D. 5. Brons. Ph a r a o of p r i s s , jjekleed als <lo Torige, staandc, de armen lan.fs hot li-fchaam uitgesli
ekl, Miel (papürus-?)rolleu in de haiidc». De slijl ran liet becldjc behoort tot dun tijd van de
Psainelicliusseu, Ilei is jiiet andero le Livorno aangckooLt door den Lt.-Col. ho.mkekt.
S. J/oul. Staan.Iü Pi i a k a o , niet den Alaß (zio n. 3) op liet hoofd, gekleed in den langen rok, iu
de regleriiand cen zwaard, iu do linker een scLild liondcndo. (an.)
9. ßroHS. JoDije Pu a r a o of pni>s, zittendo, ¡pkleed mot den Sjenli (suo i i . J ) , op hei hoofd liet
zinnebeeidige kapsei van Ha r o e r i , Ol/ gcLeelen.
10. J/oul. Jonge P r i j s , slaande, gelieel iiaakl, liet voorlioofd niet <leii iiraeus vorsierd, op den
rii- een liandvatje. 15ij dit beeldjo behoort een klein doo>je 6, in de gedannle van ceu tempellje,
dal van ouiler met een sclinifjo geopcnd wordt. (an-)
Plaat I I .
eenen Pì i a r a o , niel den A'laß op Let hoofd. Dil borslbceld is
ir vooral om do slaande en dwarscbe lijnen, die op den acLler-
, van onderen 11. e, en boven op de hoofdbedekkiiig 11. c, eeu
de door dit nel daargcstclde verdeelingen in betrekkingr tot dnn
11. A'alisicen. Borslbeeld van
belangrük oin de bewerking, nia.
kaut 11. a, de beide zijdcn 11. b
net vormen, M'aarsehljulijk slaan
Aegypli.scben Aaiion of maatstaf,
ligchaam bepaalden cn afdeelde«. De ui-aeus op liel voorlioofd is alleen in zwarteu oniti-ek a
duid, zoociat liet stuk nlel gelieel en al ufgewerkl scliijnt lo zijn. lir worden iu onderscbeidene
Terzanielingen mccr dlergelijke borslbeelden bewaard, tlie weUigt allen uil dezelfde wcrkplaals afkomslig
de kunslenaar» de e ven rc digli öden van bei üicuscbelijUe
zijn. (an.) Vergelyk diorgelijke hoofden bij l e i -s i us Auswahl der Kichiigslen Ürkk. des
Jcgypl. jUerUmms. Taf. XX, A. B.
12. Talk. Borslbeeld of masker van Q Pin lo, mei hoofddeksel als n. 11. (l'ksci..)
2. GEH ALIS SEN
, niel den m
•1 PRIXSESaEN.
s Tóór op bel lioofdknpsel, 13. Brons. Slaande Kom» e sisfnims (?) in
de uitgeslrekte Iianden.
l.''.. ß / a mi e r . Ko.m.\gi>' op eenen troon gezelen, welks mgleuning in de gedaanle v.an eenen
Obelisk gewerkt is. Op bet kapscl een diadeern van uraeiissea, de »onneschijf tusscben de koehoorfns
en twee groole blatten oí palmen, de onderscbeidingsleekens van Ha i b o r (zie A. 271, Afd. 1.
PI. V). Het beeld is iu eenen korlen rok gekleed, en liondl hol zinnebccld van licl leven hi de
reglerhand.
Pia, I i i .
S. Ove M BIJZONDERE
17. J/oii/. De AcDiTEtB... van hcl paleis (?) Hoop- l I ioocö(?)mes, gekleed in een lang en
wijd geplooid gewa.-ul, A'alaíñris gelieelen. In de linkerhand lioudl Iiij eene papijrusrol, en niel
de regier legen zijne borst eenen gpervjer met »«eMíc/íewhoofd en xiilgcsprcide vleugels. Hei bceldje
Staat legen een boven rond bijgewerkt ruggestuk of eene siele (17 b), versierd inct 4 rijen hiörogljpben,
die hol gewone lijkfonnulier met naam en titels van den overlodeue iniiouden. Op hol
Toorste gedeelte van ziju kleed worden nog eens zijn naam en zijne tilcis vermeid. Ook in liet
opschrift op de stele koiiien zij voor, maar op een afzond(!rlijlc en los ingelegd planl.je ges«i«loii.
Op do 2)laat is de oinlrek dier twcö plankjes mei stipje.s aangeduid. liet verschü van eenige leekcns
in de drie .sclirijfwijzen van de tilels (bij v. van den inond, waarvoor op de 1" ri) van hol op-ichnit
der Stele Iict oog koinl) nioeten wij waarschijnlijk aan cene vergissing van den schnjver of den
•werkri.in loesclirijTen; andere afwijkingen zijn sleelils verkorlingen. De holten der liierogl>i)h<'n
zijn mei eene gele klenr geviild: de vlengels van <hm sprrivcr zijn ingelcg<l geweest.
