H
III itiji
\'fM\\ iPlìiìi
-, "^lli
ill
64 CHLOIU, CHIiYSA.]STnEMUM.
7. Clieuopodiiim polysperinum L. B 1 a u w e melde.
lilauuiclt-I^V.
Kleine uuijer.
Kruipend inodderkw^iad.
Kvvnimìel'Gr.(Westerìacariier).
8. Cheiiopodiiim Vulvaria L. S t i n k m e 1 d e.
KrCipiuealje-i'V.
Jjijtse melten-i^r.
Ji'r.
Kutteiikruid. Schaaiiikriiid.
O u d e namen: Bocxkruyt (Dod.), Cuttencruyt (Dod.)j Stinckende
melde (Dod.).
V l a a m s c h e namen: Bokkenkruid (P.), Stinkende hering (P.).
Bitterling.
Bitterplant.
Chlora L. Bitterling.
Zomerbitterplant.
Chrysanthemum Touru. G a n z e b 1 o e m.
Kalversoog-ScÄ.
Kamille-Z.L.
Ganzeblocni-0.i)r., SaL^ Br.O,, W.Fr.,
Utr., Du.
1. Chrjsaiithemum Chamomilla Beruh. Zie Matricaria Chamomilla L
2. Chrysanthemum inodorum L. Zie Matricaria inodora L.
3. Chrysanthemum Leueaiithemum L. M a r g r i e t .
Dolle hondsbloemen-^.yz.
Dubbele dijkbloem-y.-/>\
Dubbele madelief-Z,.?/.
Dubbele meizoen-J^ei.
Goczeblom-J^>.
Goldsblomo-Z.i.
Goudbloem-jBr.O.
Groote kamilleT.!)'.
Groote koeienweitjes-^.5.
Groote madelief-Gr.Z., Achth., L.N.,
Br.O., Utr., ZJI., V.B., WaL
Groote Mariabloem-^ic/¿¿/^.
Groote meizoen-jBei., Tw.
Groote meizoentjes-A^.i.
Hondsbloem.
Hondsdul-Z.FL
Hondskamille.
Jansbloem-Z.i.
Johannesbloem.
Kalfsoogen-SaL, WaL, Z.B., Z.VL
Kalveroog-W.i'r.
Kalversoogen-WaZ.
Kamille-y.i.\, Z.Vl.
Karnemelksbloem(en)-O.I^\, ZJL
Kersouwen.
Koebloem.
Koeieblommetje-Z.jß.
Koeienoog-i^.-B.
Koeieoogen-iV.i?.
iioGOOgeii-Sch., Thol.
Koeweiblommen-^y.-B.
Kransbloem-Fcfe.
Kuischbloem.
Margcriet-iV.O., Tw., Sal, O.Vel,
Gr.Z,, Achth., L.N., Br.W., TJtr., Du.,
Goe., Wal.
Margrict.
Meesterbloem-z.yz.
Ossenoog.
Paardebloem-J5r.W., Z.B., Z,VL
Paardenbloem-ZJi.
Paarlemoentjes-y.J5.
Paarooge^-Z^.l?.
Pannekoekenbloem-Äha Z.
Pinksterbloem-,^.i.
Roomsche kamille-iV.O., Achth., Z.R.^
Z.B.
Sint-Jansbloem-^r.yp^.
ixmhiùsknó'pe-Achth.
Wambuisknoopén.
WammesknoopenTeZ^.
È
CHRYSANTHEMUM. 65
Weiblommetjc->^.jy.
Wemmesknoopen-yei^:.
Witte ganzebloem-W.iV.
Witte goczzeblom-I-'V.
Onde namen: Gansbloeme (Dod.), Ganszbloeme (N.H.)/ Groote madelieven
(N.H., Dod.), Hondsroosen (Kil.), Joliannesbloemen (G.H.),
Sint Johannesbioemen (G.H.).
V l a a m s c h e namen: Dikkoppen (P.), Groote witte kamil (P.),
Groot kasseiken (P.), Keersbloem (P.), Kransbloem (P.), Kwa-oogenbloem
(P.), Groote margariet (P.), Peerdebloem (P.). Peerde(n)toppen
(P.), Peerdsblomme (P.), Peerdsknoppen (P.), Peerdsoogen (P.), Polkabloem
(P.), Polkoogen (P.), Pollekooven (P.), Sint Jansbloem(en) (B.,P.),
Sint Pietersblomme (P.).
L Chrys.authemum Partheiiium Beruh. M o e d e r k r u i d.
Chrysanth,
Dubbclde koniillen-zlc/^i/^.
Groote mcizoentje-Sa/.
hidig.
Kalfsoog.
Kalversoogen-ScA.
Maòtrief--2^.i.
Mater-iir.O.
Moederkruid.
Roomsche kamille.
Roomsche komillen-^cÄiÄ.
Vuurwortel.
KamiUe-/>V.Ty.
O u d e namen: Bertram (N.H., G.H., Kil), Mater (N.H., Dod.,
M.N.), Matere (G.H.), Moedercruydt (Dod.), Moedercruyt iN.H.).
V l a a m s c h e namen: Hemdsknopkens (P.), Mater (B.,P.), Moederkeskruid
(P.\ Moederkruid (B.,P.), Roomsche kamille (P.), Tamine
komil (P.), Vliendemater (B.).
5. Chrysanthemum segetum L. G e l e g a n z e b i o e m .
Deemterbloem.
Klappeijen.
Fogelaar.
Pandbloem.
Gele ganzebloem-iV.O., Utr.
Stroobloem-Wa^., Utr.
Gele vokelaar.
Stroòbloum-(?r.
Giele goezzeblom-JV.
Vokelaar.
Goldsbl6me-2\i;., Sal, Gr.Z.
Vonkelaar.
Goudbloem-Ä^.i., Z.L., Br.O.
Waldblom-i^r.
Goudsbloem-iV.i., Z.L.
Wambuisknoopén.
Goukebloem-Ti/.
Wilde goiidsbloem^-Fr.; Z.L.
Guldebloem.
Woudbloemen.
O u d e naam: Vokelaer (Dod.
V l a a m s c h e namen: Alverdreef (P.), Dikkop(pen) (P.), Gele mater
(P.), Goudbloem (P.), Paardeblom (P.), Vokelaar (B,).
6. Chrysanthemum vulg-are Bernh. B o e r e n w o r m k r u i d.
Boerenwormkruid-O.Dr., Tw.,
Goe.
Gingher-Tw.
Gouden knoopjes-SaZ.
Kalfsoogen-^.yz.
Knoopjes-J^.yi.
Kostkruid.
Sal., KroQhncs-N.L., Z.L.
Kruidwesch-Ji.i.
Pierenkruid-Sai., Gr.Z.
Piereukruud-O.yeL
Pinksterbloem-Z.X
Rein der sknoppen-iV.i.
Reinevaar-Äai., Achth.