
Plant LUI.
II. 95, OE. Gebakke» aarde. SCHÖTENS als de voornraande, raet beeiden vnn Ho rus , Tmo e , Mo e i ,
T a f n e , Seb, N e t p e , O s i r i s , I s i s , Tho th en .\epbtys (96); op 95 is tussclicn Isis on T h o t h
een elfde pcrsoon gcplaatst, die door jenoemde g-odhedcn bij de band wordt Tastgclioudon. Op
dcnzeirden seUotel is een bicratisch opschrift aangebragt. — 3Iiddelt. 2.8 P. ( is. )
De booffte Tan alle deze scholels 66-96 is vaii 0.55 tot 1.1 P.
De Toorstellingen op nu. 93—96 bieden ous min of nicer volledig: de ¡jodenreelts van de eor«te
orde o fidasse der Aegyptische goden, zooals LEPSIDS ons die in zijue ve rh andelin 5 Ueher den ersten
aerjypUschen Gölterkreis (gelezen in de zilttin«: ran de Kon. Akademie te Berlijn, 26 Jiinij 1851) leert
kennen, De hicratiscbe en de motisclie opscbriflen op onderscbcideue der scbotels Toorkomende, liebbeii
{jeene belrckking: op de daarop argebcelde godlieden; maar scheuen de nanien te bevatten van de
eigenaars, of \an de orerlcdenen, in wier graven zij geplaatst moesten worden. Achter die cigcnnamen
in liieratiscb sclirilt Tolgen jclal len, oberai, behalvc op n. 93, in demotische leekcns. Zoo
lezen wij aan liet einde der opscliriflen op 67, 68 en S5 bet ¡¡relal Itvee, op 69, 71, 73, 74, 76, 84,
87 en S9 bet getalmerk drie, cn op 66, 67, 80, 81 en 86 bet gelalmerk vtjf; ciiidelijk op 95 de ¡jelallen
Ucee eu i i e » , en op 96 de gctallen vijf cn iu-aa/f. Zonden zij beti-ekking hebben op liet aanUü
schoteis die in bot graf geplaatst, of aan de godheid aangeboden wareo P of doelden zy misschien
op de boeveelbeid der eetwaren eu andere offergaTen P bet opschrift op 93 scbijnt deze laatslc voorondersleUing
wel tc begunsligen.
De opscbriflen zyn allen eTcnwijdig aan, op geringen afstand ran den rand der scholels, en steeds
aan de binnenzijde geplaatst. Die van 66 eo 69, Tan 71 en 87, Tan 77 en 81, van 7k en 84, kuimeii
«Ikander aaiiTullcn.
riaat ur*.
99. Jlbasty 102 grijs graniet, 104, 105 albas/. BEKKENS of BAB
!10. Grijs graniel, 112 atbasi, 117 granieí. BEKKENS I
gaande. (AS.)
118. GeSìiiaiìleerde aarde, blaavu-e grond met •iuiarle Tersieringen. Eeno scnái t , aan de binnenzijde
Torsierd nict liet beeld eener op een küssen in een prieel nedergehurktc, cn op cene soort
Tan guitaar speiende Trouw. (w«.)
122, 127, cn 130 Gebakken aarde, 123, 124, 129 albasl en 128 speksteeii. SCIIAIE», KOWIEN
en POTJES van Terscbülende Tormen en groot le; n. 123 met een tuiljc. (AK.)
133. leoor, 134 bergkrisial, 146, 154 albast. Kleine SCHÀÌLTJES of BÌKJES, wolligt gedicnd hebben
de on zalven, blanke tsels of verwstofTen te bevatfen. N. 133 schijnt een beweegbaar deksel gehad
te hebben. (133, 134, 146 I » . , 154 L'ESC.)
Plaat X,r.
161, 162. Gr0s graniet, albast. SCHALES met een handrat of cenen stcel. (161 L'ESC , 162
163. ßi-ons. Groote SCHÌAL, op eenen To e t van helzelfdc metaal. (AS.)
Orschoon io AegTple gevondeo zou dezs sctiul nel ran Griebch werk kunnon z\jn.
164- Bood graniet. Groot BEEKEN met zccr brecden rand. (AN.)
165 Serperlijn of groene spcAs/een. DEKSEL van een groot BEKKF.N. met een hoog liandvat in
den Torm van eenen kroes op bei middcn (AN.)
166. Mhasl. ScnAAL mei twce handvatton. — Jnhoudsruimle 1.1 Ifrd. kan (L'ESC-)
167. .álbast. Klein BEKKEN of SCHAALTJB, met dric banden versierd en van eenen voet voorzien —
Inhoudsruimte 3.3 Jfederl. kan. (AJÍ.)
Plaat IJI'I.
168. Albast. Doos met drie banden cn plat deksel. — Inhoudsruimte 14 viiujer/iocden. (AJI.)
Eune JDdere geliikvormiga doos, n. Ift9 (»s.) mctl 30 Tingcrhomion.
