e t , met het bcpftlingstccken •
1 kaal {jeschoren iioofd, e
leekens scliijucii don naam vaii Cho
(Iritkken. — Hoog 1.15 /'. (i>.)
D. 2Ü. lirons. TRIKSTKR, in con uaauw sluilend gewaaJ geklecJ, iii
Tooruit ffcslokc« Iiaiuleii, als om eeiic offer^aTe aan to bicdon. ( is. )
27. n,-ons. I'RIESTK», inct den Sj<nHi (zLe n. 1) bekleed, liei hoofd met ccii iiaauw sluitend kapjc
bcdckl; .le beide haiulen onUioog geheven, als om te biddeii; oui den haU ceue lialskcten mot eeiieii
borslamulet. — I/oo^ 6.3 JOiii. (AS.)
riaat V.
20. Gi-ijs Sijcniet. Eon PRIESTEK-(of KOMNGS?) SCHRIJTER, op de Ooslersche wljze nedorz il tende,
in eene op zijne knieeii opcn;;eslascn papyrusrol lezeiide. — Hoog 2.3 P. (.ts.)
DU uitmunleDd bewcrLl b«eld schijnl nog lot liei oude Rijk vòór de overhccrschipg der l l i k ^ gebragl le moewi. worden.
ÜI. Itood Sy'éniet. Beeld ran eenen KO.MAGSSCURIJVER (BisiLiKOüRi.yM»iT)Fai-uofre, nederburkende,
in eeii gowaad gewikkeld dat aUeen het hoofd en de banden vrij laal: de armen op de knici-ii
nistende. In de litikeriiaiul hondt hij breede linlen of win-l.sels, Tóór op bei kleed, eon opgewerkt
beeld ran Pl i tal i , en een biöroglypbisch opschrift, inhoudende eene wijdins aan Phtah, den heer
der ivaarlirírí. Sokari-Oslrls, de,, heer van Sjlc'i, die -JJn beeld onde,- de Toiocnen (de
42 rcglers der benedeii«ei-el<l) plaaU vcrieent. opdal hij epMO goede bahcning verschaffe aan
Fainofré; en cene andere u-ijding aan Osiris, den behecrscher va,i den Amenti., en aan
anubis, den bctvuker van het verbiijf van aile goden.... opdal sy ( F a Í - i i o f r é ) de jPK-yrfe
phgUgheden (?) doen e,-langen. — Hoog 0.00 El. (in.)
Wij voegen \i<¡ Jeze plut ccoe twecde aflKeldiog van bei beeld, dc«'ijl de opscUrillen op do eersla, door de laier d.iarop
geUruklo kleurcn onleesbaar svareu gcT.urdcD.
33. Kalksleen. Groot beeld van eenen KOM>GSSCURIJTF.R, beainble öy (ge^leld oyer) hol palcis (?)
Ph lahme s , op eenen sloel geselen, gekleed in de Aalasi,-is (zie n. 17), niel Sandalen aan de TOcleii,
de Landen op de knieu vuslende. De liieroglypben op de voomide ran bei kleed Tennelden de
bede: (dat) allerlei votdsel (möge gevondeii worden) op de tafel van Osiris Oeoon-nofre, vóór
de .tpijzen e,i d,-ank, de essen, ganzen en alle zuivere goede,-en, ie,i behoeve van den Äoningsschrijver
Phtah-mes. — Hoog 1.45. FA. (ly.)
