; l ,1
i
i .
S :
3®. VBRZAMELING TAX GRONDBECELS )
O.T DER WERPES.
I. 344, Toorzljde,
4». LORAIÄGBX I I S DES <50D TAN LEGTP
I. 344, kcerzijde; 350.
5«. BniEFWISSELISCES Efl IJIBTSVKRSLA
!, 34S, blz. ! cn bizz. VI—X.
3C0—357. Di'ze acht papynis!,
toen zij gcToudcn M-erdüii.
6". REKESIXGES.
\. 350 , 351, 352.
7". PROETES TAS ACUOOSSCHRIFT.
1. 34S, blzz. IV CD V.
8». BEZWERIAGSSCURIFR NOOR BEÄE.N M
I. 371.
TERSCIIILIESDE
E EIGESSCIIIPFES Á
. zgn biücTon, die nog loeg-crold cn vorzcgcld •
E OVERLEOF.SE VBOUW
B E O O P T E TOE l ICnTISGES BIJ DE PAPYRIISSE!> >).
Plateu XCniM—CMr.
]. 343. ZcTcn bladzijdcn of kolommen op du vooiv.'óde (PLaten \ CVIII—CI), cu zcs op de
keerz'Jde (PI. CU—CIV). Bi-ced sciirift, maar iiict altijd tan ceno vasto bund g-cluiífwide; Tormén
TUO hct tijdperk der Bamessideii, yan liei W i l l " of X I V slainhuis.
Deze papyrus beTat cene TcrzaineliDtj van tooTerforinuliercn, die in hot AejyptìscU Sen t i ,
looveriuiddel., bfucering hecleii. Aan liet ciudo vau clk formulier wordt niet roode Icttcrs het
moer bijzomler ffebrulk, wiiarloe bel bestemd was vermeld; bijr. blz. I rejjel 2 (PI, XCVl l I),
IV. 8 (PI. XCIX); VI. 1 (PI. C.)
Ilei docl (lezer formulieren is oni zekere ziekten le bczwercn en le Tcrdryyen, die ìu den
teksl A ^ u cn Sa r nauna g-enoomd worden. Beide namen worden dikwerf in aelijkluideudc
zinneil mot clkandcr verwisseld, en men ziel uit ecueu anderen leksl dal de a ^ u in de
ingcwnadeu kan schnileo.
Zooab ik lieb aangotoond iu den Papyrus magique Harris, welks lekst cn verlalinfi door
niij is uitiregeven 2), bCTalien de looverbezwci'iiijcn waarvan men zieh in Acgyple bcdieiide,
in den rejjel:
1°. de Termelditi» van eenc mylliolo;;iscbe ß-ebeurteuis, en mceslal van eenig feil, op den
strijd tu!,schen Os i r i s en Sel belrekkclijk;
2». de TcrccnzelTingr van den bezweerder mct eonen goddeüjkcn persoon, wiens mani by zieh
door middel der bezwerins: loeeigeut;
3». eindelijk eenbcvcl, dikwerf onder bedreigliiffcn, aaa den persoon of de zaakdie bczworen wordl.
De papyrussen van hei Museum te Leiden beve-sUffeii dezc verdcelin,'; volliomen.
Van de 1' bladzijdo vau Lei HS. iLans onder bebandcling, zijn slccbls cnkeie re.fcls, en
daarvan allecn brokswijze, overjebleten ; de mei rood ^cscbrevcn letlers op rcs-cl 2 bcwijzen
I) Bij de ovsr»clirij»ing van de AcgjP'i«''« »oonl«, Ù ID dei» Ncdcrluidichra tckit Lct .Ul«el vau Lepsjii» gcvolgd, de kliiilier «
*ordt ili M uiljetprolien; de Koptijcbe (| met f uilgedrukl, de ."J met de X, cveo «1» de T tu A, onioraebillig mct I; de K cn
de <T oct de i. (doch ÌD kopli«!ie »oortlta de x mct .j. en de o- mct *•); de •> ract de Grickichc «, cn de? raet i. (C. L.)
') Li PüfS"" "V'i'" lliHíls. traJkCtioK ojulftlqut et aMmnta im tawcrift (¡íptin. eonfrenai U Itit» htéraliq<u, M laiUa*
fhiKHiqt ft n ¡iotutre. 1 »oL 4«. «r, plinchcj. Cliilon-iur.biCne. UTÜ rergclijke oolt Oict dcic bedrtisini!"'''"'™"^"«'' Ijij TOO'Cf
beibringen, Ksuri-vs UlUet i il. UUonM I. 18—17; eti den AfjgpluckeK ¡tewí.ici«. W J " ' "'i "riehdu nttKkrijti^otn,
uilgegevcn in de !• «IUT. der AtomiJCUB KOM'JISMEÜ, Iclit, bla. J—16. (C. L.)
