•
, ' ì
H L • !"
I
1 lierLanl do bewoordiii'jeii die
!i metaal-ii ieti lOi.
Sescbatte waarde, eii oiizc papybct
biiisliouden
papyrus verloren is ^egaan, ecno soorl van wapcti ^
by de cerslo posi gobezig-d zijn:
/fajjen 1, iiia&entfc aan gewig I alen makenc/e aa>
Wij beb 1)011 daarbij \vaar»c)iynlijk de aaiiduicüug van
rus brciifft ens bier in aanrakiuj; met een der minsi bekende Traagpuiileu
delijke bebcer in hot oude Aegyple,
Ik zal liier de Terdere iu liet Landsclirlft Terinelde Toorwerpcii iiict uilToerig:cr bescliouwen,
maar allccii iio¡j doca opinerkcn, dat tie lic<^]ido post, nit 17 stukkun van eciie zckcre slol'
besiaaiide, in I all voor slofTen gescbal word I, cii aid us Let bedrag Tan 51 IcTcrt.
De pajvyrus is zanieugicrold met den TOoi-¡jaandcn, 3òl, leox;Iijk mei eencii dcrdcii, 3(j8,
te Mcmph¡^ {jevonden.
Plani CliXIX.
I. 353-355, Papyruss I- Tot ecii klein roUctje zanieiigcvouwen en inet
I 355«) werden zy aan eeii koordje om den bah
i I . 346, 347
1 bandje dijft gebonden, (zie 353a, 354a
gcd ragen als aniuletteii, OTerecnkoinstig <Ie aaQwijziiigoii die wö in de papyri
en andere bobbcii locrou kennen.
353. Een onvolledi<fc rcgel met liiCratiscben tek.sl; daaronder afbceldingen van ondcrsclieidcn
godiieden en zinnobecJdigc vaartnigon.
354, Cfscboiiden liiüraliscbe tekst: daaronder drie heilige slangen, de twee zinnebeeldigc
oogeii, l.sis, >epb ty.s en Tbuo r i s . Dczo twee papyrussen, 353 , 351, wäret) met limine koorden
aan een TCrbondea; zij vorniden Iwce nniulelten, die elk Toor een afzondevlijk doel diendeii.
niaar door denzelfden persoon goilragen werden.
355- Onbeduidendo brokken ran eencn papyrns i 1 dezelfde s
! opgerold < gekleiird koord
Pione CfjXX.
1, 35(;—359, Andere papyrussen met tooverfornmli'
zamcngebondeü waren; zic 356a—359a.
3566—rf. Ecne reots van ruw geteekende goOheden, .Iniibis en l l o rua , eenen der Tonnen
Tan Os i r i s aaubiddende: een stier, ccn Iwecde stier boveu eciien kcver en eene bij; I s i s ,
Äephtys, Tl ioth, de vogel Bci inu en de god . Ike r , afgeboeld in de gcdaante van eouen
onder den Inst der jaren neergebogen grijsaard. Eiiideiyk de sperwer van i l o rus , aangebeden
door Thoth en eenen man: nnamschilden, waarvan een op twee mensobcnbeciien; ondersclieiden
zinnebeeldigc dieren cn mythologische personen, P h r a , Seik enz.; een Typbonisch dier door
>'eitb gowond; Phtah. Ho ru Pa ^ t, Osi ri>. A moa de voorlbifiig'piide krac/il, er cn/..
Set in roodeu onitrek geteekend i» de laatsle van de rceks, Deze papyrus is van oen laat tljdperk.
357. Aniuict met de voorslelling yan ecno lotu^bloE^n-
3586. Auiulot met bozweringen, gerigt legen de oorzaak van ziektu en dood: O gij die wegrukl,
ruk vjn hart niel wey; o gij dtP ouermeeslerl, oovrmeesler üjne ledert niel .'
£om niel legen kern op; tnaak u van vjn vleeach niel meesler; dop niels iegen hem u-al
sehadelijk is! enz. Ook dcze papyrns bchoort tot cen laat tijdperk.
359ö. Amulet, met de afbceldingen van eenen kever en eenen god met leenwenhoofd. voorafgegaan
door den mythologischen dwerg. Nemnia geheeten.
Vlaten CLXXI tot CLXXVHt.
1. 360—3C7. Brieven op papyrus. Deze bricTcnwaren plat toegcvc
koordje digt gebonden en inet cen zcgel in kiei verw-gelil.
