J '
3 a I. BENDE. I. GES LACHT . KEVERS.
153. H E T GEPLEKTE WEESKIND.
Indien ik dit dier niet te laat gezien had, zou ils het zelve gefchikt heb^
b e n achter N». 5, van liet welke dit waarichynlyk man of w y f is, wyl de
t w e e zwarte vlekken in 't midden van liet vailrood op 't einde der dekfchaal
e n , het voorname onderfcheid uitmaaken.-
I k zal met dit Dier dit Geflacht eindigen fchoon ik 'er nog eenige gezien
h e b , die my te vi'einig verfchilden om die af te tekenen , maar 00k nog eenig
e n die ik my verbeelde dat naderhand in een Supplement zouden behoorea
gebragt te worden.
EETÎSTE^
E E R s T E i r E N D E.
3 7
T W E E D E G E S L A C H T .
M E S T K E V E R S .
K E N M E R K E N.
f^EknoofU Sputen, vm mike h dm hovmßc keJmbh,r,ewMrd!^
G i " dir dm op fet ehdl em kmpje uitmaahn, äat in dne blaadjes kan gtfcbnden
mrden, even gelyk in het geflacht der Keven.
ßeSprieten met neplaaß op, maar onder, het bekkmeeL
Een dun plat bekkeneil.
Geen Lendejcbildtusjcbendi dekjchaalen. ,wvii liff
De beenen en meten der midden en acbterpooten plat en breed, maar de Ui.en der
voorpOQten zeer klein.
DI T geflacht heeft veel overeenkomll met de Kevers, maar is van het
z e l f e door drie kenmerken onderfcheiden: zynde het > d a t / /
geen Schiidje hebben tusfchen de dekfchaalen, welk bchildje, het zy grooc
o f klein , in alle de Kevers gevonden wordt.
Het tweede onderfcheid is, dat hon bekkeneel zeer plat is , en als een
p l a V t u i t m a a k t , welke van voren half rond is, waer ^der de verfeme tut
L inwendige deelen van het hoofd verborgen zyn , gelyk Sp n e t e n
w e i t e , wanneer zy die uitfteeken, flegts even bauen den rand van dit befc-
' ' H e J d l S m e r k , dat hen van de Kevers onderfcheidt is d e ^ h e i d
en breette van hnnne midden en achterbeenen , en van de v j f leeden liunntr
v o e t e n . aan welker laatfte lid insgelyks een veel kkme r klauwtje, dan m
' i k ^ h S ^ d ^ v ^ g f o o ^ t a ^ r ^ f d e z e r deelen onnodig geo
o r d e e l d , o r ^ dezelve in de groot e zwarie Mtilkever genoegzaam kon-
° l l f e d e " p Ä " n dit geflacht. welke in Nederland Valien , keven en ha.
Jen hnn voedfel uit den drek, of mell der dleren, en byzonder in dm der
K o S , zootang dezelve nog verfch en door de zon « e t u.tgedroogd 3
e n zvn dus gefchikt om dezelve te vertieren, en op t e rmmen, om daar
door de ftank, waar door de lucht befmet wordt, voor te komen.
H k r toe zyn hnnne leeden volmaakt gevormd:' hnnne lioppen: zyn als
olaYte fchoppen , waermeede z y de danne meft opbeuren en daar m büoren ,
K d e r S n i p e n de ronde leeden hunner voorpooten dienen hun om daar
S t e ktabben, en hunne platte midden en achterpooten bewaaren hen on
n V t t f S e p door te z inken, dienende voor halve zwempooten, aangez.m
i
II
liÜ "i
I
II