Ü1
mei rood ffcteekcnd, en mei zwart Terbeterd; Iweo boclden on ceniffo bicrogrlyiilicn àjii »»ilsehouwcn.
Do voorslcüingcn zjjii nicestendecls onlleend naii die dor gi-afinoiimiicnlcn. — Hoog 0,55,
frrecrf 1,35 Acrfwi. el. (ÌN.)
VOIIM •
Ptoat XCtMi.
i do Toorslc helft t I beeldje van Os i r i s Fent-hem-pa'
Il viuutiebeeldjes,
I, 197. Gebakken aarde.
mcii/i. (ax )
198. Gebakken aarde. Vorm Tan do Toorslo bclft van oen ìijkbeeMjo. (,»«.)
199, 200. Kalksteen. Vormex om do re,;lerhelft (199) of de liiikerliell't (200) -ì
of vau dcu ffod Ainsel , op zijdc <;ezien, ancjfieleii of afledrukkeii. (ak.)
201. Gebakken uaì\te. Torsi ran ìiel in.iskcr van eeiien Iceuw. (ìK.)
202. Talk. Stuk steeu, op welks vicr z^deu de vonjUKN zijii «it-jcbeitcld Tan bel benedengcdeelte
van eeuen ìmrkenden vogel (cene gans) a, van lict hoofd mot de borst, ¿>, cn vati de Iweo vleugcls
c en d. (As.)
1 op welks cene zijdc de torm Tan coneii penning of Tan ecn zcgcl is inscneu
Mjger te paaì-d^ cu rondom de lettcrs TNACOK of TlIACOPI (a) ; op
Tali twee ringen Tan Terschilleude grrootle.
203. Talk. Stuk stcei
sucdeu, Toorstellende cc
de andere lijde de tohm
Gnetsch cd zecr niw werl
204. Ealksteen. Vor'
205 , 206. Ealksteeu.
in Iwee stukken. Tan eencn biirkcndcn reiger. (in.)
l'oRUBK in twee stukken, Tan hurkende vogeh. {ab.)
207, 208, 210. Ealksleeii. ToR!ue.> in ecn sluk, Tan de rejjter- (207) of van de linkerlielfl (208,
210) ran Terscbillende burkende vogels. (in.)
AI deze vormen bcbben ook kunnen dienen tot Let TerTaardijjeu van de relief-fijjuren op de wanden
der ¡p-aTen of van andere »ebouwen.
214. Brons. T o r h Tan eeiien boom of tak. (ci.)
214 bis. Brons. Eeiie der twec bclften van den torm Tan een klein vaasje.
Dil Tormpje is in liet Museum onder 189 ¡jepiaalst en beschreTou, daar bet in Tcrsissingr bij de
ecrste scliikking der roorwerpcn, tot § 5, de voorwerpen van timmerman cn scbrijnwerker gebraut
was.
J 7. ScnUDERKUSST.
Plaut TLCIV.
219. Albast. W r i j f s t e e s om verw te bereiden. Het hiero^lypbi.sche opselirift bevat den tilel
van dpn >jroolpn locivijder van. . .? Phtahme s , denzelfden wiens litcl en uaain voorkonien op de
Tazcü Ii. 299, 305 (PI. L\) en 300 (PI. L\I ) (an.)
222. Blaauwachlige /ulk. P l a a t j e waar.sehijuiijk Toor bei mengen der klcuron {jediond liebbende.
(as.)
223. Gnemailleerde aardc. Pi.aatje, mel twee bolronde vorwbalyes. Rondom de vier zijden van
bet plaaljc cen bieroglypbiscii op.sclirifl met twee onderscbdden binnen die middeii op de voorz^de
beginnen; de eene doorloopende naar en längs de rcgtcrzijde, bevat cenc loewijding aan Tholh.
den he<^ der goden, opdut Inj geve een ijeaond en slerk leve^t; do andere zin, voort;;ezel op de
linkerzijdc, levert ecne lomdjdiyig aan Tme, de dochler van de zon, opdal ^ij geve een voorldu-
1-end bezil van goedhedeu aan denjmujen oversle, den opzigler over. . • J' loer. (an,)
220. Geemailleerde aarde. Tier kleine taasjbs of terwbakjes op ecn plal voelstuk bevesligd;
wanr.-icbijnlijk voor het aanmengen der Torw-stoiTen, (l'escl.)
1. 227. Geihnaillcerde aard'-. Achl VEtiwBiKJEs in den rorm van kelkjes, op cen voelstuk bevesligd.
(is.)
