ANÏHUXANTHUM, ANTHRISCUS.
A n t h o x a n t h um L, R e u k g r a s.
Geelbloem.
Z.H., Vu,, Goe., O.P., Wal.
Goudgras.
Ruikert.
Reukgras-Fr., NX., ZX., W.Fr., JJir,,
1. Anthoxanthum aristatum Boiss.l Zie Anthoxanthum Pueiii Lecoq et Lamotte,
2. Aiithoxantliiim odoratum L. R eukgr a s .
Geel koegras.
Goudgras.
Kattestaart-Wai.
Lavendelgras.
Wclriekende geelbloem.
Welriekend gras.
V 1 a a m s c h e n a m e n : Aisgraw (B.i, Auwsgrauwt (B.), Awsgraw
(B.), Eisgraw ^B.), Reukgras (B.)/ Splijtgras (P.).
3. Anthoxanthum Pueiii Lecoq et Lamotte. Slofhakken.
Ganzemiel-T^í;.
Slofhakken-iV.O., Tw., Gr.Z.
B.OTStGnroet-Loche77i,
Vrouwenhaar-Ttf;.
Slofhakkc-4c/ií/^.
A n t h r i s c u s Hoffm. K e r v e I.
Kervel-iV.O., O.VeL^ Gr,Z., NX., Br.O., Stekelzaad.
Utr,, WaL
1. Anthriscus Cerel'olium Hoffm. K e r v e l.
Kervel-iV.X.
Soepkervel.
Kervelkruid.
Tamme kervel-/S'a/.
Moeskervel.
ïuinkervel-Gr.Z., ZX., Wal.
Moeskruid.
Ou de namen: Kervel (N.H., Dod., Kil., M.N.), Reryele (G.H.).
V l a a m s c h e namen: Karvel (P.), Keervel (P.), Kelver (P.). Kervel
(B.), Kervele (P.), Keulver (P.), Kirvele (P.), 8uîkerkervel (B.).
2. Anthriscus silvestris Hoffm. T o e t e r s.
Fluitekruid-(rr., Eenm.
Flnitelot-Wormer.
Fluiters-TF.J'r.
Fluitkruid-W^aZ.
Holpijp.
Hondestanken-(?r.(Wes^LrA;ziJar^er
Hondjekraid-(îr.(TFe5Îer/OTariier).
Hondkruid-Gr.
Hounestank-J^r.
Koeienoog.
Koekensgroente-Goe.
Koekervel.
Nachtegaalskruid.
Nuners-Gr.
Paardenkummel.
Pieperloof-^.i?.
Piepers-Z.FZ.
Piipkrûd-iV.
Pipkruid.
Pompen-X.î^./i.
Pijpgroen-Z.J/.
Pijpkruid-Tf.i^V., ZXI., WaL
Schapenkervel.
Scheerlink-(?r.Z.
Spookbloem-iV. (Wondsireelc).
Stankhorens-A^i.
Stekelzaad.
ïoetelof.
ANTHYJ.LIS, ANTIRRHINUM. 23
Toeterloof.
Uir., O.F., Wal.
Toeters-(?r., 8al, WXr., Kenm.,Z.H.,
Wilde scheerlink-Tw;., 8al, Gr.Z.
Sch., ThoL, ZX., Wal., Z.Vl.
Wilde selderie.
Trompen-Z.FZ.
Wild wortelloof.
Wilde kervel-O.Dr., N.O., Velz., W.Fr.,
Zeeroogenbloem-W.J'r., Wat. i
O u d e naam: Wilde kervel. Vlaamsclie n a am: Schalk (P.).
3. Anthriscus Tulgaris Pers. Fijne kervel.
Gewone kervel-i'r., O.Dr., Velz., Z.L.,
W.Fr., Vtr., Wal.
liarvGhAchth.
Kevvel-Z.II.
Wilde kervel.
Stekelzaad.
A i i t h y l l i s L.
Anthyllis Vulneraria L. W o n d k 1 a v e r.
Wondklaver. Wondkruid-Gr.Z., W.Fr., Du.
O u d e n a am : Anthyllis prior (Dod.).
A n t i r r h i n um Tourn. Leeuwenbek.
Kalfsmuil.
Kalfssnuit.
Kousen-en-schukes-Sai.
Leeuwebek-Gr., Fr., T., O.Dr., N.O.,
Tw., Sal., O.Vel, Velz., Gr.Z., AcMh.,
L.N., N.L., W.Fr., Wat., Vtr., Z.H.,
V.B., Goe., Sch., Thol., Z.B., Wal.,
Z.Vl.
Lieuwemuulke-iV.X., Z.L.
Liuwebek-i'r.
Maskerbloemw
Orant.
O u d e namen: KaliFneuse (Kil), Kalfsmuyl (KiL), Kalfssnuyte (Kil.).
1. Antirrhinum majus L. Leeuwenbek.
Apenhoofd.
Arme-zûnderskruud-Tit;., Sal., Gr.Z.
Gaperkens-Wai.
Gaperkes-JV.i.
Gapers-Z.i.
Gapertjes-Z.JÎ., Z.Vl.
Groote kalfssnuit.
Groote leeuvi^e(n)bek.,
Kalfsbek.
Kalfsneus.
Kalfsmuil.
Kalfssnuit-^.FZ.
Knaptiindekenskruid.
Leeuwebek-Z.FL
Leeuwemuiltje-WaL
LeeuwenmoeF-Z.i.
Leeuwenmuil.
Leeuwenmuilen-Z.i.
Leeuwmuiltje-T7ai.
Poppen-Z.i/.
Schoentjes-Z.ii.
Tamme orant.
O u d e naam: Groote orant (Dod.).
V l a a m s c h e namen: Gapers (P.), Hazebakkes(8)en (P.), Hazemuil
(B.), Kalfsmuilkens (P.), Xalvermuil(en) (B.,P.), Kalvermulen (P.),
Kalvertoten (P.), Knaptanden (P.), Kolvermeulen (P.), Kolvermuilen
(P.), Kolvermulen (P.), Konynebakkessen (P.), Konynemuilekens (P.),
Kornijnenmuilekens (P.), Konynkens (P.), Leeuwe(n)muilke(n)s (P.),
Leeuwenbakkessen (P.), Leeuwenkoppen (P.), Maailkes (P.), Muilkens
(P.), Schaapsmuilkens (P.), Wolvenbakkes (P.).
Het plulîken der bioemen heet hier „zeere oogen" te veroorzaken.