t e t r a o
P E R D I X.
PATRYS of YELDHOEN.
G e l y k de Korhoenders of Berkhoenders, die eenige Plaaten voorlyker afgefaeeld en befchree.
ven zyn, zo behoorentot het Edel Wtldonzv Provintién de P a t r i e n , wier Afbeelding hier,
zo wel van de Haan ais . van de Hen, in de Natuurlyke grootte medegedeeld wordt. Z y zyn
door den Ridder Liníueüs begreepen in het zelfde Geflagt van Tetrao, en dus verváth de
Rang der H o e n d e r e n , terwyl zy ook by fommigen, wel meest mar den kant van Duitsch-
land, en.zelfi in Gelderland, den naam van V e l d h o en d e r s voeren.' Van de gedagte Korhoen-
ders verlchillen zy hoofdzaakelyk, doordien de ruigte der Pooten haar ontbreekt. Hierom be-
paalt de Ridder haar, ais V e l d h o e n met ongevederde Pooten, die gefpoordzyn, een kaale fchar-
laken-roode Vlak onder de Oogen, de Staart Roeslkleurig, de Borst bruin (*)
Ik zal hier niet ftaan blyven op de afleiding van den Geflagtnaam Tetrao, die oudtyds voor
een groot ílag van Vogelen gebruikt werdt ( f ) en van G esnerus op den Ouerhaan, mede tot
de Veld- of Woudhoenders behoorende, toegepast wordt. Genoeg is ’t , dat die Griekfche
naam, volgens de befchryving van P lin to s, met dezelve ftrookt, zo A ld r o v a n d u s aanmerkt.
En dus kon de groóte L in m t o s , te regt, aüerley Veldhoenders, zelfs de ICwakkels of Kwar-
tels, welke ook in dit Werk reeds afgebeeld en befchreeven' zyn, onder deezen Geflagtnaam
be.
f f £ V o ” rdMT H o ^ ^ 1 » «■ » . “I "™ de Bepaaling een mánig a n d e r a d a n ¡ „ a . Tiende »-.¡¡.ave; Zie Na,.
^tlN* Hifi. Nat. X. a 2. Decct Tetraonas fuus nitor, abfoiutaque nigritia, in fuptrciliis Cocci rubor.
Aaa