ACEEAS, ACHILLEA. ACONITUM.
2. Acer plataiioides L. Noorscho eschdoorn.
Zweedsche oscbdoorn.
V l a a m s c h e na m e a : Aschdoorn (P.), Flikkerkesboom (P.), Klautereer
(P.), Pilaan (F.), Plaan (P.), Wielekensboom (P.).
3. Acer Pséiido-platanus L. Eschdoorn.
Bergahoni.
Bexiterblaerhout ^)-WaL
EksdoonvTw;,, 8al, Gr.Z.
Erabel.
Gewone eschdoom-Fe?^., W.Fr.
Groot booghout.
Haveressen.
Luitenboom.
Maasboom.
Schotsche lindenboom.
Sbeenahom.
Sycomore.
Violenboom.
Violenhout.
Vliegertjesboom-Fe?^.
Vlindertjesboom-Tíí;., Wat.
Waterabornboom.
Wateralant.
Mast boom.
O n d e namen: Grooten acer (Dod.), Pladerboom (M.N.), Planappe
(M.N.), Planeboom (M.N.), Plenappe (M.N.)-
Y l a a m s c h e namen: AscMoorn (P.), Effentral (B.), Flikkerkesboom
(P.), Klautereer (P.), Pilaan (P.), Plaan (P.), Wielekensboom (P.).
Aceras R. Br.
1. Aceras aiithropophora R. Br. Poppenorchis.
Poppen zonder spoor.
2. Aceras pyramidalis Rchb. fll. Zie Anacamptis pyramidalis Rieh,
Achillea L. D
BieTt.ram-6V.Z.
Doezendblad-Gr.
Duizendblad-O.FeZ., G7\Z., N.L., ütr.,
Z.H., Du., O.F., Goe., Wal.
1. Achillea Millefolium L. Duize
Cbeeskriiid.
Chocoladebloem-S'aZ.
Doezendtak-G^r.
Duizendblad-^.5.
Doiizendkruid.
Duizendtak.
Gaerwe.
Ganzegerf-Z.!/.
Garbe.
Garbel.
n i z e n d b l a d .
Kankerbloem-W.J?r.
Zeer-oogenbloem-Tf.i'r.
n d b 1 a d.
Guvve-Tw., Sal, Gr.Z.
Gereuve.
GrenzintTw;., Sal, Gr.Z.
Haze(n)garye-AcA¿/¿.
Hazegerf-FeZ^-.
Hazengeil.
Hazengerf--^.!:., Br.O., Utr,
Hazengeruwe.
Hazengerwe.
Hazengluwe.
1) De biaderen worden des zomers gebruikt om er boter in te pakken.
Hazengras-O.Dr., N.O., 8al.
Hazenkervel-O.Dr., Tw., Sal, Wal
Hazenkl.aver-S'aí.
Ha^zegérs-i^r.
Hosekasen-JV.O.
Hondegeryel-L.v.Jí.
Hondekemmje-^cÄ//^.
Ho ndekl eiaT-Hattem.
Kamille(n)-Tw;., Sal
Karwiek-Tgr.
Kikherhloem-Zunderdorp.
Koddebloem-TF.i'r.
KvmwoEiVtei-Zandstr.Fr.
Paddebloem-T.
Roinevaar.
Ribbenkwaajd.
Riezenbrij
Schaafgerve.
Schapeklaver-Gr.(0?cía'?í?6¿).
Schapengerf.
Schapenribbe.
Schee re-Fei^.
Schoapegarf-Gr.
Sj afcelar jeblom-J?r.
Skieppe gerf--Fr.
Skiepperib-i'r.
Stoelbloem-T^r.
Tabaksbloem-^.-L.
Theebloemeken-Goes.
Theeblommlen-^.FZ.
TjêrkhÔfblom-J^r.
Velddragon.
Witte reinevaar.
Zeere-oogenbloem-TFai.
Rijß tep apbl oem-Br. 0.
Onde n ame n : Dusentbladt (Gr.H.), Duysentblat (N.H.), Garwe (Gr.H.).
Geruwe (Dod.), Gerwe (N.K.), Millefolium (Dod.), Schaepsgerwe (N.H.),
V l a a m s c b e namen: Antbeebloem (P.), Duize(n)dblad (P.), Duizendblaren
(P.), Duizendtandekens (P.). Erve] (B.), Gaarf (P.), Geiref (P.),
Gerì (P.), Gerve (B.), Gerwe (B.), Herf(t) (P.), Herve (P.), Hervel (B.),
Hondegerve (P.jB.)^ Hondegervel (P.,B')i Hondegerwe (B,), Hondekervel
(P.), Hondsbloem (PJ, Hondskervel (P.)^ Hondskerven (P.),
Kerfkeskrnid (P.), Steenzweerkruid (P.), Tandekensbloem (P.), Trissem
(P.).
2. Achillea Ptarmica L.
Dubbele kamille.
Gemeen nieskrtiid.
Knoop jes-i'r.
Koosekruid ^VSch.
O u d e
W i rd e b e r t r a m.
Moerasduizendblad.
Vielddragon.
Wilde pyrethr'um.
n a m e n
Wild tandkruid.
Wilde bertram (N.H.), Wilde dragon (Dod.).
V l a a m s c b e namen: Hemdeknopjes (B.), Medecijnbloem (P.), Steenzweerkruid
(P.), Wilde gerf (P.).
Aconitum Tourn. Monnikskap.
Adam-en-Eva-Ä?^., Tw.
Akonie.
Akoniet-W.Fr.
Koetsen-ein-paardeîi-S'cA.
Mönnikeiukappen-^c/iiÄ.
Monnikskap-iV.O., Tw., Sal Gr.Z.,
N.L., Br.O., Wat., Utr., Z.H., V.B.,
O.F., Seh., Z.B., Wal, Z.Vl
Mun:nikekap-1F.-Fr.
Paarden-en-karretjes-Z.FZ.
Schoenen-en-mtiilein-Z.i/., Y.B.
Stormhoed.
1) = rijstebrij.
2) = koortskruid.