18. IIoul. liedd van cenen Beamüti;, SJa-m- trompe. . . . gehcelen, in een gcwaad of eenen rok
gekleed, die het bovcngcdcclle van hei ligchaam cii de armen onbcdekt laat. Hij iioudl met beide
handen eene soorl van allaar, of misscbíen het bovensto gedeelto van eonen sclieplcr, waarop een
rf/?/2íkop met de zonneschijf (i\i den uraeus, welligt de leeJcens van bet ambt of do belrekkliig van
Sja-ni-tronipc,... Do obelisk, wa.arlegen het beeld slaat, is versierd met een opschrift, 18 b,
Inboudendo eene loeivijdhig aan Anionra cn aan .,Voeth, Toor den Juditeiir van het geregC ')
Sja-m-lroinpe...door sijnen i0OJiA>nenhem...{?). Op do llnkerzijdc van don obelisk,/, het
beeld cn opselirift van eene vronw, Kof re-Noi lh. Het voetstuk heeft veel ¡;eleden. De opscliriflen,
voor zoover zij nog aanwezig zijn, boTalten: op de linkerzijdo, e, in twco rcgel.s, eene ivijdiiig aan
I'htah-Sokari-Osiris, opdal hij (den overledene) eenen onvergankelijken naam schenke in de
poorl zijner woniug (rcgel 1), en cene wijding aan...., opdat zij aan Kofre-ífeilk eenen (voorspoedigen)
ovtrlogt (sclicnke), en de vwheerlijking op den ionneberg (regcl 2); op de .-lehteraijde,
d, den naam van Ainon-ra, en van den overledene; boven op, vóór de voeten, locwijding aan
Jmon-Ra, aan Isis, de grooíe inoeder, de hecrsvkeres van hel land Osjar , enzv, Op do
voorzijde van het voetstuk, c, zijn verschiliende offergavon afgebeeld. —//oo^ 5.4, en mei het
voelslnk 6.3 P. (ab.)
D. 19. //oKí, het voetstuk kalksleen. Beeld van cenen Rímmbt e, houding en kleediiig a)« „. i « ,
met eenen langen selieplcr waai-op een m?«skop, in den linkcrarm. Op de nclitci'zijde v;iii <lcn
obelisk, tcgren welken hel beeld steunt, cene tvijding aan Re-Jlmoe, cn al de goden des heinels
en der aarde, opdal sy eenen duursameii naam schenken in de zvoonpktals van Tmó, (de
geregligheid), voor den van de gedenkleekens van Jmon-hem-Sioof (ù..\.Jmon in Thebe),
den besluurder van het regt, Amon-nackt (zie 19. c). Op de linkerzijde v.nn den obcllsk, in
omtrek, hel beeld van iijne iusler die heni lief heeß. Op de voorzijde van bel kleed, liei opschrift:
allerhande voedsel op de (offer)t.afel van Amon-ra le Thebe, vòòr den besluurder des regts in
den reglsielel, Amon-naoht. Do hiöroglypbon zijn bij na uitgew ischi, on aan hot elndc van liet
opschrift gehccl verdwenen. Op den regier arm het ingesnedcn beeld van Phr e , met de soKnesc/
jy/op het hoofd, en Uvee koloinmen hiiiroglyphen {v. 19.è), niet lofluitingen over Anion-nacht.
Op den liukcrsehouder de eigennaam van eonen koning Amonoolp. Op den schcpler cene wijding
aan Amon-Ra, den koning van de Irooncn der wereUeìi, die in Thebe z e f c l f , den ijod....,
geheehl aan Tme enzv., hel overige is onlecsbaar. Hot kalkstccnen voetstuk is oorspronkelijk voor
eenen anderen overheidspersoon beslemd gewccst, die denzelfden naam van Ainon-naclit droeg;
maar den Ii lei \an Audi fear des i-egls in de i-eglszaal. Boven op bei voelstuk, een opschrift van
ßloelh, de groole Godin, Moeth die door Thol bemind tvordi, de koningin des hemels, de
besluurderes van alle goden, Rondoin het voei.sluk, eene ivijding aan ßloelh, opdal zij een
mslig en dwinaam leven schenke aan den Auditeur (voor- en regterzijde, g, en aeblcrzüdc, /)
en eene gelijkluidcnde wijding voor eenen anderen Audilcur des regts in de i-egtssaal, Sja-lréV
(of Sja-m-trompe? hel liialstc leeken is onduidelijk). — /Joogle van het beeld 4.1, tnel hel voelstuk
4.65 P. (4>.)
21. GeemaiUecrdc aarde. Een TEMPEi.scHRUvKn of PRiESTERScnnuvcr. (I I i ü r o c r a s i x i a t ) op de
Ooslcr.sfihc wijzc ncderaitlende, en lezende in eene op ziine knieen opengeslagen papjrusrol. Op do
onderzijde van het bechlje, dal als zegel scliijnt gediend le hebben, cene ingegroefde figuur, 21. b.
23. Brons. pRiEòrERsciiBuvuR slaande, gekleed als n. 19. met ka,il geschoren kruiii, eii in de
linkerhand eene p.ipyrusrol vóór de borst houdende. — Ifoog M P. (an )
24. Brons Pa s t o pi io or of T emp e l d r a g e k , kniclende priesler. met een tempellje op de knicen,
mei den rüg tegen eenen obclisk leimende. De regier en linker zijde van het tempellje zijn versierd
1 het i
pell io e,
igesneden beeld van cene gevleugclde godin ( Isis of KephtysP) , binnen in liet l
nederburkende fignnr. Hel op«chril't op don obelisk, 24. b, is onduidelijk,de zes laalstc
«lundiijnlijklielil
d, i„ ctuC.OTU
U nilgBlclcn, «n (3c TT dio vroegcr de ttck«n» (iccd ui
i n .