
AGARICÜS RUGOSUS FRIES. 1574
AGARUCI S RUGOSUS Fries.
Rimpelige Plaatzwam.
Stelsel van Linnaeüs: Cl. XXIV, Sect. V. Cryptogamia Fungi.
Natuurlijk Stelsel: Cellulares Mycetes. O. Hymenomycetes. Trib. Agaricineae.
Geslachtskenmerken: Zie Deel X, No. 725. Ondergeslacht Mycena.
Soortelijke kenmerken: Pileo subcarnosulo campanulato-expanso tenaci sicco, rugis elevatis
inaequabili (cinereo pallescente), stipite firmo tenaci laevi glabro pallido, radice brevi obliqua
strigosa, lamellis arcuato-adnatis uncinatis venoso connexis subdistantibus albo-cinereis.
Hoed min of meer vleezig, klok vormig uitgespreid, taai, droog, met sterk uitkomende
rimpels, bleek ascbkleurig; steel stevig, taai, glad, kaal, bleek, van onder wortelachtig, kort,
schuin, met stijve haartjes; plaatjes bogtig aangehecht, haak vormig, door aderen aan elkaar
verbonden, vrij wijd uiteen, witachtig aschkleurig. Fries Hym. Europ. p. 138.
Groeiplaats : Aan den voet van boomstammen, ook op . den grond, meest alleen, zelden
zodevormend.
Nederland : Gevonden bij Leiden, den Haag, Utrecht, Driebergen, Rijzenburg, Putten, Apeldoorn
en Arnhem.
De afgebeelde exemplaren zijn door mij verzameld op Heijenoord bij Arnhem, in Oct. 1892.