II. «57 A, IT. NOHI. I'OUT TAN ecnen STORI of LFOSISGSTORL, zooals omlcr n . 557 E. is AFIFEBECHL, cii
welks T00r|)00lcii cten Torin Jicbbeuvanhclvoorslegcdoellc vaii ecncn leeuw. —//OO^'5I,3/)«/;/IE». (.IS )
EcuB aaJare, in vorm galiccl cn al overeinkomomlo pool van eencn diorgeiykon slool, gemerkt II. 650 (ak.), is sloclils
3.8 paiiiwi hoog.
558. Ittel. BEZBM, welks bovengreileelle gevlochlcu, en niel ui t planlcnTczcls of biczcii (ICDRAIIIDE
banden om den stecl Taslßcboudcn is. Vaji dicii houlen slccl is slecliU liet UOG in d e n bczcn» sickende
onderstc uiluiiide ovcrgeble?cu. — Lang 5.9 pahnen. (AÄ.)
In «n gitif bij Thofje gcvondcn.
SCO. Hout. Doos niot oponsl.iand d c k s c l , en door cene dwarsclic sclieiiliii{R i " twce holfleii, eeiic
der heiricn wederom in dric kleinere, geUjko liokjes ARßCDECLD. —ÄREERFI.IS,/IOO^0.95/»«//«EN. (AX.)
562. Brons. Vierkant KISTJE of DOOSJB, welks fiei- zijdcii niet doorzifflig: bowerkle lißiireii TOI--
sierd zijn. Op de Toorzjjdc, n. 562 b., hei naainscbild inet den Tooniiuim VMI HC-seser-NIC-soolpc
«-rc(TanRbauisesll,Mciainoe n u i t hol XIX'sUtnihuis). Bondoin hot naainscbild de ionneschijj'
(boTcn), twee iegelrüigen (ter REGIER eu ler linker zijdc), en <le gouden halskraag. REGU cn ü u k s
o p dezclfde yoorzijde eeii gevleugelde m-aeus, mel de zonnescliijf o p liel hoofJ, cn Tau bei lecken
Tiin gebied, iieevschcii, zieh oprigteude. Op <lc drie CTCRIGE zijdeu van bot kislje zicn wi j ticn knio-
Icude «wMHeKbeelden inet offertafelljes, waarop twec iwen en Uvce papijrusstengeh geplaals z j j « .—
Brecd 10.7 en Ü.2, hoog 5,5 J\'cderlL duimen.
Plant fiXXJ'I.
563. JIoiU. CylinderTOnnigc ßoos of KISTJE, uit twce liahe cylinders zaamgcsteld die op clkandcj
sclniiTCu (503 c.) en clk afzonderiyk genonien, ceii in dric gdüke ardceliiijrcn verdceld doosjc
daar^lcllcn, ler>vijl de niiddelsle afdeeling van ccii dczer doosjes wederom in twee andere liokjes
¡jcschciden is (zie n. 563 i.). De bnitenoiiUrck is OTCrdekt nict in Tcrbercn werk «it-fcsneden ver-
¡.iersels, de insnijdingen zijn inet eeue ^roene slol' anngcTnld of iiiyclcgd geweest. De Tcrsieriiigcii
züu op beide belfteu gelijk, bclialve dat op bei inid<lenvak van de eene cen sl!e>- mel eenen hond is
iiiloesneden (zie üC3 rf.), op de andei-e ccne anlilope en ecn hond.
Indien de inhoud ran deze doosjes nict u i t eene zeer klererigo of wasebachtige st o f beslaan bcef l ,
inoelen de bokjes m e l c c n i g IraJiewerk bedekt of op cenige andere wijze goslolen gewcesl z i jn, oni
LE icrbinderen, d a l lietgeen in de bovenliclfl o f bet deksel zieh bevond, iiiol in d e liokjos van de
bwiedenbclft viel. Met zulk cene s l u i l i u g roorzien, kon bct ki » l jc gediond liebbcn, zoowel voor bei
bcwaren van benoodigdheden voor de k a p t a f e l , als voor hei b e r g e n Tan TCrwsloffen TOOP tecken- cn
sehildcrwerk Lung 17.6, doorsn. C Ji'cderU. D. (AS.)
565. Hout. Doos mel opcndraaijend dcksel, in den vorm van e ene gans, en Tcrsierd inct ingogeicgd
werk in ivoor. — Lang tot ua>i hei uUcinde van den bei- 17 üederll. 1). (AB.)
567. Ivoor of bcen. DOOSJF. in den vorm Tan ccne als oITcrgavc toebereidc gmu; hct dekscll.IP
out brockt, (LESCL.)
569. h'alksleen. Doos of BAK in den vorm van cen koninklijk naainscJnlt!, mct cen, in zcer rnwc
Icekens uilgehonwcn, b i c r o g l y p b i s c h opscbrift, bctrckkelijk o p ecnen Pt-ophepl vnu Imoo/p. ()|>
d e Toorzgdc van de doos, (zie 6.)dc uaam ynn I'et-Jmon in Aegyplische volks-(</pmo/(Sc/i<')schrin.—
iAtng 25, brted 15.5, hoog 11.2 J-ederll. D.
570. Mbasl. Doos in d e n vorm van cen naumschlM als v o r e n, maar zeer keurig bcwerkl, cn
van cen los, plat deksel me l k n o p voorzieu. — Lawj 29.5, 13.5, hoog 8.4 SederU. J). ( IN. )
viuat r x x r a .
