stmirdcì', opdai h i j g e v c . . . . t/aí ( H e ' i ) de gewijde brooden en hel vaed^el mogo nemeu vóòr ' ) ,
o f i <!e ta filván de eetttvige hcerschers, voor den op^iener e u z ? , , l i e i . D e o p s c h r i f l c n z y n z c c r
bclnn/írijli, «lewijl 2tj, ofschoon zelvo onToUeiHg;, ilieiien kunucii, om hel jcwoiio lijkforumlior, beg
i i i n c i i d c n i c t d e w o o n l c n : alie soorl van voedsel e n z T . , a a n t e U J/oo^ 5 . C P . ( l ^ . )
D . C 9 . Geemaiüeerde aa>-dc. B e e l i i j o T a n c e n e n ovei- den boog ( d o boogschiUters ?) S o e -
n i r o , ffcliccten, d e kaleusiris { f c k i o c d (
l i b a s i . l í e e l d j o T a n c e n e n over de rxiìtdeì-et% van P h t a h , S a e ' i a g e l i e c t c u ; ffcklecd
ais n. 04, ma a r ¡n clkc liaiid een homveel hondende. Ilct opsclirift (dal dcr lijkbetildjoí)
b e j i n t Tóór, 71 o , en loopl door in vijf staande rcgels rondoni liet OTCrlge rau hel gcwaad, 7J b. —
Hoog P . )
P l a a t X V t t .
A'alksleen. Kiiielond bccld van ecncn koninklijken beamble, over de
voeding (?) van den Icemv in den íempel van Phtah, R o c a (of H e c h o r P ) {¡renaaind, {jekleed ¡n
de kalasirtí, en oen tempeJlje Toor zijne knieün hondende, waarin aan de Toorzijde liet beeid Tan
P h t a l i in TcrhcTcn wc r k ¡s jiilfrcLouwcn. De opscLriflen op deze zelfde zlide Tan liet tonipellje,
b o T a l l e n , r e j f l s e c u tcijdhig aa>i P h t a h , den heer der e U e m a a f , ( d . i . der geregtìghcidì),
T o io e n e n den iceldoencr die i n de groole wonlng ( d . i . den g r o o / e « Iempel) zijnen neiel
h e e f l , opdaf h i j verlcene, ivate}', reukwerken, den averlogt {!) p l e n g o f f e r s , e n z v . voor den konínkl
i j k e n . . . . van den heer der u-erelden, R e é a ; l i n k s c e n o w j d i n g aan P h t a h , den heer der
efleinaat (geì-egUgheidl), S o k a r - O s i r i s , den heer van S j t e i , . . . . voor den opzig/er over de
voeding-ciMY. B o T e n o p h e l t e m p e l t j e h e l o p s c L r i f t , ^ T a n d e n opzigíer over de voedituj voor
den íempel t n « Phtah, fíeea. Op hct Toctsluk Tan liet bcold Tan den g o d , zie <?, zijn n a am,
tnsschen t\YCC aanbiddeiide phoeui-xen. De Itnkcrzijdc Tan hct tempellje is Tcrsierd niel de afbceld
i n g Tan den zoogenaamden nijlmeter, wa a r o p Iwee sperivers met »leiMc/íeíthoofden en sonneschijven,
de zinnebeelden de goddelíjke ziel. Op de schouders van het beeId de bicroglyphischc
g r o c p : u-oning of lempel van Phtah. De opschriflcn rondoni liet ToeUtuk hondo« in: reglcrzijdo
c o n o u-ijdiiig aan P h t a h , die in S j t e i ' . s e t e U , opdai h i j allerlei voodsel verleene op de o j f e r t a f e l
van den heer der ellemaa/ (geregíighcidl] voor den c n z v . fíeea; l i n k e r z i j d e , c e n e tcijding aan
O n i r i . i , Fenth-hem-panienli, opdai h i j hct leven scheuke gediii-ende de verhuiiing ( n i t b e t l e v e n )
en in hct graf. De twec staande re.'jels liicro.iflyplicn oji den pllaar, te.^en den r n j van het bccld,
zie d, bcTatIcn, de eerste cene aato-oeping van Osiris, de andere cene aanroeping van Jnubis
TOor den ovej'ledenc, Re'éa. Onder n. 7\g is liet bcgiü dczer twee rcg-cis in oorspronkelijkc grò olle
af^cbecld. Ilei we r k van liei bceid is Toortrcffelijk. — fíoog 8.5 P. (vs.)
