riant r,XXI.
II. 511. ßt-om. LAMI- mot éónen bck; liei liaiidvat wordt gCTormd door ceno slang die zieh van den
Toet der laiiip in sicrlijke kroiilceliii¡p}n oi)rist, hei lieweegbaar ringelje is waai-sclüjnlijk Tau het
ketlinsje overgeblcTcn, waaraan de lamp werd opsroliaiigeii. (L'ESCL.)
512. Broììs. L»ur uicl ¿énea bek en bamlvat: op hol beweegbai-e dekscl ccn gedreTen blocmvcrsiersel.
(ci . )
513. ürons. LASII- niel eoiion lannercii bek; liaiidral cn dekscl, waarvaii nllecn de scharnicr over-
{fcblcTcii ¡S, oiUbreken. (iK.)
514. ßrous. LÌMI- niel drio bckkcu, op vier Toeljes eii van cen plat deksel voorzien, wclks Toorsle
heia opciislaat. Hol biiiiicnslc Is in Iwee ruiiiiteii .«resclieiden, van -welke de Toorsto dicndo, oni de
olle le bcTalten; de acLUle ruliiile scLijiil bcslemd g^weesl le ziju oni reiikwerk te branden, d.il
door de wannle der drie braudunde pittcn niatijj verwarmd, door de opengeworkto vcrsicrsels aaii
de aclUcrzyde zijiie geur rerspreidde. (i.>.)
515. Bt-uinachÜge gebakkett aafde. LAMP inet vijf bekkcn en Land val. (AN.)
517. JFUachtige gchnkken aai-de. LIMP mei twee bekkeii, boTcnop niet een rosei Tcrsierd; hol
liaudralscl dal de gedaaiite liad Tan een kliiiiopbtad, ontbreekt. (.IN.)
518. Roode f¡cbakken atirde. LAMP mot cenen bek en handvat. Boxenop liet borstbeeld Tan
Serapis, met den modius op het hoofd: onder het borstbeeld eenige versiersels die oin hot r ime
werk Miel te herkennen zijn. ( is. )
.'>20. Jloodacii/ige gebakken aarde. LAMI- mei langen bck, zonder liandTal en boTcnop Tersierd
mei twee genien die een blocmwerk schijnen onilioog le houden. (AS.)
521. Geelachiige gebakken aarde. LIMP als de voorgaaiide, inaar bol bowcrkl en mei zeer kor-
ICH bek of tuit. BoTCiiop twee nederhurkende, zccr ruw bewerkte kinderflgureii; onder op den
bodem, ingekra-st Tóór dat hei lampje gebakken werd, het mouograni 521 a. Door den Luit. Kol .
r te LiTomo gekocht.
rtaat Lxxni.
.')22. Gepiachlige gebakken aarde. LAMP in de gedaante Tan cen men: fd, oj) <!cn bodem
ccn palmblad als merk d ragende. Zie n. 522 b.
.523. <r., 6. liìiùn. gtbakkfn aarde. LAMP in de » Torm Tan iiet hoofd Tan cenen Aelliiopier, op
een plat Toetsluk (zie 523 a. ) , en de luil of den bek Toor de pit in den mond houdemle. (L'ESCL.)
524. Jioode gebakken aai-de. L»MP, boTenop een zwijn dal door cenen hond wordl aaiigCTallen. (AÄ )
.525. Ilriiinachtigc gebakken aarde. L4MP, boTcnop ccne padde zonder kop. (AN.)
528. BruinachlUje gebakken aarde. LAMP als de Toorgaande, maar mei zeer korlen bek, en de
padde meer in haar geheel cii beler bewerkt. Op den hodem hei iugcgroefde merk 52S o-. (AB,)
529. Jioode gebakken aarde. LAMP, boTcnop mei een blocmwerk Tcrsicrd, dat uit Tier driiivcii-
Irossen cu Tier wijng.mrdbladeren he.staal, (AS.)
531. Gceitíeklige tjebakken aarde. LAMP, hOTCnop mei twee lauricrtakken Tcrsierd; op den bodem
de merken 631 b. ingcgrocfd. (A».)
530. Bruinachlige gebakken aarde. LAMP bovenop als cene schelp Tersierd. (AK.)
537. Bruinachlige gebakken aarde. LASII" met langen bek cn zonder TOrsiersels. (AN.)
538. Roode gebakken aarde. LAMI-, Trocger met een, llians onlbrekend handTatsel Toorzien.
BoTcnop in hei medaillon een dubbel (iriekseh kmis tiisschen Iwee blocmcn. Hondoni hol »nedaillon
in Grieksch, insgelijks Tcrheven schrift, de woorden: 0nC EK cfnTOC, d i.uilUohl (wordl) Hehl, (AN,)
Do noogl. BBtvess Iieea <lit lampjo als ülelplaal voor tijno Lcllres à M. Ulrame mr In pap'jriu bilm'pie! el Cr«-«, r/r..
r mcl liet handvatsel. Itovenop, in
gclijke afst.mden gcseliikl, en als aau ccn lini opgehangen, een Grieksch kniis (bij tie opcning voor
de pit) en twee roseiten, met Tier blocmcn afwisselcnde; hjj lict handvatsel Iwec andere blocmcn of
biaderei.. Bondom, tusschen twee parclrandeu, een Grieksch opsebrlft: H ATIA AMMA XPTCTINA,
de heilige maeder Christina, (AH.)
