MATRICARIA DISCOIDEA
M A T R IC A R IA DISCOIDEA D. C.
Straalloos Moederkruid.
Hoogduitsch: Stralillose Kamille.
Engelsch: Discoid Matricaria.
Bloeit: Junij—Aug. O.
Stelsel van Linnaeus: 01. XIX. O. II. Syngenesia Polygamia Superflua.
Natuurlijk Stelsel: Yasculares Dicotyledoneae. O. Compositae.
Geslachtskenmerken : Zie Deel IV, N°. 290.
Soortelijke kenmerken : Glabra rigida, superne abbreviato-ramosula, foliis pinnatifidis bipinna-
tifidisque, laciniis linearibus acutis, capitulis discoideis, reeeptaculis farctis, acheniorum costis
discoloribus, externis rufo-resinosis, internis (nunc interiora tantum) brunneis.
Kaal, stijf, van boven kort vertakt; bladen vinspletig of dubbel gevind; bladvinnen lijnvormig
spits; bloemhoofdjes schijfvormig zonder straalbloemen; bloembodem opgevuld; ribben van de
vrucht ongelijkkleurig, de buitenste rosrood-harsig, de binnenste (somtijds alleen de binnenste
rib) brüin. ||1 - Santolina suaveolens Pursh, Lepidotheca suaveolens Nutt, Tanacetum suaveolens Hook.,
öotula matricarioïdes Bongard, Artemisia matricarioïdes Less., Tanacetum paudflorum D. G., Pyrethrum
deftoratum Engelm, Matricaria tanacetoïdes Fisch. et Mey., Chamomilla discoidea Gag.
Verklaring der afbeelding: a. bloembodem (schutblaadje naar beneden gebogen om het
inwendige zigtbaar te maken); b. bloempje (vergroot); c id. meer uitgebloeid; d. vruchtje.
Groeiplaats: Oost-Siberië, Kamschatka, Oenalaschka, Westelijk Noord-Amerika, van Californië
oostwaarts; St. Louis (Missouri); Duitschland hier en daar, zeldzaam en sporadisch. Ontbreekt
in Engeland, Frankrijk, Italië. Door De Gandolle, Prodr. VI, D. 50 (1837) alleen vermeld als
ontdekt in Amerika. Zie verder Torrey & Gray, Fl N. Amer. II. 413.
Nederland: Voor het eerst gevonden door den Heer H. J K ok Ankersmit, bij Apeldoorn
in Juli 1897, en door hem voor onze Flora aangeboden.
Deze plant is aromatisch en aangenaam riekend.