07
dal de papyrus niel in zijn ^clicol i.s. Sei , iiangcdnid door bet gewone Typlioni.scljc dier, dal ook
Su l e^ , den door de Hamessiden aan.fnnenien god der ;^ii ta's verlcgcnwoordrgt, wordl op regel
10 crenocnid; maar Lei is ecrst op regcl 7, bladz. II, dal men ieU mcer bcpaalds cn zekers
outmoet. S amauna wordl daar in dcze bcwoordingeii uniigesproiien; Ga täi o Sama una
sa Hit schecUoogige^)! of gij zuU op den s/cen verplcllcnl icovden, of g!j dt op den stecn
fcrnie/!¿'d tcordeii.
Met bladz. III (Pi. ACIX) beginl ccii nicuwo Sen t i ; i.ct schrift l.ccft veel ;;e]eden, maar
men viudt er A^u cn Samauna weder. Ilet laalste gedeelle van deze paragraaf kouil nog
eens, op papyrus I. 345, keerzijde G, i-eg. 4 (PI. C \ XXY) in gelijkluidende bewoordiugeu voor
Met hulp ^an ilie Iierlialing erlangen wij een eenigszius mcer volkomeu deukbeeid van den lekst.
Ik lees er Lct volgendo (blz. III, op het ei.ide en vervolgcns): ZiJ sulle,i hei bloed der zou
hl i>el slof doen vallen zij znUeu op de neusgalen van den Axit sluan; sy udlen op
zijnc borst slaan. Ga tili o Samauna, volg den vleugel dien ik in de hand houd! val
in het slof niord aarde! Ik ben Sel; ik daal mi den hemel om i<tven nek onder mijne
voelen io verlredcn. Iliorop volgi ec« zin in roode letters, met de aanduidi.ig van d,;
ombtandigheden waarbij die woordcn jiiocteu nitgesproken worden.
Een derdeàeu t ! beginl op rogel <J vau bh. !V, (gelijkluidende tekst, Pap. I. 345 keerz-,
PI. CXXXV, 0 regel 6), De bezweerder beroepl zieh hier op de gcwcldige magi van Set (of
vau Su t c^) en vau Bat i l; en hcl doel is ook hier, om door toovermiddelen A ^ n en S ama u n a
uit te drijven. De lekst bevat zulke zondcrllnge cn gebeel nicuwe mythologische uitdrukkingen,
dat ik ecu gedeello meen le moeten vcrlaleii.
De zirkle die bezworcn mocl worden, wordl, verpersoonlijkt onder de namen die ik bo^en
recds dccd kennen, tuet dcze woordcn bedreigd: blz. IV r. 11, Ja, hij sal de kracke van
sijn Iweesnijdend swaard legen u beproeven; ja gij zuU den smaak der d)-anken. proevon,
die hij in de banden heeft...„ja, bl. V (PI. C) Baal zal u sU.an met den ceder dien
hij in de kand fteefl; en Inj sal hei nogmaah doen mei de cederbalken die kij in de
harnt heefl. Gij zijl gelijk aan hen die in den slaal van Samauna"} verkeeren. De
goden stillen legen u handelen, zoonls god mei het tealer handelt; viel de talrijke valen
slagaderen) van Sei; met de overvloedige valen van A'um en van Phra;
Jp-heru die als ¡langen sijn; mei de valen van den god des opperi
Äenukar, -Jjne vrouiv! devalen van ÜaSpu en die van ^uluma,
(de aderen
mei de vaten
hemels cn die
sijne VÌ-OUU-; de valen van vunr legen „,el de valen van verlerend vuur. Ja,
iö ZHll behandeld u-orden met de behandeling van gister. Ja, gij sull uilgedoofd tcorden,
zooals lüldoofcn y Ja, gij sull in hei slof .pringón ; Ja, gij zidl slerven; Ja, de goden
zallen lot u ,celen le >preken.- . Slerf' Ja, de godinnen znlfen lol uw harl tvelen le
Seggen: .Ca tdl!"
Twce irehccl nienwc mytliologische wezons verscbijnen in dczeu merkwaardigon tekst: Nonn -
ka r , de vrouw vai, den hen.clgod xNeterher, en Au l uma , de Edomilische (?), de vrouw
>an den wrccden Ra i pu, eenen god van Syrische afkomsl, dien wij recds eiders mot de
wrccde Ana t a verbonden hebben aangelrolFen.
De volgendo ácn t i , blz. VI reg. 2 (PI. C.), is niet minder mcrkwaardíg. IlíJ moet dienen
om den bezweerder magi te geven over het bari, (d. i, bel leven) van Samauna, Hot formulier
¡s van zondcrlingen aard: Ik handel voor u (d. i. legeii ova- «) o Samauna, ais
hij die baadl, voor de leden van .Ven {den zoon} van Jf/en-t'), ais hij, die moclende
vliegen, zieh eerst op eene vcrheven plaals slelde, en dan de opgaande :
i legenvloog. Ik
•) Dil «ootd a nij aog tuijfclacblig.
') Iti den tcku V.p. 1. 345, kcíi^de, PI. CXXXV, reg. 10, .rorit in plut. r™ Samàiin,
') -Ve«, e« SI,H.l-, beUcIfd, .Is ia b,t GriekscU: ri? J.T.;., E» zeter úm»
•f iV-V. Zie de Éyyflc/ùfism, bla. 108-111; D»loscn Cframm. 2)m«í. Vni, j
II,
i i i t ó i l ' i .