36 Kalksleen. (Jrool boeld van den KoMACSScnRUnm van den heer der irereMci, Ank a r e o e t f ,
gekleed en gezelen als ii. 33. tnsseben de armen, oj) zi.inen scliool eene groe]> van Iwce op ééneii
troon zitlende godbeden hoiidende, de eene, l l a t l . o r met Aoeye«boofd, de aiulore Ani i b i s ,
mei ÄJaytff/ihoord. >CTens den regier Toorpool van den stoel een slaande aap (3Ü rf). Op beide
»chouders de scbilden Tan <len voornaam, 36 b, en den naam van Kb ams o s 11 van bei X i V
slambuLs. » e t hieroglyplil.scbe opscbrift op de voorzijde van het kleed bevat de bede om allerlei
voed.':el op de [offer)lafel vóór de beheersche,-s van.... (en) den betcakev van (liei land) J{ io e noe,
(ten beboeve van) den overledene .ánkarcoeif. Op de voorzijde van het voelstuk der twee fiodenbeeldcn,
cene wijding aan de behcerscheres van ?; op de achlerzijde van den Iroon (36 v) is
A n k a r e o e l f uilgehonwen, den god S o k a r -Os i r i s aanbiddende. Het aangezigl, de banden en
de voeten van bei b<-cld zijn rood gekleurd; bet hoofdiiaar en de sloel zwart , m.iar deze laal^le
kleur sdiijnt laler aangebragt. — Hoog 1.36. El. (L'ESC.)
plaat T f.
. sloel of troon gezelen, mei gescliodc
32. Äalkslceti. Beeld van eenen KoMNasscHRiJVEB, op eeiit
j-en kni in, gekleed in de/ra/«iiVi.i(zic n. 17), en mei sandalen aa
voeten. In de linkerband houdl
liij cene soort van u-rijf- of gtanderstecn (?) op de knie. Ilei
Oirifl vóór op liei kleed beval de
bede: alMei voedsel op de {(,Síar)lafel van Phtah-Soka,
iris, leu behoeve van den Opalle
perkoningsifhrijver der b'-Men, Eoeli. lief op>clirin op den rüg van den Irooii, 32.',-, levert
eene wijding uan ¡'hlah-Sokar-Osiris die in den ^mvntl zHell, en allerlei .•'pihr. i/rank,
(gelnkklge) ovrloglcn. ¡jlemjnJjers, icijn, nielk rn alle vii vere </ocdrrcn verleenl. <Jij (I") <jevfí
palmlolen (planten) P), uiUlwHngen {des tmleis, d. i. vlielende waterstroomeii), hei drinken
van. de (beinelsche) brennen van Atroe (?), voor den Opperkmiingsschrijver der bevelen (den
Opperschrii«er der Koninklüke bevelen) rara den heer der wereWen (den Koniug), Eoe ti, die geregtvaardigd
is in deti Amenti. hebben het hoofd van dit fraaijo beeld, op zijde gezien, in iiatunrlljke
grootle doen afleekenen, zie 32. ò, aismedc een gcdeelle van bet opscbrift op den riig van
den troon, om eenig denk beeld van den slijl der bcwerking lo geven, welke lot een zeer oiid tijdperk
schijnl op le klimmen. — Hoog 1.02. El. (in.)
1)0 split in den hoUboord van liot kleed Is nict duidcHjk genoeg a%ebeeld, en heoll lo vcel gclijkeola mcl cenen apulel,
of eenig ander aan eena koord om den hals gebenden voorwcrp.
riaat VII.
D. 3.i. Kalks!een. Kolossa.-il beeld van eenen Ko^^^GsscHRIJVKR, beambte van (of gesteld over) de
tconing ' ) . Ma e i a , op eenen sloel gezeten, met litilen of itvachlels in de linkerband eii gekleed
als n. 32. Op de voorzijde van het kleed een hieroglypbisch opschrift: alle¡-lci voedsd op de tafel
van Osiris Oeoon-,ioß-e enzv., even als op n. 33; ann hei einde van iiet opsohrift vier teekeiis die
de woorden bij (in de nabijlieid van) de godheid uitdrukken. Onder n. 34. b geven wlj een deel
van bot opscbrift in natuurlijke grootle. — Jloog 2.18. El. (AN )
35. Groep van twee beeiden, voors teilen de cenen KO»I.\GSSCIIHIJVER, met eene vrouw (zljne ecbtgenoot)
op eenen stoel zitlende, beide in de kalasiris gekleed; de man mei linle,% of viindsels (P)
in de linkerbaod. Toor op zyn kleed een bierogiyphiseb opscbrift : Allerlei voedsel op de (ofTer)-
tafel van den heer der goden, ten behoeve van den koningssvhrijver, deit bevelhebber die hein
be,nini, den beamble van de tuille woning (con gedeelte des teinpels?) van den heer der werelden.
