
Piaat XCn.
J. 299. SciiRUFTirELTJE met Iwee TcrwlioJijes. Aan de boTen/.ijJc het naamscliilil jiiel den t
eil de tilels: Jfct goddelijke leven Ä e -Mo / r e -wi c A e p e r . . . . « - r é , die door de zoniicschijj' bemind
tvoixll., Tiui Pharao Anionophi s I l en- b a ch-n (Bacb- i i - i tci i ) , den 20011 ran Amcnopl i i s I I I ,
iiil Jiet XVI l l « slainlinis, De biercglypliisclie opscliriftcn rondoni hcl bokje Toor de rieljes, dat liier
met ecnc scliuif is Toorzion, lederen: regts, eene toeivijdhig aan Thoth, den heer der goddelijke
woordcH (of de joddelijke tnal), opdai hij geve de sckrißen (de keniiis vaii het sclirifl); on links,
/oewijditig- aan Piilah, den heer der geregligheid, opcial hij een geiond eii sler/c leven schenke
aan den sckrijver van hei allaar {of vau den tenipel?) . .. De leekens Tau den uaaui des schrijvers
zijn we ^ s l o k eu . Met hol lafeltje z'Jn twee sclirijlnetjcs ¡fevonden. ( is. )
302. HOHI. SCHRIJFTAFELTJE mei twee Terwliokjes, in een M-aarvan no;; eeiic boeveelhcid van hei
roode verwpoeder (rooden oker), en Tier SCIIRIJFRIETJES , in liei niel eeue schuif sliiitende penneubokje.
De teekcns aan het boveii- en beuedense<leeltc Tan liei schrijflafellje schönen alleen proeveu
van hiöratlscb scbrift le beTatlen; op den achlerkant, 6, zien wi j : eersl Iwec slaaude regels in loopenil
biörallscb schrift, eiikel plaatsnamen en lilels bevaltende; TcrTolgens lien regels hicratisch
Schrift, die evenecns aUecu titels of sc! tri ftp roe Ten schijnen le bcTallen. (AK.)
303 Ntnil. SciiRUrTAFELTJE met twee inkthokjcs, waarTan liei eene no{; cene boeveelbeid roode
Torw {rooden oker) bevat. Oji beide zijdeii ran het schrijflafellie ziju verscliillende lekslen in demotisch
met hieratische lediens Termengd scbrifl, mei z>Tarle inkt gcschrcven. (iH.)
313. Brons. Kleine I.NKTKOKF.R, met gebroken rand. (ci . )
Criekscb werk.
ZEOEI.8 ES STEMPELS.
Plaat XCfMI.
314, 315. Geemailleerde aarde. ZECELS met het beeld Tan L'hré mei SPEFitwíhoofd; het boTcn-
!;cdcelle laii 3J4 is met drie slenjels Tan cene plant Tcrsierd.
319—321. Jguffl. Drie zegels Tan half bol ronden Torni; 319 op de pialle zijde niel de beeiden
Tan twee loopende kerlen en drie zaamgebonden koren/ia/men-, 320 mei de beeiden Tan eenen leeutv
cn slier die vechleQ ; 321 niel het hoofd viin cen iici-¿ van Torcn gezicn.
323. Cmiialijn. ZECEL met het beeld eener hinde (?), die den kop achlerwaarts wendt.
324. Geemailleerde aarde. ZECEL lacl de leekens Tan den Tooniaam R é - n i e n - c h e p c r , vau
Pharao Tho e lhme . s I I I uit het X V I I P stainluiis.
330. Geetnaillcei-dc aa^tle. ZECEL met eenen riii,?. De Iwee naamsclillden, mei ionneschijven en
paimlakken Tersierd, bcTatlen den Toornaani en den uaani Tan Pharao Hé - n a - c h e p c r - s o o l p - n -
,imon. H c - amo n -me i - O s o r k o n , uit liet W I I » of XXI I I « slaniliiiis.
331. Ge'émaiUeeì-de aarde, 333 Talk. Twee ZECBis van lauipvcrpig Tierkanten TOrm; 331 iiicl
den tpei-wcr van J/orus.
310. Gecn.aillenxie auix/e. ZEVEL met het beeld van eenen zieh oprijteuden nraeus, in hcl leeken
Tan offei-ande.
338. Jialksleeii. Crool , plat, rond ZECEL, Tan zecr niw werk: op de eene zijde in hei niidden
het Jcgyplisehe ki-uis mei /landvaí, welligl hier körnende Toor Iiet Christeüjke inonograin ; i-oiidoin
cen opschrifl in 12 of 13 Criekschc of Koplischc(P) karakicrs, dio «een vcrslaaiibaren zin leverai.
()|) de andere zijde licl beeld. naar het schijnl Tan eenen arend. (an )
330. JLWTL. Croot , rond ZVI.EL als hol TOorgaande, op de eene zijde een crreHti van TOren gezien,
met iiilge.sprcidc vleiigels; op de andere een sier met zes punten.
341. fìrcnis. ZEGEL of STEMPEL, niel cenen ring als biindvat. Op de Tlakke zijde in verheven
lellcrs Lei Gricksche opsclirift: EIC ©EOG cn lict monognitii van Chrislii.s: ecH God, Christus.
