
A&ARIGUS LASCHII Fries.
Hoogduitsch: Lasch’ Blatterschwamm.
Engelsch: Lascli’s Agaric.
Herfst.
Stelsel van Linnaeüs: 01. XXIV, Sect. V. Cryptogamia, Fungi.
Natuurlijk Stelsel: Cellulares. Mycefces. 0. Hymenomyeetes. Trib. Agaricineae.
Geslachtskenmerken : Zie Deel X, N°. 725; ondergeslacht Armiliaria.
Soortelijke kenmerken: Pileo carnosoe convexo dcmum sub-infundibuliformi, laevi glabro, stipite
valido, curto, solido fibrilloso- striato, basi inorassato, annulo infero, lamellis decurrentibus confertis
angustis albis. Fries Ep. p. 22, Mon. 1 p. 41, Icon. f. 19, Hym. eur. p. 40.
Hoed vleezig, eerst bol, daarna min of meer trechtervormig, glad, kaal; steel dik, kort, stevig,
vezelachtig-gestreept, aan den voet verdikt; ring onderstandig; plaaijes afloopend, diobt opeen,
smal, wit.
Groeiplaats. In dennebosschen. Zweden, Duitschland, Zwitserland.
Nederland. De op de afbeelding voorgestelde exemplaren zijn gevonden tussohen de jaren 1840
en 1850, aan een slootkant bij den Geestweg, onder Naaldwijk, door wijlen Dr. J. E. van der
Trappen. De oorspronkelijke afbeelding behoort tot eene yerzameling, berustende in de bibliotheek
der Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde, en is mij welwillend ten gebruike afgestaan door
den Heer L. A. Sprinser, Bibliothecaris dier Maatschappij.
Zoover ik weet, is de soort in ons land nog nergens elders gevonden.