
E k v ü M himitiitö,
Ruige Linze.
Hoogduitsch. Die zottige Linie, rauche Linfen wickè.’
Engelsch. Hairy Tare.
Nederduitfchc Bynaatn. Kleine Krok.'
Biotit Juny en July. ©.
D i a d e l p h i a D e c a n d r i a , T w e e b r o e d e r l y k e T i e n m a Hn i g e ,
Ord. Nat, linn. XXXII. Papilionaceae.
Geslagts Kenmerken. Calyx $■ partitus, longitudine Coroliae, Kelk in vyf gedeeld,
van lengte als de Bloemkrans. (Eene Bloem afzonderlek a. vergroot b. Kelk afzonderlyk c.)
Soort kt. yke K enmerken. Pedunculis multifloris, met veelblsemige Bhemftelen. Serai-
tóbus glóbofis binis, twee klootvormige Zaden, (in elk peultje, nog onryp afgcbeeld by d. volkomen
ryp by e. geopend ƒ . hei Zaad g.)
■‘De zamen/lelling van Meeldraden, Stamper 'en Vruchtbeginzêl veel vergroot te zien
by h. het Vlagje i. de Vleugels k. de Kiel l. de Steuhblaadjes m. tn. vergroot n.
Deze fo n t zeer kennelyk door -derzelvtr 'ruig *Peultje.
G roeiplaatsen. Op de Akkers en in ruigten.
Algemeen, vooral in Koom- en Bouwlanden,
„ Huishoüdelyk Gebruik. Een voedzaam voederlmbd voor het Vee, (G l Sditbch:)
en de Bloemen by uitnemendheid gezogt door de Byen. (Sw. M ) Een onkruid in de
f ^ kJ § lB voor?> ««hoofde der klawteren, waarmede het zieh aan degewasfchen vrst
l^ y k fc h e Plant z y n d e ,is z y ligt uit te roeijen door te wieden eer het
Zaad ryp is (zie ook Mi l m x )