I RIS X I P H I U M . I H I S P A N I C A )
Iris Xipfiium (hispánica)
,3lanch0 superbe, Ghrysolora (Ovidius).
Gogueííe des blanches (l^ouise).
-Sapbo.
Spaansche Irissen.
De Sp^aansche Iris' was reeds in dagen van DE L’OBEL en
DE L ECLUSE - de laatste helft der 16“ eeuw - niet zeldzaam
meer m de Nederlandsche tuinen. Ze was er ingevoerd uit Spanje
en Portugal en was al ras in meerdere kleurea bekend, waaronder
het blauw en het geel het meest op den voorgrond ti-aden.
De blauwe typische soort komt in ’t wild voor in Spanje,
terwÿl een geelbloeiend ras in Portugal gevonden wordt, dat
vroeger als een afzonderlÿke soort, Iris îitstiowica genoemd werd,
doch sedert beschouwd is als een plaatselyke verscheidenheid
der Spaansche Lisch, Iris Xiphium, door sommige botanici met
de verwante soorten van het geslacht Iris afgescheiden en tot
een meuw geslacht Xiphion {= zwaard) gebracht, onder de namen
van X ip km i vulgare en X . angusiifolium.
Met de zoogenaamde „Engelsche” Irissen worden de Spaansche
het meest gekweekt. Beide zÿn boldrageode soorten die zieh
sterk en snel vermenigvuldigen. De Spaansche Iris bloeit in Juni,
een paar weken vdOr de Engelsehe, zoowel hare bollen als haar
bloemen zÿn kleiner, maar de laatste vertoonen een oneindig
rÿker kleurschakeering dan die der Engelsehe Mssen.
Naast de reeds vermelde blauwe en gele verscheidenheden, die
als uitgangspunt voor gansche reeksen van tuinvormen hebben
gediend in alle mogelÿke overgangstinten, kent men sinds lang
een aantal witte verscheidenheden en talrÿke in ’t bruine speiende
vormen. In geen enkele verscheidenheid ontbreekt het
meestal zeer sprekend gele honigmerk op de lip der buitenste
bloembladen. 'Vele vormen vertoonen twee of meer kleuren die
meestal door zeer schoone tegenstellingen een prächtig effekt
_ De thans in den handel bekende verscheidenheden zÿn zonder
uitzondering van Hollandsehen oorsprong, en hoewel honderden
van benoemde zaailingen uit de prÿscoui-anten der Nederlandsche
bloembollenhandelaars van deze eeuw zouden kunnen worden
opgesomd, worden nog steeds met goeden uitslag rassen ver-
kregen, die tot verbetering der Sortimenten in hooge mate zullen
kunnen bijdragen.
De groote bruikbaarheid dezer Irissen zoowel voor den tuin als
voor het fljnste bindwerk, maakt ze tot een der voornaamste
bÿgewassen van den Haarlemschen bollenhandel. Het groote
belang dezer cultuur bleek niet het minst uit de zoo uitnemend
geslaagde tentoonstellingen van afgesneden bloemen van Spaansche
Inssen, in 1898 door de Algemeene Vereeniging voor Bloem-
boDeocultuur gehouden, ahvaar door een spéciale commissie van
deskundigen de tot dusver zeer vei-warde nomenelatuur op af-
doende wÿze geregeld werd.
De hier gepubliceerde plaat is een gevolg dezer Tentoonstel-
Img en de afgebeelde verscheidenheden dragen de offtcieel coed-
gekeurde namen.
1. Blanche superhe is een der beste zuiverwitte verscheidenheden,
betrekkelÿk breed, en gesloten van vorm; de plant groeit laag,
2. Chrysolora of Ooidius is een zeer fraaie licht gele verscheidenheid.
8. Sapho is onder de bronskleurige Spaansche Irissen gemakkelijk
te herkennen aan de bijzonder sprekend geel gekleurde
hp, terwÿl * ®
4. Coquette des blanches of Louise geheel eenig is in hare zacht
Ilia tint.
De tweede en vierde der afgebeelde verscheidenheden komen
zoo veelvuldig onder de verschillende voor hen opgegeven namen
voor, dat de bovenvermelde commissie nog niet het oogenblik
gekomen achtte om een bepaalden naam voor deze verscheidenheden
by keuze vast te stellen.
Spanish Irises.
® ™ “ e 8 " '
™ T ai® fa y s of DE L'OBEL and
DE L ECLDSE - the last half of the 16«. century. It was
imported into Holland from Spain and Portugal, and was soon
S n e S the most
^ e typical blue species grows wild in Spain - while a
yeUow-blooming race is found in Portugal. This race was formerly
looked upon as a separate species, being called Iris
lusitamca, but in later years it has been considered as a local
variety of the Spanish Dis, Iris Xiphium.
Some botanists separate these Irises from the genus Iris
and place teem apart in tho genus Xiphion (= sword)-under the
names of Xiphwn vulgare and Xiphion angustifolium
The so-called „English” Irises, with the Spanish varieties
aie the most frequently cultivated. Both are of the bulbous
section; they are hardy and multiply quickly.
Spanish Iris blossoms in June, a few weeks earlier than
the English varieties, its bulbs as well as its flowers are smaller,
but the last mentioned show an infinitely richer variety of
colour than those of the English Irises.
Besides the blue and yeUow Irises already mentioned, from
which whole series of garden forms, in every possible shade
have emanated, numerous white, and vaiying tints of brown
varieties, have been long known.
yellow „signal” on the
S i if K ^^0 or “ ore coniflcent
effS t beautiful contrasting tints make a mag-
The well known trade varieties of the present day are without
exception from Dutch origin, and, although hundreds of
“ optioned in the catalogues of the Dutch bulb
meichants of this century, still, with good results, new races
are constantly being obtained which contribute in a high degree
to the improvement of the assortments
Tlio groat usofirlness of those Irises tor gardens, as well as
for decorative purposes, places them among the first of the
miscellaneous articles in the Haarlem bulb trade.
The great importance of this culture was shown bv the verv
of Irises, held in
1898, by the „Algemeene VereenigingvoorBloemfaollencultuur” -
when by a special committee of experts, the hitherto very con-
fused nomenclature was regulated in a decisive manner.
i he plate here published is one of the results of this exhibition
names here represented bear the officially approved
1. Blanche superhe is one of the best pure white varieties
in L b ifS fg r o w ih compact form. The plant is dwarf
i is a v e r y pretty light y ellow variety.
S. Sapho 13 ^ s ily distinguished from the bronze coloured
S f h f \ i % smgularly striking yellow-coloured signal
on the blade of the falls.
lUac tkit**^^^^ blanclies or Louise is of a quite unique soft
The second and fourth of the varieties here represented appear
so often under the names already given, that the committee
did not consider the time ripe for choosing any decided name
for these varieties.