, met cen van papyrus gen laakt
1 op de kcerzijde, njiilcraaii
i brieven le geven, wil ik
M-Ä«, de>i l
äS
op de laauie voiiw is het adres gesebrcren. Zij doeu ons den Torn, kennen, waariu de brievcii
Tan b!jzondci-o personen i.i den lijd ,lcr Pbarao's verzonden werden, en bezittcu <Iaari.i bunne
voornamc,Verdiensten, waut hnn inhond bevat in het algoineen niet vecl belangriiks. Wij zulleu
heil achlervolgens bcschouwen.
360. PI. CLXXJ. Om een volk-dig denkbeeld van dexc soort t
van .ten ibans bebandclden de geheele vcrlaling laten Tolgeu:
!)•• .-¡ole^a Jlersual«/ om Ce voldoen aa,i zißue gebiedere^, rfc- príes/eres
Taür; (bij wenscht haar) gezond en krachUg leuen en Ue gaiisl v
niug dvr goden!
Ik -^g lol Pkrn-Jii.rmaehi., M Umon van liamsc-s-JIeriameu, lot J'kra van
llamees-Meriamen, lol SuU-x, den -.eer duppercn van Ramses-Meriamen, lol al de
godcn cn de godinnen van den lempel van Jta.n^e. Meriamen en tot den verheven persoon
van J'kra.IIarmaehi, (den koning zelvcn, Pharao)., „ „o^e gij de kmchl keinen,
möge gO hei leven hebhen, möge gij de gezo.ulheid hebln:,i!"
Berigl.- Op deion oogenblik is de krijgsover.le in goeden u-ehland; z.jne ».aunen sijn wel,
-.ijae hinderen ziJn wel. fFee, over hen niel be-^rgd; -Jj zijn hedcn in goeden welsiatid,
wal morgen hol geval zal weien is onbekend. raar ivel.
Het adfcs op de kcerzijde Inidl aldus: De ¡
.llersiialcf aan zijne gebiedere
priesleres vun Isis, Taiir.
Bij dczen briet Talt niet vcel i
r opteinerken, dan do lengtc van den aanlier on de
Tloed
loiiter belcefdheidsTormen, Intusscheu vcrdie.it de wijsgeerige opmerki.ig ov
oiizckerbcid van den dag van morgen <
veu lerug >).
36J, Brief va
r de
; aandacht lu Irekken. Zij koml ook in andere brie-
I den s ^sneberter aan den solein Pala,-. De tilel sote,n beleekent
ielterlijk, gehoorzaa.n, volgzaam, dienslmllig; maar hij kan ook de eene of andere ondergcschikte
schrijvei-sbetrekkiHg aandnidcn, bij vb. die van secrela,-is.
362. PI. CLXXII. Brief Tan den gelrouwen Penlaür aan den gelrouxven Paxel. llct
bijvoegelijk naamwoord oC de bijnaam is hier hö s , ecii woord dat de bcteokenis van gelroim-,
ioegedaan, toelaat. '
363. PI. CLXXIH. Brief van den solem .Versualef aan de.i solem Sebul...
364. PI. CLXXIV. Brief vao den „ „ „ rf. pWe./er.. / / ^
i hör. Jlct adres IcTert den naam van eeneu anderen i>crsoon.
was; misscbien jnoest bij in liandeu van eencn dcrdcn koinen.
365. PI. CLXXV. Brief van den solem -V< - r ü « « i e / a a n eeiie
haar is. Het adres bcvat .siccbts den naam van den persoon aan •
3Ü6. Pll, CLXXYI en CLXX-ilJ. Brief Tan den solem
II do brief bcstemd
en persoon wiens naam onlees-
Wien de brief gerigt is.
alef aan de pricslores van
jíímon. Rannte.
367. PI. CLXXVIII. Brief van den solem .Verialef (ongetwijfeld denzelfdcn als .Versuai
e f ) aan den pri,is Ramessu-ma-Ptah.
Hier is opinerkenswaardig dat de schrijver tegen over den koninklijken pi-ins gcene andere
bclecfdheidsTornien bczigt, dan die waarvan bij zieh tcgen zijnen gclijke, Scbnt in den
bricf 363, PI. CLXXJII, bedient. Hij eiiidigt zijn sebrij^en met het ccnvondigc nefer senb-ek
caarwel.'
Uet adres bevat sicchls den naam van den prins lot «ien de bricf is gerigt.
Vijf van dczo brievcn zijn ge.scbrCTen door den schrijver Me r sua t c f , die verscbiUeude
zegcls gebruikt heeft, om hen le vcrzcgelen. Bij de drie laatste, 365-367, deed bij dit met
') De« 11» denken Mt. de gelijVWdcude randgcvbg i:
t iiict . « <Jo dag bort». {C. L.)
nl iilinil <» jMiw. i, toAr ifmkt bm.
,, Spteukcn XXVII. 1.: Bcrocmt u
i l '
) m