
\ JL.
BIDENS CERNUA L. ß r a d i a t a .
Knikkend Tandzaad met linlvormige slraalbloemen.
Hoogduitsch: Nickender Wasserdost mit grossen Strahlblüten.
Engelsch: Nodding Bidens with broad ray flowers.
Bloeit: Julij—Oct. 0.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XIX. O. III. Syngenesia Polygamia Frustranea.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. Ord. Compositae.
Geslachtskenmerken : Zie Deel III, No. 384.
Soortelijke kenmerken: Foliis sessilibus lanceolatis utrinque attenuatis serratis, capitulis
demum Cernuis, achaeniis cuneatis 4-gono-ancipitibus, marginis retrorsum aculeolatis.
Bladen ongesteeld, lancetvormig, naar boven en onder smaller, zaagtandig; bloemhoofdjes
ten laatste knikkend; vruchtjes wigvormig, vierkantig, tweesnijdend; met rugwaarts loopende
stekeltjes aan den rand.
Variëteit § radiata D. C. Floribus marginalibus ligulatis. Met lintvormige randbloempjes.
Coreopsis bidens L.
Verklaring der afbeelding: a. Straalbloempje met de stoppelblaadjes; b. schijf bloempje;
c. stoppelbl. vergroot; d. kelkblaadje; e. onvruchtbaar bloemblaadje; f. vruchtje.
Groeiplaats; In slooten en stilstaand water. Noord-Duitschland, Frankrijk, Gr. Brittannië,
Skandinavië, behalve Lapland; Italië, Turkije; Z.-Rusland; ook in N.-Amerika.
Nederland: Reeds in deel III bij No. 184 der Flora Batava is opgemerkt, dat deze verscheidenheid
daar voorkomt, waar de plant diep onder water staat. Zij is echter slechts hier en daar
gevonden.
De exemplaren op onze afbeelding voorgesteld, verzamelden wij bij de excursie van de Ned.
Botanische Vereeniging, in een Veenpias bij Oostrum (prov. Limburg), in Aug. 1893.