h V '' 'WIJ v
wbèbsksêsbbees
TREMELLA MESENTERICA RETRI 1594
P E Z IZA SEPULCRALIS REBENT. 1594.
. J f . K v . i , , - - :s. * . -I.V: f «
P E Z IZA S E P U L C R A L I S Rebent.
Graf-Schotelzwam.
Stelsel vak Likkaeus : 01. XXIV. Sect. V. Cryptogamia Fungi.
Natuuklijk Stelsel: Cellulares Mycetes. O. Asöomyceies. O. Pezizeae.
Geslachtskenmerken : Zie Deel XIV, No. 1090.
Soobtelijke kenmerken : Sessilis radicata fusea, extus verruculosa, primo globoso-campanulata
dein dilatata lacerata, ascis cylindraceis,. sporidiis globosis levibus 7—8 y diam., paraphysibus
numerosis filiformibus brunneis. _ .
Ongesteeld, wortelend, bruin, van buiten met kleine wratjes, eerst bol-klokvormig. daarna uitgespreid
en gescheurd; sporeblazen cilindervormig, bolvormig glad, 7—8 > in doorsnede; para-
physen talrijk, draadvormig, bruin.
Pers. Syn. 641; Gooke Mycol. 297. Barlam arenaria Osbek in Vet. A h Handt. 1762, p. 288,
Peziza arenaria b. expallens alutacea-fusca Fries, P. sepideralis Rebent. Neom. 384 f. 13 Pers. Myc.
europ., p. 224.
Groeiplaats : Op puinhoopen en grafheuvels in Jutland, Duitschland, Frankrijk.
De afgebeelde exemplaren bij den Haag gevonden, zijn ons aangeboden in November 1894,
door Mej. O. E. Destrée.