
'i •
I •
! '
\\
I
.i.
• 1
r •• •
liir l
106 FUMARIA, aAGEA, GALANTHUS.
F u m a r i a Tourn. Duivenkervel.
Aardrook. Kattenkervel.
O n d e naam: Duvekervel (M.N.).
Fumaria offlciualis L. Duivenkervel.
Akkerkruid.
Gewone duivekervel.
Doevenkarvel-^4c/i/Ä.
Grijsekom.
Duivelskervel-O.jDr.
Koegras.
Duivenkerf-F.-B.
Roode remke-Gr.
Biiivenkewel-Fr., Dr.beiv., W,Fr., ütr,
Vogeltjes.
Duivenkrop-iV.i.
Wilde kruidnagels-Z.y^.
Gemeene duivekervel.
O u d e n ame n : Oattenkervel (N.H.), Oattenkervele (G.H.), Duyvekeryel
(Hond.), Duyvencrop (N.H.), Duyvenkervel (Dod.), Eertroeck (G.H.),
Eertrooc (G.H.), Eertroock (G.H.,, Dod.), Grise (M.N.), Grisecom
(M.N.), Grisekom (G.H.), Grizekom (ß.), Grysecom (N.H., Dod.).
Y l a a m s c h e namen: Duive(n)kervel (B.,P.), Gryshaar (P.), Gryzekol
(F.), Gryzend(e) oogen (F.), Gryzekom (B.)^ Gryzolie (F.), Gryzorie
(B.,F.), Kraaibek (B.), Kryzegom (F.).
Gagea Salisb. Geeister.
Geelster-Gr.Z., Z.L,, Du. Veldajuin.
Goudster.
1. Gag-ea arvensis Schult, A k k e r g e e 1 s t e r.
Akkergagea.
Kleine vogelmelk-iV.O.
(Akker)geelster.
Maartenlook-Sai.
O u d e namen: Akkerayeuyn (N.H.), Geelen yeldtajuyn (Dod.), Kossen
veldtajuyn yan Alckmaer (Dod.), Veldtayeuyn (N.H.), Wilde
ayeuyn (N.H.).
2. Gagea lutea Schult. Boschgeelster.
Boschgeeister.
Gele vogelmelk-T7aL
Veldajuin.
Vogelmelk.
3. Gagea silvatica Loud. Zle Gagea lutea Schult.
G a l a n t h u s L.
Galanthus nivalis L. S n e e u w k 1 o k j e.
Akeneerske-SflZ.
Akenjufferkes-T^,
Akkene meisjes-J^r.
Boutsie--Fr.
Eerste Februaribloemen.
FebreAvari-gekje-O.J^., Goe.
B.Eirighooidje-Kenm.
Juffert] es-in-'t-hemd.
Klökskes-Z.i.
Lelienarcis.
Liderke
Lidertjes Fr.(Woudstreek).
Maertehlomke-i'r.
Mèèrtbleumkes-^c^i^.
Melkbloem.
Mooie meisjes-Äi.
1) = klein kindje.
2) — stakkers.
GALEG-A, GALEOBDOLON. 107
Morgensterretje-Üir.
Naakte eerste.
Naakte eerstjes.
Naakte mannetjes-T., U:r., Wat.
Naakte naarsjes-O.Dr., SaL, Gr.Z.
Naakte wi]iies-Fr.{Wolden), Gr., St.,
Kenm.
Naakt juffertje-Gr.
Naakt mannetje-Gr.
Nakende aarsjes ^)-Overijsel.
Nakendeerskes-Gr.Z.
Nakendeerstjes-Gr., Sal., Achth.
Nakende-mannetjes-en-vrouwtjes-T.
Nakeneersien-SaL
Nakeneerskes-Tii;., Sah, Gr.Z.
Nakeneerstjes-iV.yeL
Nakene mantsjes-jFr.
Nakene meisjes--Fr.
Nakene meiskes-Leeuwarden.
Nekene wi]ikes-Fr.{Oosldongeradeel).
Noakende wiefkes-Gr.
Sneeklökjen-T^., Sal., Gr.Z., N.VeL
Sneeuw'bloempjes-.L.'ü.Ji.
Sneeuwdringer.
Sneeuwklokje-Gr., Fr,, N.O., Vlie.,
O.Dr., Velz., Achth., L.N., N.L.,
Z.L., W.Fr., Wat., Vir., Z.H., Du.,
V.B., O.F., Sch., Thol., Z.B., WaL,
Z.Yl., L.v.H.
Sneeuwvlokje-WaL
Snieklokje-J?r.
Tamme zeumerzotjes-WaL
Vastenavondgastje-Z.Ii., V.B„ Br.W.
Vastenavondgekjes-^cÄiÄ.
Vastenavondklokje-i.-A/.
Vastenavondzctjes-T^^;., Velz., Wat,,
, Utr., Z.H., V.B., Sch., Thol.
Vroegopjes-ü/r.
Winterliedertjes-iV.Dr.
Witte tijdeloos.
Zeumerzotjes-WaL, Z.Vl.
Zomerzoijes-Wal, Z.VL, L.v.H.
Sjneeklükskes-^-i. '
V l a a m s c h e namen: Juffrouwkens (F.), Kloksken(s) (F.), Lichtmisbloem
(F.), Sint Antoniusbloem (F.), Sneedreupel (B.), Sneedruppel
(B.)/ Sneeuwdroppel (B.), Snieblommeken (F.), Snottebel (F.), Spytsche
duiyelke(n)s (F.), Vastenayondbloemeken (F.), Vastenavondmuts (F.),
Yastenayondzot (F.), Vastenayondzotjes (F.), Vastenavondzottekens (F.),
Vastenonvenklokskes (F.), Vastenouyen'zot(ses) (F.), Winterzotten (F.),
Winterzottinnekes (F.), Witte bellekes (F.), Zomerzotteken (F.), Zomerzotten
(F.), Zottemuts (F.), Zwaluweikens (F.).
Galega L.
Galega offlcinalis L. G a 1 i g a a u.
Galegaan-Ti^;., Sai, Gr.Z.
Geiteklaver.
Geitenkruid.
Geitenrust.
Gersteklaver.
Gewone galega.
Vlakkenkruid.
Vlekkenkruid.
Galeobdolon Huds»
Galeobdolon luteum Huds. Gele dooveneteL
Doovenetel-jC.v.ii.
Doovetingel-jC.'y.ii.
Gele netel.
O u d e naam: Derde doovenetelen (Dod.).
Goudnetel.
Hondsnetel-iV.i.
1) kleine kindertjes.
ll w l
Ii..
Ü!/
Ii
I