscher Bibemell.
Engelsch: Common Burnet.
Bloeit. Junij—Julij.
Stelsel van Linnaetjs. Cl. XXIII. Polygamia. O. Moncecia.
Stelsel van Be Candolle. Vasculares dicotyledoneae. Subcl. II. Calyciflorae. O. Saöguiscibeac.
C~ESTr* fiHTfiTrTgTrMngR.Tren. Calicis ttibus basi bracteis 2—3 cinctus, apice coarctatusj limbus 4 par-
titus. Petala o. Stamina 20—30. Ovaria 2—3. Stylus terminalis, filiformis. Stigma penicilliforme
multipartitum, e laciniis filiformibus elongatis compositum. Nuces 2—3, calyce persistenti indu-
rato vel subbaccato inclusae. Flores polygami. (Koch).
Buis van den kelk van onderen omringd me* 2—3 schutbladen, van boven ineengedrongen,
met 4 lobbigen zoom. Geen bloembladen. 20—30 stampers. 2—3 eijerstokken. Stijl eindstan-
dig, draad vormig. Stempel penceel vormig, uit een groot aantal draad vormige* la.nge slippen za-
mengesteld. 2— 3 nootjes, ingesloten in den kelk; deze wordt namelijk hard of wel eenigzins
besachtig. Bloemen veelslachtig. (Koch). *
Soorteltjke kbnmerken. Herbaceum. Caulibus angulatis. Calycïbus fructiferis osseo induratis
reticulato-rugösis quadrangularïbus, angulis obtusis. (Koch).
Kruidachtig. Stengels hoekig. Vruchtdragende kelk hard als been, netvormig-hobbelig, vierkant,
met stompe kanten. (Koch).
Verklaring van de afbeelding, a. Plant (nat. grootte), b, c. Mannelijke bloemen (vergroot), d, e.
Vrouwelijke bloemen (vergroot).
Groeiplaatsen. In weilanden. Bloemendaal en Velsen, 'Stekhovbn ; Velserend, MolKenboer; Zut-
phen Wttewaal; Nijmegen, Rhenen, A beleven. Bovendien: Meppel, Herb. van Heyningen;
wallen van Maastricht, van Hoven, (Elspeet; Valkenburg, Fl. B. S.). (Prodr. Flor. Bat.).
Het exemplaar van de plaat is gevonden op Wildhoef bij Bloemendaal.