7ó. Ilout. Beeid Tan cenen u i . i , Choiistnes, g«klced in de kalasirís, en in elke Íiand een houtveel
l i o n d e n d e .
Door « n e ver|issing van den leekenaar werd hel beeidje n. 7 3 , »erwiiselJ mol n. 8 8 r a n P b a l XIX. 11« beliooM lol
de beclden uaarop g « i i 6 ambubedieningen reraield : i j n , en is in den Calalogi» van liei Sliiseum mei 8 8 gemorkl^
liet anilere Tin Plaal XIX. had liicr op Plaat X V l l , onder a. 7 5 beliooren argclcekend lo worden, en is ook oiiiier dii
laalsle nommcr ia den Catalogus beschrcven.
78. Kalkstcen. Kederhurkeiid j)4»EX-beeldje, in den korten rok gekleed, inet de ari
lings O T C r elkander op do knieen ruslende. To o r op hel llecd twee ingegroerde heeldeii v
un kruisn
O s i r i s
Fenf-hem-patneìHi. Voor op bct Toctsiuk een Iiierogljphiscli opsclirifl, d a l op de ri e j t e r zijde
Toorlloopl, niel voltooìd is en waarin de volgorde der leekens op mcer dan céne plaais is
sloord, beTatlende cene wijdinn- aan O s i r i s Fent-hein-pamenli, den grooten god, den heer vati
( J b t j d o s ) , opdat h i j eene woning verleene e n z v . voor, d e n n a a m T a n d e n m a n I s o v e r g e s l a g - c n .
Op de linke^¿ljde, n a a r het -schijnl de naain ecner Bovoli iicl hicroglyphisclic opsclirin op
de voorzijde Tan hel voelstnk, een regcl dcmotisch schrifl, mei zwarle inkt geschreven. Uri
bceldje slaal mei zijn Toetstiik los op ccii twccde voelstnk, d a l aan de voorzijde vier Ireden
Do ¿a Kbijot COI weinii; vcntaid, «n u j rnbetccd kiuiDcn «enlcn: oj> Ji tafil vSir al [de gain).
Toorzien is. Ilei aang^igrl is verguld, de overige Jigrcliaamsdeelen zìjn rood beschilderd geweest;
o p den rok zijn oTerblijfsels Tan eene blaauwe kleiir ziglbaar; de afbeeldingen van Osiris zijn Tergiild
gewecsl. Ilei werk is redelijk gocd, niaar de opsohririen zouden tot de laaLste eeuwcn TÓór
onze j a a r t e l l i n j knnnen belio oren, — Iloog met voetsluk 2.9 P. ( )
P l a a t X t ' M t t .
