156 MBNYANTHBS, MERCURIALIS, MBSPILUS.
^ 1.
f t
6. Mentha silvestris L. H e r t s m u n t.
Oude namen: Hertecruyt (Dod.), Hertsmunte (Dod.), Wilde munte
(Lob.).
V l a a m s c h e naam: Kattekruid (P.).
Menyanthes Tourn.
Menyauthes trifoliata L. W a t e r d r i e b 1 a d.
Beverklaver.
Bitterklaver.
Boksboonen.
Drieblad-i'r., Z.L.
Ringbloem.
Schijtbladeren-^.i.
Waterdrieblad--Pr., N.O., Ttv,, Sal,,
Gr.Z,, Utr,
Waterklaver-T^i?., , W.Fr.
Waterklee
Oude namen: Bocxboonen (Dod.), Waterclaveren (Dod ).
Vlaamsche namen: Eechelkoolen (P.), Maandkruid (P.), Waterklayer
(B.,P.). , ''
Mercurialis L. Bingelkruid.
Bingelkruid. | Mercuriaal.
1. Mercurialis annua L. Bingelkruid.
Dikkop. Smeerwortel-iV.O., Velz., Gr.Z,
^ ^¿men: Binghelkruyd (KiL), Mercuriael
(IN.H., Hond.), Schijtkruyd (KiL), Smeerwortele ((J.H.), Tarn bingelcruytmanneken
(de yrouwelijke plant, Dod.), Tarn bingelcruytwyfken
(de mannehjke plant, Dod.).
V l a a m s c h e namen: Bengelkruid (B.), Bingelkruid (B.), Schiitkruid
(B.,P.), Shaaitkraut (P.), Stenkerskruid (P.), Witte nachtschade (P.).
2. Mercurialis perennis L. 0 v e r b lij v e n d bingelkruid.
Bengelkruid.
Dikkop.
Oude naam: Wilt bingelcruyt (Dod.).
Mespilus L.
1. Mespilus germanica L. Mispel.
Houtskool.
Wodanskruid.
l é s p è l è - ^ . i .
Mespele-Z.i.
Mipsel-Z.y?.
Mispel-Gr., Ft,, T., Dr.heiv., O.Dr.,
N.O,, Tiv,, Sal., Velz,, Gr.Z., AcMh.,
L.N., N.L,, Z.L., Br.O., W.Fr.,
Wat,, Go., Vtr., Z.H., V.B., O.F.,
Goe,, Sch., Thol, Z.B., W,al., Z.Vl.
Mispelbeain-i^r.
Mèspele-^cA/A.
Mispunt-Tfai.
"Jyr Oespel (M.N.), Mespelare (M.N.), Mespeler(e) (M.N.),
Mespele (M.NO, Mispel (Kil, M.N.), Mispelare (M.N.), Mispele (M.N.
Mispelboom (O.H.), Mispelen (Dod.), Mispeler(e) (M.N.), Neapel (KiL)
Nespelboom (G.H.). / r v
M^spelboom (P.), Mespeleer (P.), Mespels
p (B.), Mispelaar (B.,P.), Mispelare (P.), Mispelboom-
(B.,P.), Mispeleer (P.), Wispeleer (P.). De yrucht heet mispel en nijfel.
m
MIBORA, MILIUM, MIMULUS, MOLINIA, MONOTROPA, MONTIA.
2. Mespilus monogyna Willd. Zie Crataegus monogyna L.
3, Mespilus Oxyacantha Gaertn. Zie Crataegus Oxyacantha L.
Mibora Adans.
Mibora minima Desv. Zie Chamagrostis minima Borkh.
Milium L. (jierstgras.
Geers. Gierstgras-C/ir.
Geerstgras.
1. Milium effusum L. G i e r s t g r a s.
Hiesgras. Zaadgras.
Hirsgras. Zandgras.
Vierde teemdgras.
157
Mimulus luteus L.
Maskerbloem.
Mimulus L.
Potser.
Molinia Much.
Molinia coerulea Mnch. P ij p e s t r o o t j e s.
Bent-St., Sal.
Bentgras-O.Dr., Z,H.
Binten-Fr,
Bjinien-Fr,
Blauwgras.
Blamy parelgras.
Bunt-Goe., Thol.
Buntgras-t/ir.
Echt blauwgras-Owfller/ter/i;.
Eenknoop.
Kwajongens-5r.O.
Meddelen-^c/^iÄ.
Meelen-yeZ^., Gr.Z.
Pieperaaien-Iii^., N.Dr.
Pionten-Gr.
Pipenporkers-Tw;.
Pipetrochstekkers-i'r.
PijpdoorS'tekers-iV.O., Vtr,, L.v,H.
Pijpraaien-Gr.
Pijpschoonmakers-jC.v.ii.
Smeelen-Ti^., Yeh,, Gr.Z.
SmeeltjesTei^.
Stopnaalden-Wai.
Troch&tekkers--Fr.
Meieren-Achth.
V l a a m s c h e namen: Beunt (P.), Blauw parelgras (B.), Buntpijl
(P.), Hazegers (P.), Hazeg(r)as (P.), Hazengras (P.), Hazestrood (P.),
Hoizegas (P.), Kwaai-jongens (P.), Kwajongens (P.), Perelgras (B.),
Pijpenhengst (P.), Pijpenkeuters (P.), Pijpenkuischers (P.), Pijpenreumers
(P.)^ Pijpenrijders (P.), Schouwyegers (P.).
Moiiotropa L.
Monotropa Hypopitys L. Stofzaad.
Bladloos.
Stofzaad-i/ir., Du.
Zonderblad.
Montia Mich. M o n t i a.
1. Montia fontania L. Zie Montia minor Gmel.
2. Montia minor Gmel. Kl e ine montia.