D, van rood cn bruinacbtig stroo of bics gcvloditen. — To Livorno <loor
iiDgekoobl.
> in den vorm van c encn platlcn s c h o t e l , van riel en bics gcvlocblcn. (IS.)
de voorgaande, docli door/iglig gevlocblen. (L'KSCL.)
:lcn v on» van ecn kojije. {M. )
571. Slroo. Hönde .MA
den Luit. Kol. HIMOERT I
572. ßips. Groote MAS
573. ßirs. MAM)JE als
57I- Hies. 'MI>ÜJE in
Plaut .
II. 575. Slroo of bies. IVIA.XDJE in den vorm cener tascb of reticule, (AN.)
576. Bits en riet. Mand mel dckscl, in den vorm van een vjjgcniiiandjc, cn gediond hcbbcndc
tot beiging van, of althans gevonden inel eeue daarln liggende hoevcelhcid draden of garen van
vcrscbillende gcbalten on klenren; zio I. 133. (KV.)
579. Biet en bies. Rond MASDJB inct deksel, on gevonden met Iwcc er in bewanrde vrucbten van
den J)oem (H. 31, 32) en twee slnkken brood (H. 38.)
581. liiet cn bies. Langwerpig MI>I)JB mct deksel, gcvondcn mct eenigo er in bewaarde dnii-
Tcn, benevens stukken balscm of iiars, (I'ESCL.)
DDIO maniljcs, mol uilzondering van IIN. 571, 573, 570 cn S81, z'ijn in een graf BY Thcbo gevonden.
Plaat JCXXMX.
5S3. //out. LSI'EL mct langen steel, in eenen vogclbek uilloopendc. (.IN.)
584. //out. LI:I'ET. in den vorm ccncr schefp (a-), cn niet eencn steel in den vorm van eenen menschenarm
(I), l lel boveiidccl vaii den »tecl ontbreekt. (AN.)
585. Olij/groene tcdkstcen. LF.PEC of SAPJE, mel zeer körten steel, waarop een naainscbild (585Ö.)
ingesncden, in nageniaakle cn geeneu zin oplevercndo, zoogcnaamde bieroglypben; iioogslwaarschljiilük
IlomeinscU werk, (AT.)
586. Geemaillecrtle aarde, met iiigelegdc vcrsicringcn. LEPEL In den vorm van eciicn osscnpoot.
Door bet nog overgebleven gcdcclle van den stecl, is eene opening geboord lot in den Icpcl.
587. //out. LEPEL in den vorm van een naamschitd, biuuen in met het bocld van ecnen visch,
die drie ;»(T/?i/ms-bloemcn in den mond boudl, in nitlsomend werk, voorzicn. Aan de beide benedenboeken,
Uisseben bei dwarsclibalkje en den rand van bet naumschild, is een kiJn-orsoh uilgesnedcii.
He doorzigtig bewerkte steel ran den Icpel bestaat uit een rj-ofiiceji-beeld, tnsscben twee bloenieii
en twee kiioppcn van de papyrtis'^Aafil staande; iwee andere /;o^y»-Hsbloemcn rljzen achter de scliouders
van bet beeldje omboog, cn dienen, mct twce lullen, die de vroiiw op de lianden bondt, oni
de twce iinnebeeMlge oofjen te drageu, die ter wederäjde viui cene derdc liiit geplaatst, tlcn lepel
aan den steel Terccnigeii, (A.\.)
588. //out. LEPEL of S.VPJE in den Torm van ecu naamschUd. De versiersels romloin den rand
en op bet baudvat.sel, zijn met blaanwc kleurstof ingevuld geweest. ( is. )
589. //oul. LEPEL welks slecl door cen naakt, voorover uilgestrekt liggend vrouwenbeeldje, met
eenen gordcl om de benpen, eenen kraag op de borst en gevlocblen bnarlokkcn, gcvonnd wordt.
De lepcl in den vorm van ecn naamsehild bcwcrkt, iieeft op de binncnzijdc een ingesncden versicrsei,
uit twee visschcn, Iwee bioemcn en twec knoppen van de paptjrus^lnal, cn dric lakken zamengestcld.
Zie 589 b. (AV)
.Wl, ,->92. Uzer. Twce SLECIELS, de ecn, 591, met ccncn baard van vier, de andere, 592, van
drie slaafjes. (AÄ.)
I. GKltEEnSCIlAP ES -OORTHKENGSELS ^
Plaat LXXX.
S- AJFFIACHTEN-.
I. //out. lloCWEEr., u
ploegij/.cr, en dienende c
wordt in plaats van uie
clkaiider gcvloclilen t
twee stiikken zamengc.steld, lict eene platacbtig, in den vorm van ccn
1 de aarde omlcwoelen, is in bot andere als in ccncn stecl bevestigd, cn
een dwarshont, zoo als aao andere soortgclijkc wcrktuigcn, mel een in
V op zijne plaats gebonden. Holzelfde of dlergelijk wcrktnig scbijnt ook
gedlend le bebben voor bei bereiden en kneden van klei voor bakslccncn, zooals bljjkt uil ccne
voorstclliiig door ROSELLIM naar een graf te Tbebc in zijne Montimenti dclV Egillo e della JS-uhia;
Mounmenli ciui/i, PI. XLIX. fig. 1. afgebeeld eu uitgegcvcn. (AN.)
I I ARN. ,4
l l i i ,