1
/i
Sa I. SENDE. XX. GESLACHT. KNIPTORREN.
«> O © <£>
TWINTIGSTE GESLACHT.
KNIPTORREN. PL : XLII.
K E N M E R K E N .
Ds käm d'.r fprieten zaagigiwyze getand.
Twee pmteti aan het achtereinde van het ruggedekfet, door middel van wslke i1B!t
puntcn bei dier een knippetid gcluit en fpiong kau maaken.
Esn kromme haak tusjchen de Iwee worße poQCen.
De Kniptorren zyn op het eerfte aanzien gemakkelyk te onderkennen
wegens hunne lange, gladde, fmalle en platte gedaante. Hunne koppen
zyn plat en even breed als het ruggedekfel ter plaatfe daar zy met het
zelve zyn famengevoegd. De oogen zyn uitpuilende en zyn zoo geplaatit,
dat zy even gemaklyk naar beneden als naar boven zien kunnen.
De fprieten zyn van een verfchillende gedaante gelyk ook de leden hunner
voeten, doch zy behouden altoos de kenmerken van hun Geilacht. Zy beftaan
uit elf leden. Het onderfle is als een kromme peer: het tweede is
veel kleiner en knopsgewyze, maar de negen volgende zyn plat en maaken
de gedaante uit van een zaag, zoo nogchans, dat het bovenfle lang en
imal en niet getand is. Zy draagen de fprieten met de tanden der leden
naar beneden.
Het ruggedekfel is plat, breed en hart, en heeft ter plaatfe daar het tegen
de dekfchaalen gevoegd is, twee fcherpe doornachtige uitHeekfels, welke
uitfteekfels,zy weeten in te trekken onder de dekfchaalen, en dan weer met
veel geweld de kop naar den grond trekkende, maaken zy een llerke knip als
van een losfpringende gefpannen veer, waar door zy tien of twintig maal
hooger, dan zy lang zyn van den grond opfpri.ngen. Wanneer deeze dieren
deeze werktuigen van den wyzen Schepper niet badden verkreegen, zouden
z y , wegens hunne körte pooten en lange platte dekfchaalen, niet weder op de
pooten kunnen koomen wanneer zy op den rüg lagen, want zy kunnen zieh
op een platten grond niet omkeeren, maar hier door weeten zy fpoedig
van plaats te veranderen en hunne vyanden te ontwyken.
Boven deze merkelyke eigenfcliap, waar uit zy hunnen naam ontfangen
hebben, hebben zy een vreemd werktuig aan de boril tusfchen hunne twee
voorpooten, beilaande in een kromme doorn of haak , wiens punt naar
den tmik omgekromd zit, en het dier volftrekt beletten zou de borll naar
de
I. BENDE. XX. GESLACHT. KNIPTORREN. 87
de buik toe te trekken, Indien niet in den buik, ter plaatfe daar di^ufcekfel
llooten zou, een diep rond gat gevonden wierd, f "
dan kan infchieten, en, met zyn punt op den .grond ^ezer hoUiglieid Itoo
tende, beletten kan, dat het geweld, 't geen de Tor doet
melde knip, geen fchade doe aan de tedere geleding '"frchen den kop en
rüg met het iigchaam Doch ik heb gezien dat door het herhaald infp""Sen
vaS dit krommiuitüeekfel in bovengemelde holligheid «niglymlge vo^igheld
dLr uit kwam, welke ik gis, dat dienen moet, om al de
geledingen, welke tot deze ilerke beweging gedurig moeten dienflbaar zyn,
glad te maaken en glad te houden. , „ ;„ mal.
De leden der voeten zyn vreemd: van boven te zien gelykenen zy in mal
kanderen in te fchieten als peperhuisjes, tloch T"
onderen plat, en een weinig van voren gefpleeten. Voords is m leder ipe
cies hier omtrent eenige verandering, gelyk m de fprieten.
De gedaante der fprieten van de eerfte fpecies, zoo als die Jich vertoo
nen dSor het vergrootglas, ziet men afgebeeld op pl. 42 b/ A. en de gedaante
der leden van de voeten by B.
r. DE BRUINE ZWARTKOP KNIPTOR.
Deze is de gemeenfte in Nederland. Kop , rüg en pooten, zyn glad, blinkend
zwatt: de dekfchaalen zyn fyn geribd en brmn.
i . WESTINDISCHE GROOTE ZWARTE KNIPTOR.
Deze is gemeen in Surinamen. Hy is zwart, doch het ruggedekfel heeft
een groenen weerfchyn. De dekfchaalen zyn fyn genbd.
3. D E GEST'REEPTE SURINAAMSCHE KNIPTOR.
Deze is groenachtig zwart, maar in de vorra van de dekfchaalen, die enig-
Cns geribd zyn, zittln duizenden van witte borfteltjes, waar door hy op t
eerlle aanzien gelykend zwart met witte^ftreepen.
In 't Kabinet van den Wel Ed. Heer Gromovids.
4. DE GROENE SURINAAMSCHE KNIPTOR.
Tie orond van deze is zwart, bezet met duizenden groene peukekjes ,
waar door het geheele dier zieh blinkend groen vertoont met een goudglanfise
weerfchyn. Van onderen is hy ook mooi gr.oen.
Uit het Kabinet van den Wel Ed. Heer Gronovios.
5- D E BRUINE SURINAAMSCHE KNIPTOR.
Deze heeit ten opzichte van zyn klenr niets aangenaams.
bruin.
H y is vail
6. DE