T 1 T 1 A O , ' C o t u r u i x .
T E T R A O,
C G T U R N I X,
K f ARTEL, K f A K K E L
1 ) „ Ridder Linnzeüs tekent in zyne Xd« uitgaeve van het Syftema Natur* , by de melding van
deeze vogelen in het Hoenderengezin, aen, dat zy in Europa, in Afiä, en m^Africu huishouden.
Her eene van deeze werelddeelen fchynt dusde Kwaitelen van het andere werelddeel-niet tebehoeven.
MS-maelenontmoetteeenigegrootereof kleinere hpeveelheid « d o t hoenderfoort het een
/ , r , v . • A A k Ir v p r d p r OH . 111 de ü f a « » P P « P l l i l wd
sr van zuik een icnooi eenisc uuui^xxi«^^^» -------- . r * • . -
kedeeze vogelshunne lüg namen, om te ruftemedochdaer-mt fchynt of4 niet meteemgedemmfte
zekerbeid heflooten tekunnen worden, dat die Kwartelenuit^fo«ßa naer Europa of tut
Ew-om naer A ß» of Africa verhuizende waren. Albame enßnekeniand hebben eene veelheid van
dit gevogelte, en de Eilanden van den Archipelzyn ’er ryklyk van voorzien: De aldaerop zee aen-
getroffene Kwartels mögen zulke zyn geweeft, die van ’t eene Eiland naer het andere, of van Cy-
C n a e r de Syrifche kuft, of van Camlie door een fterk opfteekenden wind afgedreeven, veelver-
S r van hun coursverwyderd geraekt zyn. Immers daer uit, dat tusfchen het edand Zante^Morea
Kwartels op een fchip gevloogen zyn, in de Leute, maektmai niet danbyloutere gisfing op dat
w ^ t Ä L a e r l L ^ t o t hun zomerverblyf trokkeü, en even onzeker fielt men daer tut, dat
ü T t Z c Z Z t n Jtexandrie fin Eeypte) op den herfst Kwartels ontmoet zyn, ftreek houdende
tusfchen CmAe*n im LO T ^ P winterverblyf op reis waren. -Am-
— B niemand daeraenM W toenP. Bwxw.by eigen’ ondervmding hunne ftellmgbe-
v e ftT S ) Tegende welke echter naederhamd, en wel in deeze tegenwoordige eeuw de vermaa-
He hier K lein zie onderwondt te verzetten,in eene uitvoengeVerhandelmgover de Stryk- en Trek-
onbeftaenbaerheid niet alleen van zulk eene verre toght voor zoo logge
h H H I
• Men ziet, mynes weetens, monze Provmaeage ^ j mcn >t noemt, en eenen
ding nog niet gebleeken, z y 1n a ^ ondergaen.evenalsfommige. andere dieren(§§).
ftaetvanflaep en, °"^ n d °« d ykh ad v d S w ä r te ls fomtyds lo g laet in de maend
A k ooggetuige kan ik ;je r» *e ren ,d a t ; ^ ^ ^ . ^ n d e n z y n , zoo dat z y , opgejaegd, niet
OStober ontmoet woiden, wanneer y „iheigende vanaffiandtotaffiand {zeldenmeerdan
verrekunnen heenvkegenen g e n o ^ ^ ’ kfcJ> „ efc,r£te graen hen zoolang tusfchen de ftopvan
i 5otreden) neÄr te ftryken. aIistoteles en P.BELON.fpreeken?
pelen houdt, dan o f z v zulke reden WOrden gedacht, indien deeze vogelen tekan
ik niet zeggen. Maer B j g M g “ >y, geftrerige ofzoo aenhoudende koudehebgen
den winter naer elders verhuizen " zy geenezoo g B ^ ^ ^ ^ ^
benuitteftaen, alsgemeenlyk hier by w u 5L , ft zjg begeeven. (§§§) Immers al vröeg m de IS b I ¿ er s dp " z iÄ Ä i, m s m 1 m m
fterk zy ook de verhuizing der Kwar^.e e" "aer^ T n ee| ige van deeze vogelen dit doen, waerom
daer zy gebor® zyn den wmteroverblyven. Kunnen eemge van uccze ö ^
T . ™ , Y T 06/ir- bus fuperflui ¡entiqui bumores concoquendifunt."
^
¿ ä « Z .cm th « , i l t a K i l » - ¿ » W “ ’J e L d & e tm .ü fc ijn , b c t r c k t o m . d i i . s » ^
. (t) c. ä ilf: ; Äip»*'-! Nay te Ä B _ „ 8; a aota rR