
P O L Y G O I U I U T E Schrk.
Niet-scherpsmakende Duizendknoop.
Hoogduitsch: Milder Knöterich.
Engelsch: Insipid Persicaria.
Bloeit: Julij—Oct. ©.
Stelsel van Linnaeus : Cl. VIII. O. III. Octandria Trigynia.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. O. Polygoneae.
Geslachtskenmerken : Zie Deel VI, No. 422.
Soortelijke kenmerken: Annuum insipidum. Caulibus erectis vel ascendentibus ramosis, ochreis
apice ciliatis, foliis oblongo-lanceolatis lanceolatisque subtus scabridis, spicis filiformi-cylindricis inter-
ruptis plus minusve cernuis, floribus pentandris, perigonio viridi purpurascente eglanduloso, ochre-
olis ciliatis.
Eenjarig, niet scherp van smaak. Stengels opgericht of opstijgend, vertakt; bladkokertjes aan den
top gewimperd; bladen langwerpig-lancetvormig en lancetvormig, van onder ruwachtig; bloemaartjes
draad-cilindervormig, afgebroken, min of meer knikkend; bloemen met 5 meeldraden; bloemdek groen
met roode randjes, zonder klieren; kokertjes gewimperd.
Deze soort verschilt van P. Hydropiper L. {Flor. B a t Deel VI No. 422) door het niet voorkomen
van kliertjes op het bloemdek, hare breedere bladen en het ontbreken van den scherpen
smaak. De vruchtjes zijn een weinig glanzend, bovenaan zeer fijn rubbelig. P. laxiflorum Weihe.
P. dubium Stein.
Verklaring der afbeelding: a Fragment van den stengel met het kokertje vergroot; b bloempje
met kokertje; c id. geopend; d vruchtjes.
Groeiplaats. In slooten en stilstaande wateren. Trans-Kaukasië, Midden-Rusland, Midden-Europa
van Z. Zweden tot Italië, Spanje en Dalmatië.'
Nederland. Op verschillende plaatsen. Bij ’s Gravenhage, Kampen, Deventer, Delft, Arnhem,
Haarlem enz. Het afgebeelde exemplaar vond ik in Aug. 1893 bij Vught.