i
; I
N ^
r»'
i J :
i l :
" ' • ' i,
' ^ii
nm
,1 ÜIM i
¡l|>ll' I
164
OBIONE, OBNANTHE. 165
NYMPIIAEA..
Dükers-i>.
Fladder.
Fleschjes-i^>.
Gele
Gele kikkerbloom-^.ii.
Gele moatblommen-S:a^. hörst.
(de vrucht heet kanuecliien)
Gele plomp-iV.O., O.Dr., Velz,, L.N.,
N.L., Utr,, Z.H., Du., Wal.
Gele plompe-T^ü., SaL, Gr.Z.
Gele pompbloöm-Tw;.
Gele pompeibloein--Fr., SaL
Gele pomp'ors-Äi.
Gele sinL0iekebladen-(?r.(We5ierÄ;u-'ßr-
Her).
Gele watorkruik.
Gele watorlelie-Gr., N.O., 0,Dr,, SaL,
Veh., Ufr., Z.H., Da., Z.B.,
Wal, Z.Vl.
Gele watorroos.
Giele swanmeblom-i'r.
Groote dompel-7.5.
Groote (gele) plomp.
Kaakerbladen-O.Dr.
Kankerbloem-iV.O., O.Dr., Sa'., Gr.Z.,
Achtlu, Br.O., Z.H.
Kannebladeii.
Kaxntjes-Z.Ji.
Kamtonnetjes-Z.ii.
Keujen-Z.ii.
Keutjesbloem-Z.Ji.
Kleine plomp.
Koffiekannen-Gr.
Kollebloem-AM:.
Kreukebladen--Z.i/.
liruikebladen.
Kruiken.
Paniieko eben-Gr.
FompehlSi-Achth,
Pompebladen Gr\Z.
Pompebléd-í'r.
Pompebloem.
Pomper-ií^.íf.
Pomperwortel-iV.O.
Snoekeblad-Gr.
Swannebloemon-i^>.
Varkens--^.!/'.
Varkenssnoetj-es-Z.Ji.
Waterkruik.
Watexlelie-i'r,
Waterroos-i'r.
Zwanenbrood-Z.íí.
Kankerblome-Gr.^. '
O u d e namen: Aplompe (M.jNÍ.), Calinibloem (M.N.), Grele plompen
(Dod., Kilo, Meerblat (M.N.), Meerbolle (M.N.). Nenúfar (M.N.),
Seebioemen (Gr.H.), Seepliiimen (G.H.).
V l a a m s c h e namen: Boterstampers (P.), Boterstandeke(n)8 (P.),
Boterstanden (P.), Dokkeblad (P.), Dokkebloem (P.), Gele waterlelie
(B.,P.)j Gelnwe waterlelie (P.), Kaasbloem (B.), Peeneblad (P.),
Peerdevoet (P.), Plompen (P.), Yestebloemen (B.).
Nymphaea L.
Nyuiphaea alba L. Waterlelie.
Boterkarn-Z.ii.
Dükers-i^?\
Fles'chjes-i^'r.
Kankerbladen^iV., O.Dr., Z.H.
Kankerbloem A^O., 0 Dr., Achth.,
Br.O,
Kasrihloem-Wouhruggc,
Keujen-Z.Ji.
Kikkerbloem^Z JÍ.
Kol-ZL.
Kollebloem-xY.i.
Leekobloemen-i'r.
Meerbladen.
Moatblommen ^yStaphorst,
Pannekoekon.
Plompen-i^r., Gelderland, Z.H., Wa'i
Pompblaar-Tw;.
Pompbladen-Tw;.
1) Moaten zijn landerijen met vele siooten.
Pompebla-J-cÄi/i'.
Pompebladen-W., 0,Dr., Sal, Gr.Z.,
Achth^
Pompebledden-jFr.
Pompers-Äi.
Snoekeblad-G^r., Fr.
Snoekeblom-i'r.
S w annebl 0 emm-i'r.
Waterkruiken.
Waterlelie'--Fr., N.O., O.Dr., Sal,Velz.,
N,L., Z.L., Br.W., Wat,, Utr., Z.H.,
Du., O.F., Z.B., Wal, Z.Vl
Waterlilie-W.i'r.
Waterplomp-O.jDr.
Waterroos-i'r.
Watertulp.
Witte kannetjes--Fr.((?roi6i/;).
Witte plomp-A\0., O.Dr., Veh., L.N.,
W.Fr., Vir., Z.H., Du., Wal
Witte plompe-Tw;., Sal., Gr.Z.
Witte pompbloenl-T^¿;,
Witte snoekebloemen-Gr.(Wefi'erÄ;w?aftier),
Witte waterkruik.
Witte waterlelie-Gr., Yelz.
Witte watertulpen-Sai
Zeemaan.
Zeepluim.
O u d e namen: Aplompe (M.N.), Oalimbloem (M.N.). Dock(e) (M.N.),
Meerblat (M.N.), Meerbolle (M.N.), Nenúfar (M.N.), Seebioemen (G.H,)^
Witte plompen (Dod., Kil.), Zeepluimen (G.H.).
V l a a m s c h e namen: Amberblaren (B.), Ampelblaren (B.), Dokke
(B.), Dokkeblad (P.), Dokkebloem (P.), Kaasbloem (B.), Mizlelie (P.),
Peerdevoet (P.), Plompe (B.), Pompelbloem (B.); Vestebloemen (B.),
Waterlelie (P.), Waterplompe (B.), Waterrooze (B.), Witte waterlelie
(B.,P.), Witte boterstandeke(n)s (P.)^ Witte waterroos (P.), Wompelblaren
(B.), Wompelbloem (B.).
Obione Gaertn. Z e e m e 1 d e.
Zeekruid. Zeeporsielein.
Zeemale-i.v.íí. Zoute melde-Goe.
Zeemolde-Z.S., L.v.H.
Obione portulacoides Moq. Tand. Z e e m e 1 d e.
O u d e namen: Souternel (Hond.), Zeeporseleyne (Dod.).
Oenanthe Trn. T o r k r u i d.
Druivenbloem. Torkrxiid.
Pijpkruid.
1. Oenanthe aquatica Lmk. WatervenkeJ.
Bo\ho\-AeUh.
Groot torkruid.
KikkeThloeW}fdn-Gr.{Wester'kwartier).
Kikkerstoelten.
Paardenvenkel.
Pompen-Wa?.
Waterkervel'Gr.Z.
Waterscheerliag-O.FeL
Watertorkruid-WaZ.
Watervenkel-^.FZ.
Wilde venhel-Z.H.
Wilde waterkers.
O u d e naam: Derde watereppe (Dod.).
Y l a a m s c h e namen: Kuipkenszaad (B.), Pomp (P.), Pompe(kruid)
(B.), Pomperluite (B.), Pompestaal (B.), Pompoelie (B.), Tonnekens
(B.), Tonnekenszaad (B.), Waterpee (P.), Waterpomp(e) (B.,P.), Waterscbeerling
(B.,P.)j Waterstompe (B,).