L A P P A M IN O R D.C.
Kleine Klis.
Hoogdiritsch: Kleine Klette.
Erigelsch: Small Burdock.
Bloeit: July—Sept. %.
Stelsel van L innaeus: Cl. XIX. O. I. Syngenesia Polygamia aequalis.
Natuurlijk Stelsel: Yasculares Dicotyledoneae. O. Compositae.
G e s l a c h t s k e n m e r k e n : Zie Deel XIII, No. 1016.
Soortelijke kenmerken: Foliis petiolatis oyatis cordatis subtus canis.repando-dentatis,capitulis
subracemosis minutis glabris vel paree arachnoideis, involueri phyllis omnibus subulatis et nnci-
natis, flores vix aequantibus interne coloratis, achaeniis maculatis basi transverse subrugosis.
Bladen gesteeld, eirond-hartvormig, van onder grijswit; bloemhoofdjes min of meer in trossen,
klein, kaal of een weinig spinrag-achtig bekleed; schubjes van het omwindsel alle priem-
vormig en in haakjes uitloopend, ter nauwernood de bloemen bereikend, van binnen gekleurd;
nootjes gevlekt, aan den voet overdwars gerimpeld. De stengel wordt van 60 tot 90 cM. hoog;
de bloemhoofdjes zijn 13 mM. in doorsnede.
Arctium Lappa minor Schk., A. minor Schk, Lappa glabra Lam., L. minor Schk.
V erklaring her afbeelding: a. b. c. d. Schubjes van het omwindsel; e. f. bloempjes; g. bloem-
hoofdje in doorsnede.
Groeiplaats: Taurië en Caucasië, Europa, Madeira.
Nederland: Op ruigten, aan randen van wegen; zeer algemeen over bet geheele land.(