
F O L Y G O N U M amphibium.
Tweejlagtige Duizend - knoop.
Hoogduitsch. Wasfer Knöterig.
Engelsch. Perennial Arsmart. ,
Nederduitfche Bynamen. Fontein • kruid j eerfte Fontein-kruid. Roowillig.
Bloeit Juny en July. %.
OCTANDRIA T r IGYNIA. A gTMANNIGE D r iEWYVIGE,
Ord. Nat. linn. x i i . Oleracece.
•Ge slagts K enmerken. Cal. o. zonder Kelk. Corolla 5- partita, calycina, de Bloemkrans $• deelig,
Kelkvormig. Semen, i . angulatum, - één Zaad, hoekig.
SooRTELYKE K enmerken. Floribns pentandris, femidigynis, met vyfmannige Bloemen, byna twee.
wysn'g, (wier ftyl tot dicht by den toet in twee verdeeld is, te zien by de geópende Bloem, a. véél vergroot
• by e.J Ipica ovata. eyronde Air.
Deze J'oort is eigenaartig tweejligtig genoemd, om dat zy, zo op het land als in het water groeit; fchoon
zy in eenige byzonderheden van den anderen verfchilt. Met recht zegt L inn/eus dat hare gedaante.
■ verwisfeling verwonderingswaardig is , naar mate van den grond. De Land-Plant is rechtopgaande,
ruw, droevig; de Water-Plant dryvende, glad, vrolyk , terwyl ook de Land-Plant zeldzaamer bloeit:
om welke redenen de Water-Plant voor de eigenlyke j'oort; de Land-Plant als derzelver verfcheidenheid
zal moeten gehouden worden. ---- De hier nevens afgebeelde is de Water-Plant, waar van de Meeldraden
korter zyn dan de Bloemkrans. Aan de Land-Plant zyn dezelve langer dan de Bloemkrans,
men zie zodanige Bloem geopend, en afzonderlyk afgebeeld by b., veelvergroot by c. De Water-en Land-
Plant hebben beide aan den voet van eiken Meeldraad rode kliertjes, die als Honigbakjès kunnen
aangemerkt worden, zie by a , b,enc. — De Water-Plant heeft geheel gladde bladen; deLahd-Plant
ruighairige bladen, die Jmaller en als ingekrompen zyn. (zynde een afzonderlyke Blad-tak van deze
Verfcheidenheid afgebeeld by d.) Dat de laat/le, volgens Meese genoegzaam zonder Bladjlelen zou zyn ,
is my nimmer voorgekomen; de jloppels offcheden aan de knokkels van den flengen ftelen zyn vliezigen kort.'
De zwarte hairworteltjes aan de ranken onder aan de gezegde ftoppels, door Houttuin ontkend, zyn
daadelyk zodanig door my waargenomen, als aan de Plant is afgebeeld. De Rode Bloem - air met derzelver
fteel, komt alleen boven het water u it.----- Het Zaad isplatagtig eyrond, zie by e.
B y de hier voren opgegeven ondericheide kentekenen der Water- en Land-Plant, kan men nog de
volgende voegen. — De bladen der Water-Plant zyn lederagtig, en vry duidelyk aan derzelver voet
hartvormig; terwyl die der Land-Plant vast z y n , zonder lederagtig te wezen, en ook veel flaauwer
o f geheel niet aan derzelver voet hartvormig zyn. Verder fchiet de Land-Plant nergens uit zyn fteng
' o f ranken zwartagtige hairworteltjes u it, waar van boven gelproken is. ----- Aangaande de lengte der
Meeldraden met betrekking tot den Bloemkrans, heb ik waargenomen, dat hieromtrent niets zekers kan
bepaald worden : alleen heb ik aan deze en geene Plant opgemerkt, dat de Meeldraden eerst korter dan
de Bloemkrans, daamaa gelyk in lengte z y n , en eindelyk boven dezelve uitkomen: dit fchynt my toe
aftehangen van den ouderdom der Bloem, en derzelver voortgaande ontwikkeling, — De Bloemen, die
de Air uitmaken, zyn van den anderen afgefcheiden door kleine, ey-ronde, lancetvormige, puntige,
paers gtige fchntblaadjes. ( F avrod)
V erscheidenheden. rJ De Land-Plant, hier voren befchreven, 3. Eene ware Amphibie Plant
door my gevonden, uit wier wortel aan den Slootkant even onder het water een groote fteng zich onder
het water uidpreidde, en dryvende bladeren had, volkomen als die der Water-Plant; terwyl deze fteng
een zytak met bladen na den Landkant uitfchoot, geheel_ruig, hairig, zo als die aan de Land-Plant
gevonden worden: de Bloem-air boven het water uitkomende, hadt lange Meeldraden, als de Land-Plant.
Groeiplaatsen. Aan de kanten en in ftilftaande zoete wateren en Vyvers.
In V riesland f . By Harderwvk en T wello op de V eluwe f , by de Blaauw -C appel buiten
U tr ech t f , by Haarlem in de Slooten, langs den K leverlaan en Overveenschen w e g j" ,
buiten s’Hage by N ootdorp, by Nimwegen en op vele andere plaatfen.
V erscheidenheid, i . Op Bouwlanden en langs Wegen. — — In V riesland , in Weiden by
Harderwyk , U tr ech t , Haarlem , by L eyden langs de Cingels en Studenten Pad, en elders.
V erscheidenheid. 3. Buiten s’Hage aan een Sloot langs het Pad, gaande van de Delftsche
.Va a r t by den Ouden T o l na N ootdorp.
Huishoudelyk G ebruik. De Byen azen op de Bloemen. (Sir. Abhl) De Wyn die men door deze
Plant laat gisten, zou een Brambozen-geur verkrygen. (S uckow) Schadelyk op vochtige Weilanden.
( B rug.mans) In Bouwlanden een allernadeeligst onkruid, ( L eers) hebbende een fterk vooukruipeude
wortel.