RUTA, SABINA. 219
f iì
i.
Àir f •
I,. iiÄ
ììm
• IM i
Schaapspatich.
ScbaapssuiejL'kel.
Schaapszuring-Äa'.
Schaapszurkel.
Scluipe(n)ziiring.
Schoap&erel-^.i.
Serel-Z.i.
Sul-L.v.H.
Surpel.
O u d e naam:
V l a a m s c h e
Wild sevel-Z.L.
Wilde sorel-Z.X.
Zoerstellen-Tw;.
Zoounoos-Z.L.
Zurink-Tw,
Zmk-el-Z.Vl.
Zuur-iV.O.
Zuurzaad.
Schaepssurckele (Dod.).
n a m e n : Braak (P.ì, Braaksulker (B.), Braakzurkel
(B.), Brak (P.), Koezoelèr (P.), Koezoerel (P.), Schaapssilker (P.),
Schaapssulkaart (P.), Schaapssulker (P.), Schaapsurkel (B.), Schaapzurkel
(B.), Schoupsuurkele (P.), Sulker (P.), Wilde surkel (P.), Wilde
zurkel (P.), Zoete soulker (P.), Zuurkruid (P.).
3. Rumex acutus L. S p i t s e z u r i n g.
Koesen.
K'oesjes'blad.
Peerdik.
Suikerwortel.
Zuurbladen-Gr.
Zuarstelen-Gr.
4. Rumex aquaticus L. P a a r d e z u r i n g.
PaardezuriiTg-TÄoZ., Wal, Z.VL
Paardezurkel-Z.y?.
Peèsjserel--Z.i.
Pèrdserel-^.X.
Echte waterzurmg.
Leiidenwortel.
Paardedrkel-WaZ.
Paardensurel-Z.i.
Paardesereb^.i.
V l a a m s c h e namen: D&zelfde als bij R. Hydrolapathimi yermeld
zijn.
5. Rumex con^lomeratus Murr. Kluwenzuring.
V l a a m s c h e namen: Peerde(n)wortel (P.), Peerde(n)zurkel (P.),
Peerdesulker (P.), Peerdesurkel (P,), Peerdspee (P.), Perdeznrkel (P.),
Pirdesiiurkele (P.), Smalle dokke (B.), Wil(de) pachènce (P.), Wil(de)
patience (P.).
6. Rumex crisp us L. K r ii 1 z u r i n g.
Paardezuring-iV.^.
Perdezuring-Z.yi.
Snl'Rv.H.
lioeleek-Bet,
Kwijibabben.
Kwijlkwabben.
Leek-Bei.
V l a a m s c h e naam: Als bij R. conglomeratus.
7. Rumex §:lomeratus Schreb. Zie Rumex conglomeratus Murr.
8. Rumex Hîppolapathum Fr. Zie Rumex aquaticus L.
9. Rumex Hydrolapathum Huds. Waterzuring.
Haantjerijs.
Paardesul-i.'î;.!?.
Hantsjeruus.
Paardezuring-Z.J?., Z,VL
Harntsjerijis-i'r.
Partbladeren->^.i.
KoesV.B,
Waterzuring.
Oeverzuring-Z.Ji.
Wilde tabak-Wai.
Wilde waterridder. Zwarte waterridder.
O u d e namen: Groot patich (Dod.), Ladic (M.N.), Ladike (M.N.),
Ledi(c)ke (M.N.). ^ ^ ,,
V l a a m s c h e namen: Breede dokke (B.), Dokkeblaren (B.), Dokkewortel
(BO, Lekblaren (P.), Meerschzulker (P.), Merdellewortel (B.),
Pardelle (B.), Pareele (P.), Parille (B.), Peerdezurkel (B.), Perdelle
(B.), Venscheblaren (P.), Waterzulker (P.).
10. Rumex maritimus L. Z e e z u r i n g,
Hanesta,mmen-Wai.(het zaad). | Zeezuring.
11. Rumex Nemolapathum Ehrh. Zie Rumex conglomeratus en R. sanguineus
samei). . ^
12. Rumex nemorosus G. Mey. Zie Rumex sangumeus L.
13. Rumex obtusifolius L. R i d d e r z u r i n g.
Bitterblad.
Patik.
Bittersûring-i'r.
Peerdezuring.
Hardijzer-^.iî.
Peerdig.
Izerhard-Gr.2^.
Peerdik.
Knoers-Z7ir.
Ridder(blad)-(?r.
Paardezurinig-iV.jB., Z.VL
Riddertroink-ÄaZ.
Paardezurkels-WaZ.
IJzerhard.
Patig.
O u d e naam: Lapaten (M.N.).
V l a a m s c h e namen: Bordellewortel (P.), Kalverblaren (P.), Kalvertongen
(P.), Kalverwortel (P.), Patersstok (P.), Peerde(n)wortel (P.),
Peerde(n)zurkel (P.), Peerdesulker (P.), Peerdesurkel (P.), Peerdspee
(P.), Perdezurkel (P.), Pirdesuurkel(e) (P.), Sint Antoniuswortelen
(P.), Smalle dokkewortels (P.), Wil(de) pachènce (P.), Wil(de) patience (P.).
U, Rumex pratensis M. et K. Zie Rumex acutus L.
15. Rumex sanguineus L. B 1 o e d z u r i n g.
Bloedblad.
Drakebloed.
Bloedkruid.
Rooje Jan-ScÄ.
BLo'edworteL
Suldeken-L.v.iî.
O n d e n a m e n : Draeckenbloed (Kil.), Draeckenwortel (Kil.), Drakenbloet
Gewone zevenboom.
iiiÉÎiiiiâiK'
(Dod.), Roode paticli (Dod.), Swarte patich (Dod.).
16. Rumex scutatiis L. S p a a n s c h e zuring.
Spaanscbe zming-AcMh., Z.H. Zuurbledden-i^r.
Zoerebleade-i'r.
O u d e namen: Ronde surckel (Dod.), Eoomsche surckel (Dod.).
Ruta Tourn.
Ruta graveolens L. W ij n r u i t.
O n d e namen: Ruyte (Kil.), Wynruyte (Kil.).
V l a a m s c l i e namen: Ruite (P.), (Wyn)niit (P.)
Sabina Spach.
Sabina offieinalis Grcke. Sevenbooni.
Hoereboom.