22«. ^/hasl. Benedciisl.i ^'cdeclte van een vaasje in de 'gedaanle van ecn i-i, mcl nog eene lioeveelbeid
bruiiiacblig gele, planlaardigc verwslof. (i.«i,)
Er zijn beiialve doze verwslof, nog Tele monslers \i
licl Museum aaiiwezig; iweedcrlel soorlen ran wir, de
calcU, de andere, 230, cen loodu-U, mel eene gomachl
bladlin gewikkeld; vijf Tcrsebillcnde soorlen van CBEt: wilachtig geel, 231,
met de witle verw 229 rermengd;
/um. 232; licht-gele oAer233; donkerdor oker, of g
•nderscbeideiie oud-Aegyptisehe Tcrweu in
13, n. 229 Tau den Calalogus, ntbcarbonas
zclfslnndigheid Tcrmengd, cn in zeer dun
plantanrdige stof
licht geel, oprimenf, gulp/iurelum arsenici, auHpigmenafgcplalten
gele Oker 234; gutte gom 235 , 236;
Uchl-rood 237, roode gcbrande oker mel bet wit n. 229; donker i-ood 238, roode gnhrande oker;
hinw-blaaino 239, groenaelUig blaauiv, 240 , 241, en donker-blaaiiw, 242, alle rerbindingen van
silica met oxijdum cxipH. Al deze verwco zijn in poeder of brokken. Twee stukken, n. 244 op den
Calalogns, van eene zvMrle stof, Sulphutxium plumbi of sicavcllood, licbbeii de gedaanle van cenen
cylinder mei groevcn versierd, cn kunnen gediend hebben als síibiuin voor het verwen der oogloden
en wengbraanwen.
Do licer Apolbckar p. j . iiaas.han, beeft dc vriendclijkbeid gehad deze verwslolTen to onderzockcn;
dc uilkomslen Tan dal onderzoek. cn ran zijne sclicikuiidige onllediiigon beeft b« in de ^l -
kogel, gcdiend
00 r scbrijven gesehikt te
gemeene JCunsi- en Lederbode, 1839, nn. 39 cn 40, bekenil gcm.iakl.
^ 8. SoilRUFKUNST.
Zwart graniet. Croo le klasderstee.t , in den Torm van
liebbcnde om de oppervlakte van den papyrus glad, gclijk
niakcn (as.)
246,248,252—254.200. Haemaliel, Basalt, Obsidiaan, geemailleerde aarde. Klandersteenen in
de gedaante van cenen (260), of van Iwcc t isgers (246 , 248 , 252-254); sornmige züu verguld gcweesl.
N. 248 heefl den Lt, Kol. uomrbrt tc Livorno aangekocbt, de overige behooren tot de verzamciing.
(a« )
266. Obsidiaan. Klaiíderstee» van anderen vorm.
270. Marmer. Wcrkluig dal als KL.ionERSTEE» kan geilicnd b(-bben. Op de bolle bovenzljdc hel
opschrifl van den aan Osiris geivijde{A. i. den overledene), den sc/trijcer van hel tville vertrek,
Soniei. Op de viakkc zijde de vogel Benno, een reigcr melde zonncschijf op hel hoofd, lu.sschen
twee slaaiide rcgcls hieroglyphen: Ik ben Ben, de iiel van de so« (1' regel), door de verklaring(1)
der tíelen in het verblijf der keerlijkheid (2' regeJ).
271. Mbnsl. Ki,vNDERsrEr,y van eencn .anderen Torm.
Plant \CJ' .
278. J/o,it. KokCR voor s chr i j f r iet jes en pe.nsen die waarschìjnlijk voor het bereiden der inklcii
of kleureii dieiiden. Het liicroglypbische opschrifl, welks tcckens mei geel zjjn ingevuld, bevat eene
loewijding aan Thoth den heer van Sjmoen (Hermopolis magna), opdat hij geve eetie gocde ivoning,
rnnd, gevogelle, broodcn, reuku-erken, u-as (cn) alle ixtivere goederen voor. . . . den dienaar
van Jmon, Si-dja-onch. — Lang 4.3palmen . (as.)
279. Biet. Een der vijf scun
, in dell koker, n. 278, gevonden. (an,)
284. Eene der tweo peske.*, i
286, .Varmer. Model van e
287, Talk. Model van cen ;
wwlcrzijde van het hokje voor
den koning der goden, links,
de Hoordelijke laiiden, den koningsschrijver Thoih (an.)
288, JIoHt. SciiRumFELTJE niet Tìjf liokjes t
valten nog eene hoevcelheid roode en zwarlc vcrw {roodeìi oker en koohivart). Tìer rip.tjes of
gedeellen van schrufrieijes zijn nog in bet daarvoor beslomdc bokio aanwezig. (an.)
i dcnzelfdcn koker gevonden. (as.)
n srHRiJFTiFEtTJE, mei twce verw- of iaktbokjes (in,)
CHRiJPTAFELTJE, mcl twcc vcrw- of iiiklhokjes. Dc opschriften ter
dc sclirijfricljes, beTatten, regts, eene loewijding aan Amon-ra,
lan Osiris, den heer van den ,4menti, voor den beheerder van
m; drie dezer hokjes bel
i l Afd, u
i •j ,