D. 76. Gcbakken aarde. Grocp Tan twee beelden, tegen cene Ticrkanle stele leiinende. llet opschritt
TOor op hct klccd van den Biis is onleesbaar; dal tiisscLen de beeldcu b C T a l den naam van
de Trouw, de dame Ocae'i. De opschriflcn rondoni hel Toetstuk hoiiden i n , le beginnen midden
op de Toorzijde, naar de regterzijde, eene tvijding aan Jtnonra ') en aan .Voeth, Toor den
ma n , Ifaohl(1)amon oí Re(ì)amon, zie c, b, a; de andere helft Tan liei opscbrift d a l op de
l i n k e r z y d c T o o r l l o o p t , z i e b , c , rf, c e n e wijding aan P h t a h , den heer der viachlers (?), aan
J l a t h o r e n aan O s i r i s . . . . den beheerscher van den f i n e n t i , voor de dame O i ' a e t . O p d e
lìnkerzijdo van de stelo, 76 c, de afbeeldino; mei den naam hunucr dochter. Op de acMcraijdo van
de slele 76 b, ccn hicroglyphiscii opschrift In d d e kolomnien, van welke de tweedc, door cene
Tergissing, mei dezelfdc di'Ie leekens als do ecrsle begint, en waarvan de zin ook door andere Touten
Tan den wci'kman duisler is geworden. Het oiischrift bevat een u-ijding aan Phtah (den
b e w a k e r ) van de zttidelijke p - e n : , e n , . . . . aan I s i s de grooie godin, aan P a c h t { d e g e l i e f d c ) van
P h t a h aan J / o e < / t , de grooie godin die haren ieteì h e e f l ( h c t r o o r u a a m w o o r d i n l i e i c n -
kelvoud Toor hel meerroud gebrulkt Toor hunnen zetel hebben) in den lempel van Phtah-...,
opdat s i j goederen, p l e t i g o f f e r s , u-ijn, m e l k , d r a n k e n , gevogelio verleenen t ' o o r de van
Amon, de dame (O) e a e i . liei opschrift is ingejfrocfd of Iiigedrukt TÓór hel bakken, boTen over
een a n d e r , onTollooid o p s e h r i a , welks teekens met eene wilte slof opgevuld zijn, en inhicldcn de
w o o r d e n : voor don grooten p l e n g o f f e r p r i e s l e r van P h t a h , 1« k o l o m , d e « heer van den
sohrijver S e n . . . . — Uoog 4 . C , het voetsitik breed 2 . 5 e n 2 . 1 P . ( i n . )
P ì a a l X I X .
84. Bniinachtige lalksleen. Beeld Tan eencn Miif, Jleeaei, in de Aa^awri« geklced, mei de
armen over de borst gckriust, cn in zijne uil hel kleed uiistekende handen de teekens Tan lijkivindsels
en duurMiamheid hondende. Si a. Het opschrift voor op het kleed lioiidt den naam in Tati
! 5 c c a e i ; Let .andere in Tier Uggendo regels, rondom liet benedegcdeelle Tan Let kleed, het gcwone
opschrift dcr iijkbecldjes den overledcnc, en de bede die deze laaUte Toorondersleld wordl
zeir uil te sprekcii; 84 b (i.t).
88. I f o u t . Beelilje Tan eenen KoMSSLiJKE.f cn (.") {jekleed als n. 84, ma a r met
de armen tot boven de ellebogcn onbedekt, en in de handen, bebalve de boTengenoemde teekens,
uog de hoHiveelen en andero gereedscLappen Tan den akkerbouw hondende, zie 88 n en 88 6. Ilei
opschrift rondoni hel kleed, 88 è , bevat helzelfde forraulier, als d a l van 84, ma a r meer volledig
Hit beel>^s draagl in hel Musetin bct merk 75, on hod op Plaai XVII in de ploals van bei onder datzoirde nommcr
gfgeven bceldjo nioelun afgebecld worden, lerwijl hol laoUlgcnoomds, als zUnde n. 88, liicr op Plaat XIX lo liuis
93. Grij%e graniet. Beeld van cenen > , (eenen ) op cenen troon gczeten, met
cene panter- of leeuwenhuid beklced. Op de TOorzIjde der schouders een k o r t hieroglyphisch oi>-
schrift, met zünen tilel en naani. — lloog 6.5 P. (
95. Kulksteen, líniclciulc , ¡n zijne armen op de knieen een offertafellje bondendo. We r k
cu slijl zijn iiilersl slccht; het lioofd en bet bovengcdcclte vau de borst zljn alleen afgewcrkt. —
JÍOOg P .
pluts Tsn de toHMKiüf >D l'ct iT^ecdc gedcelte dezen n
nm