
T R I F O L I U M arvenfe,
Hazen - Klaver.
Hoogduitsch. Acker-Klee, Hafen-Klee.
Engckch. Hare ’s- fo o t, Trefoil.
Nederduitfchc Bynamen. Hazenpootje, Ruig aïrige Klaver;
Bloeit July tot September ©,
D ia d e l p h ia D e c an d r ia . tw e e b r o e d e r l y k s T ienm an n ig e
Ord. JUat. linn. XXXII. Papilionacecs.
Geslagts Kenmerken. Flores fubcapitati. De Bloemen metst ah Blocmhofdjes
veréènigd. Legumen vix calyce longius, non dehiscens, deciduum. Het peultje, weinig
langer dan den Kelk, niet losberstende, opvallende.
Soortelyke K enmerken. Spicis villofis ovalibus, met pluizige ovale Hiren, denti-
bus calycinis fetaceis, villofis, atqualibus , de tanden van den Kelk ah borstels, pluizig, ge-
lykvormig.
Eene afzonderlyke bloem met derzelver Kelk a: vergroot b: Het Zaaddoosje met het
verwelkte vlagje, zich daar aan nog vasthechtende c , vergroot d. Het Zaaddoosje
geheel rond zynde, kan hierom niet als eene eigenlyke peul worden aangemerkt,
maar heeft verder de eigenfckappen, by de Gejlagts Kenmerken opgègeven. Het Zaad
e. vergroot /. De verwelkte Kelk, na dat het Zaaddoosje is afgevallen g vergroot,
G roeiplaatsen op hooge Zandgronden.
Op de Zandgronden, Duinen en langs de Dyken van bet St ich t f , vooral by Ames-
foort j , in de Duinen van Over.v e en , K atwyk en Scheveningen f , in het Haag-
sche Bosch op fommige plaatfen f — in V riesland in de W ouden omtrent Bergüm,
ZtiiDERHuisuM, Heerenveen, D ragten en elders, omtrent Z wol, langs den Hierder-
weg en in de zandige Bouwlanden buiten Harderwyk , Z utpïsen , Nimwegen , te
M aurik op den BikkÉl en b e r g , in de Bétuwe, buiten A lkm a a r , Haarlem, in het
Land van T holen en elders.
Huishoubelyk G ebruik. Het brood gebakken van graan, waar onder veel van
dit Zaad geraakt is , verkrygt eene roodagtige kleur, maar heeft ’er verder geen nadeel van.
(B ulliard) — De Plant wordt door het vee onaangeroerd gelaten, (Miller) en is nadelig
op Weilanden (Brugmans) : egter heilzaam in de Galziekte van het Rundvee, als
wanneer het Vee deze Klaver niet weigert, fchoon hetzelve hun gewoon voeder laat liaan: wordende
alzo door de natuur zelve het ware geneesmiddel- aangewezen. (Sw.ed. Jbh. t. h. 9,
pag. 85 j Dienffig tot Leerlooijen (G leditsch). De Plant wordt zeer zelden op goede gronden
gevonden, en wyst byna altoos een onvruchtbaren grond aan (Mil l e a)..