TRAMETES GIBBOSA FRIES . 1545 .
TRAMETES GIBBOS A Eries.
Bultige Trametes.
Hoogduitsch: Buckelige Tramete.
Engelsch: Gibbous Trametes.
Sept.—Oct. Overblijvend.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XXIV. Sect. V. Cryptogamia, Fungi.
Natuurlijk Stelsel: Cellulares Mycetes. O. Hymenomycetes. Trib Polyporei.
Geslachtskenmerken: Zie Deel X, No. 800.
SooRTELTJKÉ kenmerken: Ubique albida, pileo suberoso compacto villoso, obsolete zonato, postice
porrecto gibboso, poris linearibus rectis aequalibus.
m Wit. Hoed kurkachtig, gedrongen, viltig, flaauw met banden geteekend, later uitgespreid,
hobbelig; poriën lijnvormig, regt, gelijk.
De witte hoed is meestal hier en daar met een groenachtig laagje wier bedekt. Boletus sinumis Sow.
Groeiplaats : Op boomstammen, vooral op beuken.
Nederland. Bij Leiden en Putten (Veluwe) Oudemans.
De afgebeelde exemplaren, gevonden bij ’s Gravenhage, zijn ons in Nóv. 1898 aangeboden door
Mej. C. E. Destréè, lid der Nederl. Botanische Vereeniging te ’s Gravenhage.