AVaar'cliünlijk hecft Jiel zcgel gcdiend oni de gewijde brooden te Stempel cu, en is het monograni
iHNNchen het cerstc en de Iwccdc Icttcr van het woord ©EOG als licl wiire eouigzins verborgen, onidal
inen het i.oodig of wenschclijk achtle, dat l.et loersl.tk niel opcnlljk verkondigd, of alleen aan de
iiigewiiden nioaegedceld werd. Met betrekkin- tot het opsobrifl kan een gegraveerde ¡.Icen
zwarl ja<.p;s in lict Kou. Museum le Berlijti verßcleken worden, waarop bei beeld eener vrouw,
hure armen in biddendc houding uilslrekkende, op de voorzijdc, eu dewoordc.i EIL 0EOC. . . . (hei
overige iidiijnt te onlbreken) op de koerzij.fc. Zie Toi.CKT;.v Ferieichn. d. Ii. J'rouss. Gemnn-»-
Saniiid. 11. 127.
312. n,-ons. Groot, rond zegel met langeu steol, en een Grieksch op.schria in vijf i-egels. Tau
welke do laalste onlbi-eekt, doorziglig gewerkt, evcn als het Aegyptische k„,md in het miilden vau
lictiegel: AIOC KAliCtOT AQHNjjAC Anni l iANOT Iii [ClicoPOT], (zegel) vau ^ppiunus 1 üdoru^ {of
den-Mon van IHdorus, voor hei merken der olFerauden) van Jupiter Casiiu (cn) van Jflinervu.
Do leinpd van Jupiter Casius, in welken volgeus dil opsehdft ook een altaar aaii Minerva was
ifewijd, lag bü den berg Casius, uaar welken hij ziji.en imiiiu droeg, b!j de grenzen tuschen Aegyplc
en Asie, aau gene zijde van den Pelusisciien >-ijl-arm. De plaats was beroemd om hol g rar van
Pompejus den Groote, die bij denzelfden berg ouigebragt en bogravcn was. Zie STKARO, \VI 2
blz. S71, Tauch,,, en XVII. 1. blz. 431; rLiNius, Hhl. V. M.
^ 9. HANDSCillttiTEN OP l'Al'muS.
n leefregeLs.
«erige
Piateti XCrill—CiXXXMV.
I. 343—37!. Papyrus. IIICRITISCUE tck^ilen, met tooTcrformnlieren, vcrzamel
lolzangen, briefwi.sselingen, Tcrslagcn, slalen vau afrekeniiig, proeven van sclioonsehrift, c
AI deze papyrussen, belialvc 315, die in 182l> te Livorno mei do Tcrzameliiig van Mtitu
CIMDI is aatigekochl, behooren tot de verzameliug van D'AMSTASV. De papvrussen 3-13, 311,
316-310, 351, 352, 31Ì0-362 en 3D5-3ÖS, zijn le Memphis gevonden; 300 cu 370 le Thebe. D^
naamlijslcn van het Musonin leveren gceue i.ilichting omirent de vindiag^^plaalsen van de o
handscbriflcn: 345, 350, 353-353, 363, 364 en 371.
Deze handschriften, sederi 1S53 in de 14 en lG-20 alleTeringen van de AEGYPTISCIIP. MoNO.Mrsie.x
acbterTolgens in het licht gegcTCn, waren lol dusver alleen van eenen roorloopigen tekst Tergezeld,
die slcclits nioest dienen, loldal al de hand^chriflcn T,in deze reets op steen g<'bragt "en
afgedrnkt zoudcn zljn, cu dan iu Jiuntie Tolgorde geschikt konden worden. Die volgorde Unl g c dnrende
eenigen tijd Tcriiroken, om aaii den wenscli van Tele geleerden lo Toldoen, die, Tooral
voor de beoelV-niiig van het demoli.soh, eene besj.oe.ligdc uitgaaf ran eenen nog niet bokcnd
geniaaklen deinoliscben papyriis met Grickschc ovcr.-iclirijviiigen, I. 384, Tan dringend belang
rekenden: ook nadat de andere der twee tot die kla.sse behoorende oorkonden, reeds iu 1839
in de eerste ane^e^iDg van <lil wci-k, versehenen was. Mid.lelerwijl lieeft een Frankel, gelcorde,
de beer F. C/unis te Chalon-sur-Saòne. bekend door zijne uil,lekendo werken voor dit
gedeelte der Aegypiischc oudheidkunde, zieh, op ons Torzoek, wel willen wijden aan een
nicer opzeltelljk ondcrzoek der in onze bicratische papyriissen vcrvatte Icksten. I l i j had de
goedheid, ons de vnichten van zijne nasporingen mede te deelen, in de opmerkingen die wij
lhan.s liierachler ondcr zijiicn naam in bei licht gevcn, en hij beeft zieh daarbij eene uieuwü
aaiispraak op de achling cn den dank Tcrworreii van allen wie de weleiisciiap lief is, en die
de pogingcn lol liet verklären van de ondo Aegvptische oorkonden met bei ang.s teil ende aandachl
en gespaunen Terwachling, Tooral iu de laalste jaren hebben nagegaan. Wi j getnigen liier
openlljk en gaarne, hoeveel wlj hem verpligt zijn voor de gewigligo bijdrage, waarmcde bij het
door ons uitgegeveu werk wel heefl willen verrijken.
In eeu af/.onclerlijk werkjc, onlangs onder den tilel vau Mda»go:< Ägyplolosir/nes >) ver-
') Méliujrt E.jnfliiaiqwi ni'prnait mt iisurMim w diffrrnii i«jtU. Cliilon-jj»SiSne, et I'om I8C2, 8».
i i ! s i Í ü : i H i s (i í firfTTTn 1 >