SN. (AN.)
i mcerdcrc diepte dan de v
170. Albast. ScnotEL of BAKJE met drie banden, en lioogcn voet. — Inhoudsr.dvingcrhh. (I'ESÜ.)
171. Albast. BAKJI; met drie banden, doch zonder voet. — Inhoudsr. 8 vtngci-hh. (L'ESC.)
172. Jlbasl. BARJB als v lar liooger. (AA.)
11. 1
BAEJE twee banden. — Jnhoudsr. 85 vingerbh (AN.)
176. Albast. BASJB of Doos met twee banden en plat deksel. — Inhoiidsr. 20 vingerhh. (AN.)
177. Albast. BAEJE met twee banden cn boogen voet. — Jnhoudsr. 8 5 vingerhh. (L'ESC.)
178. Albast. SCUAALTJE. — Inhoudsr. 10 m^igerhh. (AN.)
179. 180. Gebakken aai-de. Twee KOPJES mel hieratische opscbriflen in inkt. Dat van n. 17!)
scbijut vertaald te moelen worden; Da vcrblijven of woningen der heerlijkhcid van op den
eersten dag. — Inhoudsr. van 179, 40 vingerhh., van 180, 50 vingerhh. (AN.)
181. B)-ons, 182, 185 blaauice geeinailleerde aardc. KOPJES of KOMJIETJES van onderseheidenc
vormen; n. 181 met drie ingegroefde banden, waarvau een op den bovenraud. — De inhoudsr. van
181 is 87 vingerhh., van 185, 2 vingerhh. (AN.)
Plaat i V I I .
188. Albast. KOPJE of BAKJE in den vorm van een TOBBETJE, mel deksel. — Inhoudsr. 16 vinge>
hh. (AN.)
189. Albast, 1'92, 193 hout. KOIMES of EROEZES. N. 189 }neet 1.5 kan. (AN.)
194. Xalksfeen, 195 gebakken aarde. KOPJES of BAKJES, in den vorm van kapiteelcn. (AN.)
J96 Se>-pcnl!Jnstcen. KROES of KOPJE in <lcn vorm van eenen oiorlier Inhoudsr. 4 vingerhh. (L'ESC.)
197, 200. Albast. SCHALEN of KROEZES, met twee handvatten. (AN. eu ci.)
201. Grijs p-aniet. Zeer wijd uitloopendc BEKF.R of EROES. — Inhoudsr. 20 vingerhh. (AN.)
202, 204. Albast, 203 Geemailleerde aarde. ^' i jde BEEERS. N. 202 (AN.) meel 1,32 kan; n.203 (AN.)
2 vingerhh. en n. 204 (L'ESC.) 9 vingerhh.
206, 209. Albast. BEKERS van laugwerpigen vorm. N. 206 (AN.) tneet 1,85 kan; n. 209 (L'ESC.) 3.5 kan.
Twee andere gclykvormige twkcrs, D. 207 (M.) on n. 210 (AS.) tieübeo cene inhoudsruimle do cooc vsa 1, de andere
Plaat tAl'ilI.
211, 214. .Albast: 216 grijs graniet, 217 Albast. Groote BEKERS of bekcrvormigc vazen. N. 211
(L'ESC.)»«e<-I 1.2/-Í7H/ n. 214(AN.) Ì2.5vingerhh.; n.216 (AN.) iSvingerhh., en n. 217(AR.) 24 vingerhh.
Vier andere gelijksoorlige bekers roelen:
n. 212 (á«.) 33 mtQtrhh.
n. 213 (O. ) 30 „
D. 215 (AN.) 24 »
en n. 218 (.!.-) 8 „
219. Albast. Kleine BEEEB (AN.)
220. Ge'émailleerde aarde. KELE of BEEER in den vorm
19 vingerhh. (AX.)
221. .Albasl. KELS of BEKER met hoogen voet. — Inhoudsr. 24 vingerhh. (AS.)
222 , 223. ^Ibast. KELKES als de voorgaande. — Inhoudsì-. van 222 (L'ESC.) 6.5 vingerhh. van
223. (A*,) 3 vingerhh.
! lotusbloem. — Inhoudsr.
224. Geemailleerde aarde. KELE als de voorgaAudo, maar mei mcer gedrukten voet. Inhoudsr.
3 vingerhh. (AN.),
VAZEN.
225. Albast. Groole TAAS in den vorm eener urne. — Inhoudsr. 4 kan. (AN.)
226. Albast. Kcgclvormige TAAS. — Inhotidsr. 11 vingerhh. (AK.)
227. Albasl. Kegelvormige VAAS met Iials cn twee bandvatlen op den rand. — Inhoudsr. van de
vaas tot aan den hals, 57 vingerhh., tot aan den rand 62 vingerhh.
wmrnm