82 CYDONIA, CYNANCHUM, OYNODON, GYNO GLOS SUM, CYNOSüBüS,
1
• ' •
2. Cuscuta Epithymuin L. Klei n w a r k r u i d.
Scliorftetijm.
Tijmschorfte.
Wargaren.
Dunste schorfte.
Klaverwarkruid.
Kleinste schorfte.
Klein warkruid.
V l a a m s c h e namen: Klaverruide (B.), Klaverrnie (B.), Klaverrawe
(B.), Reuwe (P.), Rnie (P.).
3. Cuscuta europaea L. Groot warkruid.
Wrange.
Cy(Ionia Tourn.
Cydonia vulgaris Pers.
Kwe.
liwee^Tw., Velz., Gr.Z., L.N., Z.L.,
Velz., Gr.Z,, Achth., N.L., Z.L.,
Br.O., W.Fr., V t r . , Z . H . , V.B., O.F.,
Goe., Sch., Z.B., WaL, Z.VL
Z . H . , V.B., O.F., Wal.
Kweeappel-i'r., Velz., Wal.
l i w e j h i e r - Z . L .
Queeboom.
Kweeboom-J_cAi/^.^ Wa l .
Kweepar-jFr.
Rivietpeer-Z.J3.
Kweepeer-Gr., O.Dr., Tiv., N.VeL,
O n d e namen: Cutenboom (Gr.H.), Kuitenboom (GH.), Que (Kil %
Queappelboom (N.H., G.K., Kil.), Queboom (G-.H.), Quedenboom (Kil.),
Quee (Dod.), Quepeerboom (G.H.).
V l a a m s c h e namen: Koing (P.), Kwapaar (P.), Kweekpeer (P.),
Kwee(n)peer (P.), Kweeperre (P.).
Cynanclium L.
Cynanchum Yincetoxicum R. Br. Zie Yincetoxicum officinale Mnch.
Cynodon Ricli.
Cynodon Dactylon Pers. Hondsgras.
Hondcndood.
Hondsdood.
Hondsgras-O.Dr.
liondstand.
Cynoglossiim Tourn.
Cyiioglossum officinale L, H o n d s t o n g.
HondstongworteL
Hounetonge-i^r.
Molsla-i?r.Z.
Dolle-hondsbloemen-^.FZ. -
Hondetong-SaL
Hondskiuid.
Hondstong-^.i., W.Fr., Utr., Wal.
O n d e namen: Hondstonge (KiL), Hondstong (Hond.), Hondtstonge
(Dod.), Hondtstonghe (N H.), Honstonghe (G.H.), Hontstonghe (G.H.).
C y n o s u r u s L. K a m gras.
Cynosurus cristatus L. K a m g r a s.
Fijne raai-i^r.
Hondei:.taait.
Kamg. SiS-Velz., Gr.Z., Z.H., O.F.,
WaL
Pluimgras-WaL
Smeelen-ZJir.
CYPERUS, CYSTOPTERIB, CYTISUS, LACTYLIB, LACTYLUS, DAPHNE. 83
V l a a m s c h e namen: Auwkensgras (B.), Hanekam (B.), Kammekensgras
(B.).
Cyperus Tourn. Cypergras.
Cyperbies. Zuurgr a s -^. i .
Cypergras.
1, Cyperus flavescens L. Geel cypergras.
Fluengers--Fr. 1 Klein rietgras.
2. Cyperus fuseus L. Bruin cypergras.
Fluengers-i^r. Zwart biesgras
Cystopteris Bernh.
Cystopteris frag-ilis Bernh. Blaasvaren.
Blaasvaren.
Broos blaasyaren.
Broze blaasvaren.
Wit eikenvaren.
Cytisns L. G o u d e n regen.
Cytisus Laburnum L. Gouden regen.
Geitenklaver.
Golden regen-Gr.
Golden regen-Achth.
Gouden regen^St., Fr., T. , O.Dr., Tw.,
Sal., VeU., Gr.Z., L.N., N.L., Z.L.,
Z . H . , O.F., Goe., Z.B., WaL, Z,Vl.,
L.V.H.
Gouden rein-Fr.
Kettingboompje-WaZ.
Seringen-O.Dr.
Br.O,, W.Fr., Wat., Kenm., Utr.,
V l a a m s c h e n ame n : Eb (P.), Bbeenhout (P.), Gaaregen (P.),
Gaaveregen (P.), Gauwenrègen (P.), Gauwereger (P.), Goudregen (P.),
Goudrènger (P.), Gouwenregen (P.), Klaverboom (B.,P.).
Dactylis L.
Dactylis g-Iomerata L. K r o p a a r.
Breegras-W.i'r.
Bunt-O.J^.
Ezelsgras.
Hondsgras.
Knobbeltjesbunt-O.-F.
V l a a m s c h e namen: Kropaar (P.). Zoggegras (B.).
KYO^didiT-Gr.(WesterJcivartier), N.O.j
Velz., W.Fr., Z .H. , Du., Goe,, Wal
Rouwgras.
Ruig hondsgras.
Bactylus Till.
Daetylus officinalis Till. Zie Cynodon Dactylon Pers.
Daphne L.
Daphne Mezereum L. Peperboompje.
Bergpeper.
Blaarschors.
Boerepeper.
Duitsche peperboom.
Eerdsche leeuw.
Garoe(boompje).
Garouboompje.
Kelderheuske-W^/ire.
Kellerhals.
Kleine laurier.