wordt deze plant op sommige heidevelden gezaaid en daarna
omgeploegd, dewijl zij als zoodanig eene goede meststof oplevert.
Van dit middel wordt evenwel, voor zooverre ons bekend
is, in deze provincie weinig gebruik gemaakt, maar zeer
menigvuldig in de naburige Koloniën van Weldadigheid aangewend.
De bessen van Sorbus aucuparia (Lijster-beziënboom)'
verstrekken vooral de Lijsters en andere vogelen tot voedsel.
Fragaria vesca (Aardbezie), Rubus Idaeus (hof-Braambes), R.
caesius (blaauwe Braambes), zijn bekend als smakelijke vruchten.
Spiraea salicifolia (Wilgbladige spiraea), is een surrogaat voor de
Thee. Portulaca oleracea (Tuinporselein) wordt weinig gekweekt
en nooit opgezocht. Van de Ribes rubrum, R. nigrum en R.
Uva crispa (Roode, Zwarte en Kruisbessen) zijn de vruchten
algemeen bekend, ofschoon ook deze in den wilden staat niet
worden verzameld. Pastinaca sativa (Moes-Pastinake), Chaero-
phyllnm sativum (Tuinkervel), Daucus Carota (gemeene Peen),
Carum carvi (gemeene Karwei) worden niet verzameld, maar
leveren , in de moestuinen gekweekt, de beide eersten in hun
loof, de derde in derzelver wortels, een welsmakend voedsel
op ; terwijl het zaad der laatste in de gewone Friesche kaas als
kruiderij wordt gemengd. Hedera Helix (Klimop) wordt aan de
gevels der boerenhuizen veelvuldig aangekweekt, en bevestigt
deze, door de vastheid, waarmede zij zich met den muur ver-
eenigt en aan de steenen vasthecht. De bladeren der Fedia
olitoria (eetbare Veldsalade) en de eerst ontspruitende ongeopende
stengels en bladeren der Leontodon Taraxacum (Paardebloem)
en Cichorium intybus (Cichorei) verschaffen beide een
aangenaam bloedzuiverende salade; terwijl deze laatste plant
om hare wortels (die, gelijk bekend is , gedroogd, gebrand en
gemalen bij de koffij gebruikt worden) zeer menigvuldig wordt
aangekweekt en aan honderden menschen arbeid oplerert. Vac-
cinium Myrtillus en V. Vitis idaea (Blaauwe en Roode bosch-
bessen) verschaffen ons smakelijke vruchten, zoowel om verseb
als ingelegd te eten, terwijl de geheele planten tevens in de
Looijerijen als looistof voor fijn leder zijn aangeprezen. Menigvuldig
is het gebruik der Erica Tetralyx en E. vulgaris (Heide)
als brandstof in de brood- en koekbakkerijen, alsmede tot het
maken van bezemen en zoogenoemde handschrobbers. De wortels
der Stachys palustris (Moeras Andorn) kunnen even als
aspergien worden gegeten. De vruchten der Plantago major
(groote Weegbree) en anderen strekken tot een aangenaam
voedsel voor de kanarievogelen ■, Salicomia herbacea (gelede
Zeekraal) is algemeen in Zeeland als een gezond voedsel voor
de menschen bekend- Polygonum Fagopyrum (Boekweit) wordt,
zoo als bekend is , op de afgebrande heidevelden en veelvuldig
in de wouden aangekweekt. Humulus lupulus (Hop), als bestanddeel
van het Bier, wordt hier niet verzameld , doch sedert
eenigen tijd is door het Friesch Genootschap van Proefon-
dervindelijken Landbouw beproefd,- om bier aangekweekt te
worden, waaromtrent de resultaten nader worden te gemoet
gezien. Tevens zijn de jonge spruiten van de Hop in het voorjaar
een zeer aangenaam en gezond voedsel, welke spijs men
inzonderheid in Relgië zeer menigvuldig op de tafels ziet. De
Nooten van Fagus sylvatica (Beukenboom) zijn een zeer gezocht
voedsel voor de vogelen en andere dieren, gelijk de vruchten
van den Quercus (Eik) voor de varkens • terwijl tevens van deze
laatsten de bekende eikel-koffij wordt bereid. Voor ’t overige
dienen de Amentaceae, zoo als reeds vroeger is vermeld, tot de
houtkultuur, Myrica Gale (ruikende Gagel), wordt hier nergens
toe aangewend, maar uit derzelver ongeopende knoppen
kan een plantenwas worden afgescheiden. De talrijke soorten
van Salices (Wilgen) worden tot het vlechten van manden en
andere rijswerken veelvuldig gebruikt. De bessen der Junipe-
rus communis (.1 oneverboom) worden in de Jeneverstokerijen
gebezigd, om den Jenever, zoo als men het noemt, te b e ije n ;
maar ook deze worden bier niet verzameld, uit hoofde van de
geringe hoeveelheid derzelve. De Lemneae (Kroos) en eenige
andere waterplanten dienen de watervogelen tot voedsel. Zos-
tera maiina (Zeelint), dit bij onze kusten drijvende zeegras,
wordt gedroogd en is zeer geschikt tot vulling van matrassen.
Juncus glaucus, J . communis, J . lampocarpos (Bloembiezen) en
anderen worden geschild , en het merg wordt, onder den naam
van Riskepitten, als een p it, in plaats van boomwol, tot branding
in de lampen gebruikt. De binnenste, nog onontwikkelde
bladeren der Typha latifolia en T. angustifolia (Lischdodde)
leveren, met azijn, peper en zout gebruikt, een voedsel o p ,
dat- door de jongens gretig opgezocht en te Leèuwarden onder
den naam van Ziggen en te Franeker, Bolsward en elders
onder die van Duren te koop wordt aangeboden. Scirpus
lacustris en eenige andere Scirpi (biezen),. zoo als ook Typha
(Lischdodde), Butomus (Zwanebloem), Carices (Rietgras),
Glyceria fluitans (Vlotgras) worden als biezen gebezigd tot het
vlechten van matten in de stoelen enz. De Eriophora (Wollegras)
en eenige Populi (Populieren) geven, door hunne zaad-
bedekking, eene soort van wolachtige stof. Het is dikwijls
beproefd deze te spinnen, maar tot nog toe is dit niet ge