
C Y N O G L O S S U M officinale.
Genezende Hondstonge.
Gcwoonlyk. Cynoglosfi radix, herba.
Hoogduitsch, Gemeine Hundszunge.
Engelsch. Common greater Houndstongue.
Bloeit Juny en July, © 3 volgens W illdenow , © volgens R eichart,
ßuuLiARp en A iton Hort. Kew. t? volgens Boerhave, L inn.
- Mat. Med en Ma t tu sch k a , % volgen^ Hudson,
P e n t a n d r i a M o n o g y n ia , V y f m a n n i g e E e n w y v ig e .
Ord. Nat. l in n . x l i . Zsperifoliae.
_ ,^ ESLAGTS K enmerken. Cor. infundibuliforin. fauce claufa fomicibus, Bloemkrans
trechtervormig a. deszelfs hals door fchubjes gewelfswyze gefloten, b. b. (de Bloemkrans geo-
tend) c. Semma depresfa, intenore tantum latere ilylo affixa, Zaden «edergedrukt, alleen
aan derzeher bmnenzyde aan het fiyltje vast gehegt, 6 9
d e« | oor™ l yk e & nmerken. Staminibus. corolla brevioribus, met Meeldraden korter dan
den Bloemkrans. Folns lato-lanceolatis, tomentofis, fesfilibus, met breed - lancetvormiee dons
egtige, vastztttende Bladen. Lacinus calyeïnis oblongis, de flipjes van den Kelk langwerpig.
M & ê itÊ ÏÊ È Ê Ê Ê Ê Ê hor de vier Zaadrokken, die van buiten rm en f,iherfi
ontbloot, me?den°keeik afgebeeldt De
V erscheidenheid. Met witte Bloemen.
G r o e ip l a a t s en . Op ruw e , droge en ichraïe gronden.
— ug y S f i B M W B Holland vboral by Overveen , V ogelEnsang, Bennenlm
n L ™ + h aan de d^ en by S t m e om N n en I Pr in c e n l a n d + , imwegen f , tuslchen M a a s en W a a l f . — Op de wallen van H ard er !
w y k , rondom Z u t ph en en op de muuren aldaar, by A mersfoort , Z oest , B ar en
Z e y s t , op de muuren van U t r e c h t , langs de wegen buiten W y k by Du urst ede en
K“ v,süetS f “ D“ ,u“ “■ ac
lieen gerekend krampftillende te z yn , en tegen den hoest gebruikt.
<7 0Uo S ^ Kv^ I:BriIIKÊii^^ bet V e e , behalven Geiten, is afkerig van deze Plant.
(LiNNAiUs, GtvielusO De Bloemen zyn by uitnemendheid gefchikt voor de Beyën (Sw.
De ,ia,nt I"1, tH1Hen en teellanden een,bezwaarJyk onkruid, uit hoofde van
m k r a u t e r * dla afSe^t0^en wordende telkens weder aangroeit. (M und vom