JIa{ei)a. Het einde van bet opscbrifl, dat wij b'ù n. 35.6, in natuuriyke grootle hebben doea
afbeelden, is met een gedeelte van liet kleed verloren gegaan; maar de sporen die vóór hei leekcn
van den arend nog ziglbaar zijn. wijzen op de twee bladen of vederen, in welk geval de naam dezelfde
is als die van n. 34, met nilzondering evenwel van hei verschil van spelling in de twee eerste
teekens. — Hoog 1.62. El. (AÄ.)
37. Kalkstee,i. KOMBCSSCIIRUVER, knielende, gekleed als n. 35, een lempellje voor zijne knieiin
boudende, in welks vooi-zijde bet hoofd van l l a t l i o r is iiilgebouwen. Op de voorzijde van bet
voelstuk, hei hieroglypbi.sclie opscbrift a, met ocnc wijdiiui aan Osiris Fe,il-hein-pamenti, opdal
sij schenken (men leze, opdal hij schenke) di-ank, brood, (gelnkklgcn) overtogl, loijn, melk en
alle (zuivere goederen) opengelegd vóàr hon (men leze he in d. i . voor O s i r i s ) . . . . Op den
steen legen den rng van bet beeld, een opscbrift f. in twee k o lo m men, van welke de eene naar de
regier, de andere naar de linkerliand gelczen vvordl. De eerste beval eene wijding aa,i Osiris
Fenl-hein-fiame,ili, Oeoon-nofre, den beheerseher der levenden, opdal hij een dnurzaam leven
schenke voor den Koningsschrijeer, de,i toe%iener ove)- de Iconinkhjke.... van den heer der
u-ei-elden, F ai-trié V. I n d e tweede kolom lezen wij eene wijding aan Hut hör Sebl-ootp {d.i. de
beheerscheresderofergaven), de beschermv,-0Hu< der wachlers, opdal -Jj ecien vollen motid (d. i.
volop aandeel) schenke in alle hure offergaven, voor den honingsschrijver, den toezioier ove>- de
iceldaden (des konings?) Fai-iriöi, bijgenaamd lié-scser-ti-sjoot "). Op de regterzijde van
het fcnipcllje, d, eene wijding aan Osiris Oeoon-nofre, opdal hij de verheerlijking zij,ier (des
overledenen) ziel schenke, te,i einde zij de lof vet-melde van.... viel de dlenaa,-s van den god,
ten behoeve van den.... van den eeuicigen (?) god. den koningsschrijver, cnz. Oj) de llnkcrzijde,
e, wijding aan II al hör Ji'eht-oolp, opdat iij een dunrsaam leven schenke aan den groolen....
van den goeddoenden god...., van den heer der lu-ee werelden (den koning?), den koningsschrijver,
den opiigter over de groole koninklijke verpliglingen (of ,-eglen?) van Memphis, Fai-iriei,
•) IUI is onwkcr ol het teikcn in de hiu«>Blypli, «».«y, nid ccn .jf i», e.eo àls in bot op«bnIl v.n n. S5.
' ) D. i. (i ro». o^dmlnuer der ftertctappyn. Dticlfdc Kektns vornirn bet foomiumslc deel v«n den voomuim vao eenen Ptiimu,
rolgcns «osEtUKi (MoHwmenli itií A>. ; itUa A'iWo) d«i IjtUlen v»n de XVIII», Velgens ntxsix (Ats- SIcUt M Ar Ìfeit,jack.-, dm
5c«tcn van de XX' dynistie. «et beekl Uu dos met eeiiige «tursehijnlijkheid lot den tijd v«. eene dee genoenide dynastieen gebragt «erden.
I I AFD. '