IL 540. Itoode gebakken aarde. LAMP, zonder Tersicrsels, maar op den bodem is, Tóór de bakking
hei woord NEIKH, otierivinningy ingekrast. (AN.)
542. Groene geemailleerde aarde. LAMP met zeer langen bek, handTatsel, en boven op, eenen
hoogcn hais met wijde opcning (AM.)
543. Bruivachtige gebakken aarde. LAMP in den Torm ran een iiapje of schotclljc, met iiigedriiktc
Tersieringen op de bnitenziide, om den rand cn op het handyalsel.
544. Blaatitce geemailleerde aarde. LAMP in den T om van ccn scholclljc of napje. (AN.)
t'laat i X X I f .
545. .^lònsl. HOOFDSTÜT, in het Aegyplisch Oh, Oeols geheeien, (in hot Koptisch beteekent
oeols, nederleggen en liggen,} waarop men mei het hoofd of den hak zieh steunde, wauneer men
zieh ler ruste legde, (AN.)
.W. Ifoii/. lloopnsTCiT als hei voorgaande, boTen op den platten Toet aan het eene uileindc met
eeiicn staaiiden hippopotiimus, het zinncbeeld van cene T y p h o n i s c h e godheid, aan Lot andere
eiiide niel het beeld Titn eenen Asiatischen gcvangene, beide beeiden iu oinlrck iiigesneden, versierd.
Dezc zinnebecldige Tcrsiersels kunnen uit dezelfde redenen Terklaard worden, die iianleiding gaven
tot de nfbeelding van twee gevangonen op de zool Tan Sandalen dikwerf aaogebragt, en uit hei
opschrift : uice vyattden (syn) onder nwe vocten, dal dikwerf die voorslelllng vergezelt. De liiisroglypben
op de voonsijde van de sehachl Tan hei hoofdslut, TOrmelden den: Uoorder van hei regí
i-an de koninklijke paleivin, Riroea. (AS.)
547- Houl. UooFDSTL-T als het Torige. Boven op den Toet aau het eene eindc, een Typhoni s c h
hoofd, aan het andere een Typhonisch becld met swi/ns-hoofd, slaanJe op het tecken -^¡XMgebied (AB.)
549. Hont. STOEL, de pooleu in den Torm Tan leeuwenpooleii bewerkt; de zitting vau gevlochten
riet; de rüg uit TcrschiUcode reejicn houl zamengesteld, en met ingelegd werk in i voor versierd. —
Hoog 7.7, breed 4.6 en 5 Sedd. palmen. (A>-.)
550. llotit, STOEL zonder leniiiiig, de zitting bestond uit, of was bekleed met, rood leder, de
vier sporlcn i j j " ' waar zy iiict de poolen te z.nnenkomen, met leder bekleed. De iugcgroefde hieroglyphische
opscbriflen op de twee met « gemerkle pooten, bevatten den naam Tan H o r p a (zie
350 « . ) , op de iwec andere pooten, 6, de woorden: SOOK van Jm-Osiris (zie 350 b.). — Hoog 4.7,
bi-eed 4.45 palmen, (AS.)
551. Noul. VoET Tan cenca TODWSTOBL, Tan den vorm als n. 551 b het bcncdcneind in het hoofd
van eenen walervogel uitloopendc, het ingcsneden hie roglyphische opschrift Tormeldt; den edelen
(of jongen) bevelhebber, den genadigen wyse van den heer der icercMen (d. i. Tan den koning),
den kmiinklijken ichrijver, den op-Jeiier van hei palcis, Jmenootp. Do aan het l)enedcneinde
iiilgebeitelde Tcrsiersels scbünen mot ingelegd werk gevuld te zijn geweesl .—Lang, LT palmen, (AN.)
552. Houl. VoET Tan een TODWSIOELTJE of oenig ander mcubel; een menschenarm verccuigd mei
cenen leeuw (of tijgci-P), die op zijne achlerslo pooten staat, doch wicns Toorpoolen Ihans ontbreken.
— lM7ig 2,9 palmen, (AS.)
Plant ÍjXXf^.
Hout. PooT van cene SLAAPBANS of eonen STOEL
4.7 palmen, (AS,)
Twca vao da dric OTcrigo poolen van hcticltdo meubcl,
als n. 550, van de voorgaande phiat, — Hoog
wonlon insgsluks in lict Husaum bswaanl, onder úa nn. II.
539. lioode gebakken aarde. LAMI- als de voorgaande I
I H I Í S I Í F I J I T I R R Ü Í