
L E IÏ f l L.
Eendenkroos.
Hoogduitsch: Wasserlinsen.
Engelsch: Duck Weed.
Bloeit: April—Mei. ©.
Stelsel v a n Linnaeus : Cl. II. O. I. Diandria Monogynia.
Natutrlijk Stelsel: Yasculares Monocotyledoneae. O. Lemnaceae.
Geslachtskenmerken : Herbulae aquaticae natantes, caule in formam folii dilatato saepe articulato
nlura folia unura ex altero egrediente, aemulante. Frondes a pagina inferiore radicellam smgulam
emittentes Flores e fissura marginis frondis exserti spatha bivalva inclusi. Stamina bina, anthera
ditheca, thecae büocellatae, locellis superpositis transverse dehiscentibus. Ovarium 1—6 ovulatum.
Fructus utricularia hyaliniis. - , ■' , ..... . , „„
Kleine op het water drijvende plantjes, wier stengel bladachtig tot een schijfje is verbreed, en
dikwiils geleed in den vorm van blaadjes, die uit elkander voortkomen. Schijfjes aan de onderzijde
van een enkel? worteltje voorzien. Bloemen, uit eene spleet aan den rand voortkomend, m een
tweekleppige schede besloten. Twee meeldraden; helmknoppen met twee stuifmeelzakjes; zakjes tweehokkig;
hokjes boven elkander geplaatst, dwars opensplijtend. Eierstok met 1—6 eitjes. Vrucht blaasa0
™gens°rHEGELMAiBE, Monog. der Lemnaceae, wordt de familie der Lemnaceae ingedeeld in drie
geslachten: Spirodela, Lemna en Wolffia. - Behalve de Lemna-soorten groeien in ons land ook
Spirodela polyrrhiza en Wolffia arrhiza, doch zeldzaam,
LEMNA TRISIJLCA L.
Klein Walerveil.
Frondibus membranacëis tenuibus lanceolatis apice aeutis minute denticulatis, in pedunculum
tandem longum attenuatis, cruciatim oongestis. , HH „„„ '
Loof vliezig, dun, lancetvormig, aan den top spits, fijn getand, eindelijk in een langen steel versmald,
kruiswijs zaamgegroeid.
Verklaring der afbeelding: a. de plant (vergroot); 6. id. met het zaad; c. id. met de bloem (10 m.
vergr.); d. vrucht (20 m. vergr.).
Groeiplaats: Stille en stroomende wateren, beeken enz.
LEMNA MINOR L.
Eigenlijk Kroos.
Frondibus obovatis-rotundatis, crassis utrinque planis, yiridibus.
Loof omgekeerd-eirond, schijfvormig, dik, aan beide zijden vlak, groen.
Verklaring der afbeelding: a. de plant (vergr.); 6. id. met de bloem (10 m. vergr.); e. bloem
(20 m. vergr.); d. stuifmeelkorrels (vergr.).
Groeiplaats: Stille wateren en slooten. Beide soorten zijn zeer talrijk in de zoete wateren van een
groot deel der aarde. Geheel Europa, Siberië, Algerië, Abyssinië, Madera, Azoren, Noord- en Zmd-
Amerika, OoBt-Indië, Australië, Nienw-Zeeland. ,
Het Eendenkroos is een geliefkoosd voeder van eenden en andere watervogels. In ouden tijd werd
het als heilmiddel tegen geelzucht aanbevolen. .. , , , , „,,T v,-™—
De bloeiende exemplaren, op onze afbeelding voorgesteld, zijn verzameld door den Heer L.Vutck,
lid der Ned. Bot. Yereen., en de teekeningen door hem welwillend voor de Flora beschikbaar gesteld.