
E R I C A Tetralix.
Dop-beide*
Hoogduittch Sumpf heide, auch Niederlandifche Heide. .■ (
EngelseA Crosf leaved Heath.
Nederduitfche Bynaamen FyneHIeide, Bezem-heide, Tweede groote Heide.
Bloeit Lente en Herfst, h
O c t a n d r ia M onogyn .ia . A.g tm a n n ig e E e nw y v ig e .
Qrd. Nat. linn- xviii. Bicornes
Geslagts Kenmerken.-Cal. 4-phyllus, Kelk van 4 blaadjes. Corolla 4-fida, ts-fpUe-
tige Bloemkrans, a. Filamenta receptaculo inCerta, de Ifelmdraaden op. denHoeifloel zittende, b.
Anthera; bifidae, de Helmtjes tweefpleetïg. c. (vergroot) C.apf. 4-locularis, Zaaddoosie. d .
met 4 hokjes, e. ^ ’
Soortelyke Kenmerken. Anthefis ariftatis, met Hélmtjes, die genaaidzyn.f. Cor. ova-
tis, Stylo inclufo, eyronde Bloemkrans, welker mond den flyl omvat. Föliis quaternis ciliatiS
viervoudige ooghairige Bladen. Floribus capitgtis,, de Bloemen tot een-hoofdje byêèn geplaatst. . ’
De Helmtjes -zyn aan het ondereinde genaaid. De.Meeldraaden zyn- wel binnen den
Bloemkrans verborgen, doch.de flyl.komt even hoven uitfleeken.Het Zaad. g. D/t
Bladen, h. (aanmerkelyk vergroof.)
Verscheidenheid. Met witte Bloemen,
Groeiplaatsen. Op Heivelden en vlakke Dwngroriden.
Op byna alle de woestliggende Heivelden in de onderfcheide Oorden der Républiek' by
de Erica yylgtfris-, en vooral op laage en veenachtige Heygronden. In het midden der Cas-
ïricummer en Heemskerker Duinen f. ]n de Duinvlakte de Meente op T exel.
De verfcheidenheid by de paariche, doch is zeidzaamer.
Hüishoüdelyk Gebruik. Goed voor Schaapen en-Geiten. In de Weilanden-voor Onkruid
te houden, (brugmans) ook in de Boslchen. (beckman) Det'lllQetrienïzeer gezogt
door de Beyen, doch de Honig hiervan, als ook van de gewoone Heide komende, is geel en
lyroopig, en hierom minder waardig, (du hamel du MONCE,Au)De Plant dienftig tot Leer-
looijen. (bulliard) Hier van worden goedeBezems gemaakt: ook tot ftrooijing onder de Bedden
by fommige Landlieden in gebruik — Verders wordt het onder het Vee op de ftallen ge-
ftrooid, en maakt mede uit de korst der afgeftooken Heiplaggen, die tot vermeerdering van
mest, en tot brand gebruikt worden.